Moeilijke strijd
Ds. H. Korving | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Ik vind het moeilijk om God te dienen, vooral omdat ik een grote zonde heb die ik weet en moeilijk kan bestrijden. Die zonde heeft te maken met sex en zelfbevreding. Nu zou ik door dit te belijden aan God het moeten kunnen laten, maar dat gaat even goed en dan is het weer mis. Hoe kom ik hier vanaf? Moet ik hier gesprekken over aanvragen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Door de vakantieperiode is je vraag een poosje blijven liggen. Maar ik wil proberen om je een antwoord te geven. Vragen over seksualiteit en zelfbevrediging zijn in de vragenrubriek van Refoweb al vaker gesteld en voortreffelijk beantwoord door mevrouw Alie Hoek-van Kooten. Ik raad je aan met name vraag 23 en 90 in haar rubriek op Refoweb aan te klikken. Daar vind je antwoorden die ik wel kan overschrijven, maar niet kan verbeteren. Ook een antwoord op de vraag of het zinvol is een psychiater te raadplegen. Dat is denkbaar wanneer zich een ziekelijk patroon zou voordoen, wat ik niet kan beoordelen.
Waar ik wel even op in wil gaan is, dat je zegt het moeilijk te vinden om God te dienen nu je met deze grote zonde worstelt. Die grote zonde is een belemmering voor de dienst van God. Op die twee kernzaken wil ik ingaan: de zonde en de dienst van God.
Wanneer is een zonde groot? Zijn jaloerse blikken, harde woorden, oneerlijkheid, egoïsme, onzorgvuldigheid in het Bijbelonderzoek, onnadenkendheid in het gebruiken van Gods naam in het gebed minder grote zonden dan waar jij over schrijft? Elke zonde, op welk terrein van de geboden van de HEERE ook, is erg. Daar moesten we ons meer van bewust zijn.
De Bijbel leert ons dat de heiliging van de ware christen onvolmaakt is. Zolang we in dit leven zijn heeft de allerheiligste nog maar een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid. Dat het nog maar een klein beginsel is, houdt ons klein. Het maakt ook dat we oprecht verdrietig worden over het feit dat we God (nog) niet volkomen de eer kunnen toebrengen die Hij waard is. Anderzijds mag het ook tot troost zijn, dat de HEERE weet dat onze heiliging onvolkomen is, zolang we in dit leven zijn. Hij weet wat van Zijn maaksel is te wachten.
Je schrijft dat je God wil dienen. Daar ben ik hartelijk verblijd om. Maar God dienen betekent niet dat we moeten presteren of punten scoren. Maak van de heiliging geen levensverbetering. Wij mogen en moeten met onze onvolkomenheid, gebrek aan heiliging, dagelijks struikelen (Jac. 3,2) tot Hem de toevlucht nemen.
Er kunnen dingen zijn in ons leven, die we niet zomaar overwonnen hebben. De HEERE wil je wel de kracht geven om te blijven strijden. Dat moet je zeker doen. Discipline is daarbij een heel belangrijk element. Ik weet natuurlijk niet of dat een van je sterke kanten is. Maar het maakt natuurlijk wel verschil of we ons vlees strelen of kruisigen.
Ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister: