Studiegenoten mee naar kerk
Dr. C. A. van der Sluijs | 3 reacties | 19-02-2013| 15:09
Vraag
Beste ds. C. A. van der Sluijs, ik mocht vandaag vanaf mijn stage in het buitenland uw preek luisteren van 30-09-2012, die van de ochtenddienst in de Maranathakerk. Bijzonder dat de Heilige Geest werkt, niet gehinderd door 1000 km of een laptopscherm! In deze preek zei u iets waarover ik graag een vraag zou willen stellen. U zegt daar: "Je moet maar als enige onder je collega's christen zijn. Gewoon je gang gaan, met God, niet teveel preken, gewoon met God leven onder je collega's. (..) Mag ik met jou een afspraak maken, zullen we eens praten over jouw God, want je heb iets over je van God." In Nederland leef ik door m'n studie in een volledig seculiere omgeving. Dit zie ik als een voorrecht. Juist daar kun je een licht in het duister zijn, zoals u omschrijft, door gewoon je leven met God te gaan. Dit valt mensen op. Ze zien dat ik (met mijn twee geloofsgenoten, resp. katholiek en remonstrant...) in een vrijheid leef die zij niet kennen. Een vrijheid die niet bestaat uit het bezoeken van vele feesten of een vrije seksuele omgang, maar een vrijheid die meer existentieel is dan zij kennen. Dit leidt, zoals u ook beschrijft, tot interessante gesprekken. Niet zelden eindigt zo'n gesprek met: "Joh, ik wil wel eens meegaan naar de kerk, ik ben benieuwd!" Dit is geweldig, maar hier begint ook mijn twijfel. Met zo'n vraag probeer je ook vanuit hun ogen naar mijn kerk te kijken. Mijn kerk wordt, zoals vele, geteisterd door de eeuwige discussies over rok, hoed, pak, bijbelvertaling. De prediking is -zeker voor niet-kerkelijken- soms slecht te volgen, de psalmen en de bijbelvertaling zijn voor mijn studiegenoten slechts matig te begrijpen en de samenzang is tergend langzaam. Graag zou ik ze kennis laten maken met de grootheid van onze God, al vrees ik dat de indruk van mijn kerk volledig anders zal zijn. Ik weet, dat de Heilige Geest niet gebonden is aan dit soort 'uiterlijkheden', maar ik vrees dat ze zich voor de Goede Boodschap af zullen sluiten, en zich op een vervelende manier geïntimideerd zullen voelen. Niet uit angst, maar vanuit de oprechte wil hun een verstaanbare prediking te laten horen, neem ik ze meestal mee naar een NGK of GKV-kerk, waarbij de liturgische vorm en de wijze van prediking wat vrijer is. Dit zorgt bij mijzelf echter voor twijfel. Het voelt toch als verloochenen van mijn eigen kerk. Ook heb ik mijn twijfels bij verschillende egocentrische of zweverige liederen. Hoe zou ik hiermee kunnen gaan? Hoe kan ik, als instrument in Gods hand, mijn studiegenoten meer over onze Heere te weten laten komen? Ik twijfel in dit opzicht erg tussen mijn eigen kerk en een meer eigentijdse, maar ook wereldser, kerk. Het is uiteindelijk toch een flink verhaal geworden. Excuus daarvoor. Ik hoop dat u mijn twijfel begrijpt. Alvast bedankt voor uw tijd!
Antwoord
Beste vriend,
Om met de deur in huis te vallen, lijkt het mij duidelijk dat je compleet uit je kerkelijke jasje bent gegroeid. Vooralsnog over te gaan tot aanschaffing van een ander pak, wil ik je waarschuwen voor al die confectie. Wanneer de beknelling ondraaglijk wordt, lijkt me een handgemaakt kostuum de beste oplossing. Dan verwijs ik je graag naar de eerste de beste Kleermaker. Kijk uit met al die vrijetijdskleding.
Je vraag is veelomvattend. Met diverse geledingen. Het is mij niet mogelijk daarop een eenduidig antwoord te geven. Wél kan ik proberen enkele aanzetten tot een oplossing te bieden. Mijn oog bleef rusten op het slot van je brief: "Ik twijfel in dit opzicht erg tussen mijn eigen kerk en een meer eigentijdse, maar ook wereldser, kerk." Afgezien van een bedenkelijke min of meer eigenmachtige 'multiple choice'- kwestie, zou ik willen wijzen op enige merkwaardige theologisch en sociologisch niet te verantwoorden ongerijmdheden. Op een subtiele wijze wordt gesteld dat je eigen kerk minder werelds zou zijn, dan een door jou bedoelde eigentijdse, maar (en nu komt het) ook wereldser kerk. Nu werd ik van dat minder werelds zijn van jouw eigen kerk niet bepaald overtuigd, toen je daar halverwege een levendige beschrijving van gaf. Naar het 'leven' getekend of naar de 'dood' getekend, zou ik je in overweging willen geven.
Ik krijg de indruk dat je eigen kerk superwerelds is. Me dunkt wereldser kan het bijna niet. Waarom zo werelds in het kwadraat? Wel, het woord "wereldgelijkvormig" (vgl. Rom. 12:2) betekent vanuit het Grieks: gelijk worden aan de schema’s van deze wereld. En dat staat weer voor zichzelf behagen. In tegenstelling tot het beproeven van wat "de goede en welbehagelijke en volmaakte wil van God" is. Welnu, alle genoemde zaken die kenmerkend zouden zijn voor je eigen kerk staan in het teken van een behagen van zichzelf of nog erger een behagen van God die zonder genade wordt gedegradeerd tot een afgod. Puur heidendom dus onder een christelijk vernisje. Erger kan bijna niet. Dit alles kan dan ook nog samengaan met een geschematiseerde leer zonder genade. Dat maakt de zaak nog erger dan wel onhoudbaar. Nee, een christelijk getuigenis kan daar niet van uitgaan. Integendeel. In datzelfde hoofdstuk Rom. 12 gaat het blijkbaar in vers 3 om "matigheid". Daar heb je het grondstramien voor een christelijke handel en wandel. Waar zijn de sobere christenen uit vroegere dagen en de eenvoudige christenen uit Oost-Europa die ik vaak ontmoette bij Friedensstimme?! Sober in kleding en sober in hun levenshouding. Sober en bescheiden, wat voortkomt uit een ootmoedige levenswandel voor het aangezicht van God. Ik zou ook kunnen spreken van een tere levenswandel met God. Dezen hebben er geen behoefte aan om de grenzen op te zoeken dan wel zichzelf een identiteit te geven. Dat doet God zelf wel. En wie het zelf doet, behaagt zich zelf. Het blijkt weer om dat ellendige 'doen' te gaan zonder genade.
Misschien dat dit je keuze wat kan vergemakkelijken als je doorziet dat het in je eigen kerk nauwelijks wereldser kan dan in een zogenaamde eigentijdse kerk.
Het Woord werd vlees. Eigentijdser kan het niet. Wie dat verstaat en daar naar staat, behaagt God. Dan gaat het wel om een leven uit genade alleen. En deze begenadigden zijn doorgaans de havelozen en daklozen, kortom het arme en het verachte van deze wereld (1 Kor. 1:28). Ze dragen nochtans de mantel der gerechtigheid en de klederen des heils (Jes. 61 : 10). En zij dragen deze dan ook uit. Alleen zij!
Met vriendelijke groet,
Ds. C. A. van der Sluijs
Dit artikel is beantwoord door
Dr. C. A. van der Sluijs
- Geboortedatum:14-09-1942
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
(ik kan me helemaal inleven in de vraag plus het antwoord)