Aannemen of afwachten
Ds. A. Simons | 12 reacties | 24-01-2013| 16:06
Vraag
Ik ben een jongeman die is opgegroeid in de Gereformeerde Gemeente en daar nog steeds zit. Tot ongeveer 2,5 jaar geleden was ik wel christelijk, maar dat was toch vooral in naam. Toen ben ik, na veel contact met een vriend die wel veel met geloof bezig was en echt op zoek was, ook voor mezelf in de Bijbel gaan lezen. Toen kwam ik dingen tegen waarvan ik geen idee had dat ze in de Bijbel stonden (ik las na een aantal dagen Hand. 2:21 en was echt stomverbaasd dat zo'n belofte in de Bijbel stond). Sinds die tijd ben ik dagelijks stille tijd gaan houden en gaan zoeken en bidden, omdat in de Bijbel stond dat wie Hem zoekt Hem ook zal vinden. Daarop vertrouwde ik en zo ben ik een tijd aan het zoeken geweest, zonder te vinden. Bij een HeartCryconferentie kreeg ik een boekje mee van Spurgeon "Rondom de enge poort". Opnieuw was ik stomverbaasd, was het zo makkelijk? Geloven in Jezus, het mocht! Dat deed ik (dacht ik) en ik was toen een periode echt blij en gelukkig, want ik geloofde in Hem. Maar na een tijdje verdween dat (hoe, dat weet ik niet meer precies). Ik bleef wel in de Bijbel lezen, maar ik had veel twijfel. Elke keer weer de vraag: maar ik heb zo weinig zondekennis en al helemaal geen berouw, hoe kan dat? Later las ik een lezing van een Zuid-Afrikaanse predikant (ds. Maritz, "Hoe word ik wedergeboren"), die niet begreep dat de mensen in Nederland het zich zo moeilijk maakten door te zeggen: "Ik moet wachten tot God het doet." Hij zei: de verhouding is 100 procent-100 procent. Vanuit de Bijbel (en de grondtalen) zie je duidelijk dat God eerst 100 procent in jou werkt en dat de mens daarna 100 procent reageert. En in Nederland gaan veel mensen uit van 100 procent van God en 0 procent van de mens en blijven ze wachten." Dat raakte me. Opnieuw bad ik tot God en ik ervaarde een ongekende vrede en rust in mijn hart, maar ook dat duurde niet lang. Elke keer weer twijfels. Ik bleef wel zoeken en luisterde veel Jij daar!-avonden en ook daar leek het allemaal zo 'eenvoudiger'. Opnieuw dacht ik zekerheid te ontvangen, Gods bevestiging dat het waar was in mijn leven en dat ik mocht geloven. Een tijdje kon ik daar uit leven, maar ook dat verdween weer. Soms waren er weer bemoedigingen en bij sommige preken ervaarde ik alsof mijn hart overliep van liefde en verlangen naar Christus, maar daarna was het weer zo duister. Dat is een beetje de voorgeschiedenis en op dit moment weet ik het echt niet meer! Soms kan ik geloven dat God in mij werkt, maar soms lijkt het wel alsof ik een grote huichelaar ben. Vragen van twee jaar geleden houden me nog steeds bezig. Daarnaast merk ik ook dat mijn gevoel zo'n rol speelt in de hoop die ik heb. Vanavond een preek over Catechismus, zondag 2. Ik wil geloven dat het zo is, dat ik zo ben, maar ik ervaar het niet! Ik zie niet in dat ik zo verloren lig. Vind mezelf zo slecht nog niet, maar toch wil ik de Bijbel geloven. Maar als ik dit niet weet, hoe kan er dan ooit plaats zijn voor Christus? Waarvoor zou ik Hem dan nodig hebben als ik niet inzie wat een zondaar ik ben? Elke keer kom ik er maar weer achter dat ik ongemerkt toch nog iets van mezelf verwacht. Ik heb niet alles verloren. Ik verwacht iets van mijn zoeken, van mijn Bijbellezen, van mijn serieus zijn, van vroegere 'ervaringen' en dan kan ik soms boos zijn dat God het niet 'geeft' (maar Hij is gewillig om te geven). Mijn handen zijn niet 'leeg', ik ben mijn leven niet 'verloren' (en wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen). En ken ik de Heere Jezus persoonlijk? Ik denk dat ik "nee" moet zeggen, maar hoe weet ik dat? Is Hij aan mij geopenbaard als mijn Zaligmaker? Ik ben bang van niet... en Hem te kennen, is het eeuwige leven. Hiermee blijf ik maar worstelen. Soms denk ik: het kan niet allemaal bedrog of niet waar zijn geweest en God zal Zijn werk voltooien, maar soms is er echt helemaal niks meer van over. Dan ben ik een huichelaar. Soms is er verlangen, maar soms totaal niet en ben ik zo moedeloos. Dan ben ik bang dat de duivel me zo maar rond laat draaien in allerlei vragen en ik uiteindelijk verloren ga of het opgeef. Als er wel verlangen is, dan is er zo de strijd met de vraag: "Maar mag ik dan nu geloven?" Ik heb al zo vaak gezegd: Ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp! Ik ben vanwege die vorige ervaringen (die allemaal weg lijken te zijn) zo bang dat ik "het te vroeg pak." Dat ik mezelf dan weer bedrieg. God moet het geven, maar hoe weet ik nu dat het gegeven wordt? Hij biedt het toch altijd aan? Maar ik mag ook weer niet passief wachten, want ongeloof is zonde en het bloed van Christus onrein achten. Aannemen of wachten tot God het geeft, het lijkt beiden Bijbels. Ik weet gewoon niet hoe ik ooit uit dit web en deze cirkels moet komen. Het is allemaal zo donker.
