Geen goedkope genade ontvangen
Ds. H. Korving | Geen reacties | 13-06-2003| 00:00
Vraag
Hoe los ik het onderstaande probleem op? Aan de ene kant wil ik geen goedkope genade ontvangen, want dan weet ik zeker dat ik toch geen vergeving krijg. En aan de andere kant word ik ermee geconfronteerd dat ik geen spijt heb van sommige zonden. Help me!
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je probleem bevindt zich tussen twee polen: enerzijds geen goedkope genade willen, anderzijds niet (genoeg) spijt hebben van bepaalde zonden. Ik leid hier uit af dat je eigenlijk wel ergens in je geweten voelt dat je vergeving nodig hebt, maar tegelijk voor jezelf daaromtrent zulke hoge eisen stelt, dat het niet te gemakkelijk of te goedkoop mag gaan, omdat je denkt dat het dan toch weinig voorstelt. Anderzijds zit je met de vraag hoe oprecht dat verlangen naar vergeving nu eigenlijk is, als je toch heimelijk bepaalde zonden niet wilt loslaten. Ik hoop dat ik met deze weergave je probleem heb aangevoeld.
Ik zou je het volgende antwoord willen geven. Zolang je denkt dat het woord spijt het beste past bij zonden, mist er nog iets wezenlijks. Spijt gaat over de gevolgen van de zonde. Berouw gaat over de zonde zelf. Wie spijt heeft, vind het jammer voor zichzelf dat de zonde nare gevolgen heeft of kan hebben (op zijn minst dat je geweten niet helemaal rustig blijft, tenminste zolang je geweten nog functioneert). Wie berouw heeft vindt de zonde erg voor God: je hebt God bedroefd en beledigd. Denk hier eerst eens biddend over na. Is er spijt of berouw? Bidt om oprecht berouw.
Je hebt het trouwens over sommige zonden. Ik hoef niet te weten wat je daarmee bedoelt, maar ik vraag wel of er dan andere zonden zijn, waar je voor je gevoel wel genoeg spijt over hebt. Of bedoel je: zolang ik bepaalde zonden niet onder de knie heb, niet onder controle heb, en er niet mee wil breken, wil God me niet hebben. Als je dat bedoelt, is dat een omkering van de Bijbelse orde. Wij hoeven niet eerst zelf (in eigen kracht) bepaalde zonden overwonnen te hebben voordat we bij de Heere mogen aankloppen, maar we moeten bij de Heere aankloppen om onze schuld en zonde te belijden, opdat we in Zijn kracht er de strijd tegen leren aanbinden.
Wie oprecht berouw ontvangt, wordt daarmee niet een zondeloos mens. Hij heeft te strijden met -zoals het Avondmaalsformulier zo mooi zegt- de overblijvende zwakheid en zonde, die nog tegen onze wil in ons is overgebleven. De woorden "tegen onze wil" zijn hierbij essentieel. Tegen onze wil betekent hier: je wilt het niet omdat je het eens geworden bent met Gods wil. God wil het niet. Daarom wil ik het ook niet. Zolang je dit "tegen onze wil" niet kunt beamen heb je dus een vermaak in de zonde. En wie een vermaak heeft in de zonde verkeert in groot gevaar.
Wie echter met berouw tot de Heere wederkeert, zal ervaren: Hij vergeeft menigvuldig. Zeventig maal zeven maal vergeeft: altijd. In deze weg ga je ook begrijpen dat de vergeving niet goedkoop is, al hebben we die dagelijks nodig. Wij halen het zo dikwijls naar benenden, door er achterloos over te spreken en gedachteloos om te bidden. Maar wees alstublieft niet zo dwaas om voorwaarden te stellen aan de kwaliteit van de genade voordat jij vind dat het goed genoeg voor jou is. Dat kon wel eens verkapte hoogmoed zijn in plaats van echt verlangen naar genade.
Ik hoop je met dit antwoord stof tot overdenking te hebben gegeven. Je vraag kan in feite alleen maar op de knieën worden opgelost.
Ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister: