Geschiedenis van het Midden-Oosten
prof. dr. M.J. Paul | 2 reacties | 23-02-2013| 14:40
Vraag
Voor mijn studie leer ik onder andere over de geschiedenis van het Midden-Oosten. Erg interessant natuurlijk, maar ik loop tegen een vraag aan die ik niet beantwoord gekregen heb op internet. Het betreft de zondvloed. Voor mij is de Bijbel Gods onfeilbaar Woord, maar hoe zit het dan precies met de Egyptische beschaving? Als ik de jaartallen vergelijk zijn de piramides tegelijkertijd met de zondvloed gebouwd. Kan het zijn dat ze onder water hebben gestaan? Of is Cham onmiddellijk na de zondvloed farao geworden? Ik heb hier nog veel meer vragen over, ook over de oude Macedonische beschavingen t.o.v. de zondvloed. Weet u misschien waar ik informatie daarover kan vinden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Over je vraag zijn al heel wat boeken verschenen, maar vanwege onvolledige gegevens zijn de genoemde historische problemen nog steeds niet naar tevredenheid opgelost.
Laat ik beginnen met de datering van de volken in het Midden-Oosten. Het meest uitvoerig zijn wij geïnformeerd over de ontwikkelingen in Mesopotamië (Soemeriërs) en in Egypte. De meeste geleerden wijzen op een culturele opleving rond 3500-2500 voor Christus. De gangbare Egyptische chronologie rekent de 3e tot de 6e dynastie (Het Oude Rijk) van 2650 tot 2150 voor Christus. Uit de tijd van farao Pepi I (ca. 2390-2361) is een tocht bekend naar "het land van de zandbewoners", de oude Egyptische naam voor de landen ten oosten van Egypte. Men is toen blijkbaar in de vlakte van Akko en in de Jizreëlvallei geweest.
De telling van de dynastieën van de farao’s bevat echter onzekerheden, omdat ze gereconstrueerd zijn uit latere overleveringen. Sinds twee eeuwen is de ontcijfering van de hiërogliefen mogelijk. Daarvoor was de beste bron van de Egyptische geschiedenis het werk van de priester Manetho (3e eeuw v. Chr.). Hij maakte een overzicht van dynastieën en koningen en onderscheidde daarin dertig dynastieën of families. Deze indeling wordt ook tegenwoordig nog grotendeels aangehouden, maar verfijnd en verbeterd door de opgegraven en ontcijferde teksten.
Vanuit de overtuiging dat de zondvloed circa 2350 v. Chr. was, zijn er ook auteurs die menen dat de gangbare chronologie te ver in het verleden begint. John Ashton en David Down voorzien hun boek "Unwrapping the Pharaohs" van de ondertitel hoe de Egyptische archeologie de bijbelse tijdlijn bevestigt. Deze titel is echter nogal pretentieus omdat in werkelijkheid de volgorde andersom is: de veronderstelde datering van de zondvloed bepaalt het begin van het Egyptische rijk. De auteurs gaan uit van het feit dat Misraïm (= Egypte) en Kus/Kusj (Nubië) zonen van Cham waren en daarmee kleinzonen van Noach (Gen. 10:6). Naar hen zijn het land Egypte en Kusj (Nubië) genoemd. Op grond hiervan zal de tijdlijn van de Egyptische koningen twee eeuwen na Noach begonnen zijn. Dan verschuift de datum van de eerste dynastie van 2920-2770 naar de 21e eeuw v. Chr. In de argumentatie vermelden deze auteurs dat Eusebius (4e eeuw) reeds stelde: "Diverse Egyptische koningen regeerden tegelijkertijd… Het was niet een opeenvolging van koningen die de troon na elkaar bezetten, maar enige koningen die tegelijkertijd regeerden in verschillende regio's." Wanneer dit meermalen het geval is geweest, wordt de totale lengte van de tijdbalk uiteraard korter. De Amarna-tabletten, die gevonden zijn in Egypte, zijn in dat geval niet uit de 14e eeuw, maar uit de 9e eeuw. Deze laatste consequentie lijkt mij echter onmogelijk te handhaven, omdat de Amarna-tabletten de Kanaänitische stadscultuur beschrijven en niet uit de tijd van de koningen van Israël zijn.
Laat ik nog iets noemen over de Feniciërs. Zij bouwden de steden Tyrus en Sidon. Archeologische onderzoekingen geven aan dat deze steden in het derde millennium v. Chr. ontstonden. De Griekse geschiedschrijver Herodotus bezocht Tyrus rond 450 v. Chr. Hij vroeg aan de priesters van de tempel hoe oud deze was. Zij antwoordden hem dat de tempel in dezelfde tijd gebouwd als de stichting van de stad, namelijk 2300 jaar eerder. Daarmee komen we op een ontstaan van de stad in 2750 v. Chr.
De voorbeelden uit Mesopotamië laat ik nu achterwege, maar het is duidelijk dat er in het derde millennium v. Chr. al veel volken en veel bouwkundige activiteiten waren. Het is zeker waar dat er onzekerheden zitten in de dateringen, maar langzamerhand zijn er wel veel onafhankelijke argumenten voor dergelijke dateringen.
Gesteld nu dat de zondvloed plaats vond rond 2350 v. Chr. Dan zijn er toch wel enige eeuwen verlopen voordat er tientallen volken zijn ontstaan, elk met eigen taal, rassenkenmerken en gewoonten. Op grond hiervan lijkt het wenselijk de bovenstaande zaken een millennium later te dateren. Maar kan dat?
Volgens de Anglicaanse aartsbisschop James Ussher (rond 1650), die een chronologie opstelde, werd Adam geschapen in 4004 v. Chr. en vond de zondvloed plaats in 2348 v. Chr. Hij beschouwde de geslachtsregisters in Genesis 5 en 11 als gesloten: er zijn geen generaties overgeslagen. Er zijn echter aanwijzingen dat die veronderstelling niet klopt, en dat het ook mogelijk is dat er namen uit de genealogieën weggelaten zijn. Mattheüs slaat in hoofdstuk 1 diverse generaties over, zodat hij van Abraham tot David (circa 800 jaar) slechts 14 namen noemt. Na koning Joram worden overgeslagen: Ahazia, Joas en Amazia.
Volgens de Masoretische tekst (MT) van Genesis 11 was er 292 jaar tussen de zondvloed en de geboorte van Abram. Diverse nakomelingen van Noach (Sem, Arfachsad en Selah) leefden dan gelijktijdig met Abraham. Sem heeft dan zelfs nog geleefd toen Ezau en Jakob geboren werden, omdat hij nog ruim 500 jaar na de vloed leefde. Daarentegen krijgt de Bijbellezer de indruk dat deze stamvaders al overleden zijn in de tijd van Abraham. Die indruk wordt versterkt door Jozua 24:2-3, waar de afgoderij van de vader van Abraham genoemd wordt.
Het is opvallend dat zowel voor als na de zondvloed tien generaties genoemd worden die beide uitlopen op drie zoons. Het lijkt erop dat een bewuste symmetrie is aangebracht (zoals ook in Matth. 1 het aantal belangrijk is) en dat er dus namen uit weggelaten kunnen zijn.
De Septuaginta maakt de tijd tussen de zondvloed en Abraham 780 jaar langer dan de Hebreeuwse tekst. De geleerden in Alexandrië konden beschikken over vele historische bronnen in de daar aanwezige wereldberoemde bibliotheek. Doordat de Septuaginta soms verrassend overeenstemt met gevonden Dode-Zeerollen is de waardering voor de betrouwbaarheid van de overlevering van de Septuaginta de laatste tijd toegenomen. De getallen in Gen. 5 en 11 worden daarentegen door velen als bewuste veranderingen beschouwd.
Op basis van de bovenstaande argumenten nemen de meeste orthodoxe exegeten aan, dat de genealogieën 'open' zijn, dus dat namen weggelaten zijn. Dit heeft als gevolg dat de periode tussen schepping en zondvloed en de periode tussen de zondvloed en de aartsvaders niet goed berekend kunnen worden. Deze geleerden wijzen de evolutietheorie af en proberen zo goed mogelijk recht te doen aan de geschiedenissen in Genesis. Over het algemeen denkt men aan een zondvloed ergens in de periode 7000 tot 4000 v. Chr. en aan een schepping enige duizenden jaren daarvoor.
De huidige geschiedenisboeken vermelden ook dateringen van tienduizenden en honderdduizenden jaren. De gebruikte dateringsmethoden zijn echter niet onafhankelijk van elkaar geijkt en berusten op twijfelachtige vooronderstellingen. Voor een grondige bespreking van deze methoden, zie Andrew A. Snelling, "Earth’s Catastrophic Past: Geology, Creation & The Flood", 2 delen, Dallas: ICR, 2009. Hiervan vooral de pagina’s 797 tot 866 over het meten van radioactiviteit. Vgl. http://www.icr.org/ecp/
In diverse delen van de Studiebijbel Oude Testament behandelen wij de genoemde chronologische problemen (o.a. in de delen over Genesis en Job). Zie www.studiebijbel.nl. Daar komt ook de joodse tijdsrekening ter sprake.
Met het bovenstaande zijn echt niet alle problemen opgelost, maar wordt een richting gewezen waarin ik zelf de oplossing zoek: uitgaan van Gods openbaring en proberen eerlijk om te gaan met wetenschappelijke vondsten. Veel onderzoek is nog nodig om allerlei knelpunten te kunnen verklaren en mogelijk dat tijdens ons leven de oplossingen daarvan nog niet gevonden worden. Richtinggevend is dat het geloof alle wetenschap van beperkte mensen overstijgt!
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik denk dat je er niet helemaal uit zal komen. Want wat voor ons waarheid is, kan voor de midden oosten bewoner geen waarheid zijn.
Abraham is voor de joden een stamvader, voor de moslims ook een stamvader en een moslim.
Zij zeggen dat de islam toen al bestond.
Het is dus moeilijk om alles duidelijk te krijgen.