Antwoord
Beste vriend,
Ik heb je brief biddend gelezen en herlezen. Wat is er met deze man aan de hand? Even een paar dingen op een rijtje proberen te zetten: a. Hij is op zoek naar de waarheid. B. Hij is op zoek naar persoonlijke zekerheid. C. Hij is aan het graven in zijn bevinding en ervaringen. D. Hij is sterk op zoek in zichzelf naar Het Leven.
Vriend, ik zou je een hele brief kunnen schrijven; hoe de dingen zijn en toch... ze zullen jouw zorg niet oplossen. Je hebt geloof nodig. Geloof om te geloven. Geloof wat zich vastklampt aan Zijn Woord. Je zoekt nu je houvast in ervaringen en bevindingen. Een wankel fundament. Het ene moment staat het, het andere moment valt het. Het ware geloof rust niet op bevindingen en ervaringen. God leert Zijn kinderen om te rusten op het Woord alleen. Het is waar, niet omdat jij het ervaart of ervaren hebt. Maar het is waar omdat het Woord waar is. God is waar in het Woord en door het Woord.
De onkunde, als het gaat om de rechtvaardiging van de goddeloze, is vaak de oorzaak van veel onzekerheid. God rechtvaardigt de goddeloze. Waarom zo? Wij zijn geneigd om telkens ons houvast te zoeken in onszelf. In onze werken, in onze ervaringen. God leert ons meer en meer dat er in ons dat is in ons vlees gans geen goed woont (Rom. 7:14). God doet dit niet zomaar, maar Hij doet dat opdat wij ons leven zouden zoeken buiten onszelf. Het ligt niet in ons vriend. Natuurlijk weet ik ook wel als God genade verheerlijkt wordt, gebeurt er ook iets in ons. Van harte mee eens, maar zodra wij hierop gaan steunen breekt God dit af. Gods eer gedoogd niet dat we rust zoeken in ons, maar buiten ons in Hem die leeft. Christus alleen en anders geen. Hij is onze enige Toeverlaat. Hij is de Rots der eeuwen, Hij is de Schuilplaats tegen de vloed. Alleen door een waar geloof schuilt de ziel achter dit bloed. Al is het dat zelfs mijn geweten tegen mij getuigt, nochtans rust het hart op het Woord der beloften. Van harte deze zegen toegebeden.
Als je meer wilt weten over deze zekerheid; lees de preken van Erskine (De zekerheid van het geloof). Wonderlijk boekje. Gods zegen.
Ds. A. Simons,
Vinkeveen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik ben ook geestelijk opgegroeid op de rand van de GG en de PKN. Wat ik je vooral zou willen zeggen is: een christen is een volgeling van Christus, een discipel. Lees het evangelie en volg de discipelen eens.
Kwam Jezus niet naar hun toe (en naar jou vanuit het Woord), en zegt Hij ook niet tegen hen (en jou): Volg Mij! Wat wilde Jezus toen? Volgens mij dat ze hun leven achterlieten en achter Hem aan gingen. Met alle fouten die in hen zaten (die kwamen allemaal nog aan bod). Jezus verlangt niet dat we eerst nog in onszelf gaan kijken of we er klaar voor zijn. Dat zijn we nooit. In het volgen van Hem, worden onze zonden duidelijker. Maar we moeten wel op weg gaan. Wijs Hem niet af, terwijl Hij het nu vraagt. Blijf niet hangen op verkiezing. De leer van de verkiezing is niet gegeven om te kijken of we erbij horen. Als je nu de keuze maakt Hem te volgen en naar Hem te luisteren, dan is dat verkiezing! Petrus wist nog niet half wat er allemaal in hem zat, maar toch volgde hij de Heere Jezus. En zijn wij beter dan Petrus? Moeten wij het allemaal wel weten voordat we pas op de weg achter Hem aan gaan?
jouw vraag had mijn vraag kunnen zijn. Gisteren hoorde ik een dominee uit ons kerkverband preken over de Samaritaanse vrouw bij de Jakobsbron. Deze vrouw werd in het gesprek met Jezus wederom geboren, een wonder!! Maar ook deze vrouw begreep er nog zo weinig van, "Gij hebt niets om mede te putten, en de put is diep", Nicodemus zei na zijn wedergeboorte "Hoe kan een mens, nu oud geworden.....enz", deze kinderlijk eenvoudige vragen zijn vruchten van de wedergeboorte. Weet je dan alles al helemaal? nee, ook deze vrouw had haar eigen belang op het oog "geef MIJ van dat water opdat MIJ niet dorste en IK.....", wij kunnen hier denken aan: "Heere, geef MIJ zekerheid, geef MIJ geloof, IK wil U kennen...", maar het moet ons om de eer van God gaan, hoe moeilijk ook te begrijpen, hoe moeilijk ook als het zo donker is. Maar, houd aan, grijp moed, uw hart zal vrolijk leven!!!
Misschien moeten jij en ik, voor ons eigen gevoel nog wel verder geleid worden, dat gebeurde in het leven van deze vrouw ook, haar zonden kwamen bloot te liggen en de vrouw praatte er allemaal overheen, die wist het ook allemaal, maar toen openbaarde Jezus zich persoonllijk aan haar, "Ik ben het, die met u spreek".
Klem je vast aan de woorden van Jezus aan Nicodemus, "tenzij iemand wederomgeboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien". Klem je vast aan het woord"zou Hij het zeggen en niet doen? spreken en niet bestendig maken?".
Van harte Gods zegen in je geestelijke strijd!
Het enige wat je hoeft te doen is vertrouwen op Jezus Christus en dan komt alles goed. Maak het jezelf niet zo moeilijk. Kijk anders effe dit filmpje:
http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=yo2lEZGYv80
Ik hoorde ooit eens een voorbeeld, en dit heeft mij persoonlijk veel moed mogen geven toch te blijven strijden om het aan de weet te mogen komen.
Ooit zei er eens iemand; de duivel die kan nu letterlijk alles na doen, vermomd als een engel des lichts, alles kan hij imiteren, behalve maar 1 ding. 1 ding is er wat hij nooit kan en nooit zou willen doen ook anders verliest hij zijn prooi, want hij hou van de zonden! hij kan alleen geen zonden vergeven.
Voel je je wel meer Christen?
Hij gaf Zijn Zoon!! Om voor jouw die straf te dragen Hij riep het uit HET IS VOLBRACHT!!! voor jouw en voor mij!! er hoeft niets meer bij van jouw, want het is genade dat Hij dit deed voor jouw.
Er is nog een waarheid en dat is dat er een geestelijke wereld bestaat, de duivel wil niet dat jij deze keus maakt voor Jezus, hij vind het prima als je alles aanneemt zoals je geleerd is, maar hij krijgt het benauwd als iemand gaat zoeken naar DE WAARHEID, en zal je dan porberen af te houden van je keuze voor God. Die probeert verwarring te zaaien, door je gedachte's te geven dat het niet zo makkelijk gaat enz enz
Lees Efeze brief is, dan zie je wie je mag zijn in Christus als je Hem aaneemt (rom 10:9)
en vervolgens hoe we stand moeten houden tegen de duivel, lees ook eens andere vertalingen ernaast zodat het duidelijk voor je wordt.
Deze strijd is realiteit, we hoeven niet bang te zijn want de strijd is gewonnen, maar we moeten wel alert zijn zodat we optijd onze wapens trekken.
derek prince heeft er een boekje over geschreven geestelijke strijd, zeker aan te bevelen
Het kistje van de Koning
In het land Kosmos leefde er eens een Koning. Hij was er al voordat er ander leven was. De Koning regeerde het land met haar vele onderdanen. In alles kwam tot uitdrukking dat hij het goede met hen voor had. Op een dag kwamen de onderdanen in opstand en deden een poging om de Koning van zijn troon te stoten. Ze waren de heerschappij van de Koning zat en wilden nu zelf regeren. De poging mislukte. De Koning eiste gerechtigheid. Alle rebellerende onderdanen moesten met de eeuwige dood gestraft worden. De Koning, die ook barmhartig was, zorgde voor een middel ter ontkoming. De Koning had een kistje. Dat kistje bevatte een kruik met water. Dat water werd het Levend Water genoemd. Wat dat water zo bijzonder maakte, was de belofte van de Koning: een ieder die van dat Levende Water zou drinken, zou niet sterven maar leven, eeuwig verder mogen leven in het paleis van de Koning.
De barmhartigheid van de Koning kwam tot uitdrukking in teksten op het kistje die beloften bevatten. Die beloften spraken over het kruikje met Levend Water. Zo was te lezen: “Als u dorst heeft, dan mag u komen en het Levende Water tot u nemen, om niet.’ Weer andere teksten wezen erop dat iedereen die dit Levende water níet zou drinken, zijn verdiende straf zou moeten ontvangen. De Koning had in zijn soevereiniteit een gedeelte van zijn onderdanen uitverkoren door hen een kistje te schenken. Hij gaf hen daarbij de opdracht om de Blijde Boodschap aan alle inwoners van Kosmos te verkondigen. Wat voor hen overbleef, was de verwondering om zoveel onverdiende Genade.
Veel mensen gingen echter heel anders met de Gift om. Ze begrepen niet dat het kistje levensbelangrijk was, sterker, dat het eeuwigheidswaarde had en dat het wel of niet gebruiken ervan hun eeuwige bestemming zou bepalen. Zo was er een groep onderdanen die zich gingen toeleggen op het verzamelen van de kistjes als kunstobject. Vooral de oude en verweerde exemplaren hadden hun interesse. Een andere groep bestudeerde de zinsopbouw en de grammatica van de teksten en schreven daar allerlei boeken over. Weer anderen hielden zich bezig met de kistjes vanwege het sociale gehalte van de teksten. Zij waren zeer deskundig in het uitleggen van de symbolische betekenissen.
Er was echter ook een groep onderdanen die heel goed wist, dat het kistje geen kunstobject was, geen literair meesterwerk en dat de teksten meer bevatten dan een sociaalethische boodschap. Deze groep nam de teksten wel letterlijk. Zij begrepen dat het kistje eeuwigheidswaarde had. Toch dronken ook velen van hen niet van dat Levende Water. Wel waren ze op allerlei wijze bezig met het kistje. Sommigen van hen zetten zich in voor de instandhouding van de oude taal waarin de teksten op het kistje geschreven waren. Anderen schreven dikke handleidingen over het kistje, vooral over de vraag hoe het nu geopend moest worden, welke moeilijkheden er dan ondervonden werden en ook hoe je het Levende Water op een verkeerde manier kon drinken. Zij toetsten ook degenen die zeiden dat ze
gedronken hadden, aan de hand van de door hen opstelde criteria. Weer anderen gingen zich afvragen of de Koning wel werkelijk meende dat iedereen gebruik mocht maken van het kistje. Vele boeken met de gedachten van deze mensen stapelden zich bovenop het kistje.
Ondertussen werden dagelijks onderdanen opgeroepen om voor de koning te verschijnen. De Koning vroeg zijn onderdanen wat ze met zijn Gift gedaan hadden. Hij vroeg ze of ze ook van dat Levende Water gedronken hadden.
Ik ben wel blij met de antwoorden.Ik heb weer veel om over na te denken en mee bezig te houden.
Aan de andere kant geeft me het ook heel erg veel verdriet.
Heel mooi verhaal @dkw. Heel treffend voor mij.
@vragensteller... je vertelt veel in je verhaal en geeft ook aan dat je het er heel moeilijk mee hebt. Voor mij is dat erg herkenbaar. Wat mij opviel in je verhaal is dat je aangeeft dat je wel wilt geloven dat je een zondaar bent, maar dat je dat niet kunt. Daar wil ik iets op ingaan. Ik wil een stukje uit mijn eigen leven vertellen, wat je misschien zou kunnen helpen. Jarenlang heb ik gemeend dat het meeste wat ik deed eigenlijk nog best wel goed was. Ik leefde best heel netjes en godsdienstig (dacht ik).
Mij heeft het erg geholpen dat ik wist dat er een 'gaarne' vergevende God is, die Zijn Zoon gestuurd heeft om het offer te brengen waar wij als mensen nooit meer aan konden voldoen. Ik ben heel vaak tot God gegaan (en nog steeds) en ik wist, op grond van Zijn Woord, dat hij niets liever wil dan dat wij Hem volgen.
Ik heb God gebeden ''Maak mij eerlijk, HEERE!'' Hem komt alle eer toe dat hij mij veel eerlijker gemaakt heeft, waardoor ik (deels) ben gaan inzien wie ik voor de Heere ben en wie de Heere voor mij is / wil zijn.
Bovenal heeft het lezen en horen van Zijn Woord mij doen inzien wie Christus is / wil zijn.
Mag ik je nog een advies geven? Zoek je toevlucht tot Hem en ik geloof dat Hij je zal antwoorden. Ik ga ervanuit dat je gedoopt bent.. lees het doopformulier er maar op na wat God aan jou beloofd heeft. '' (...) Eist van mij vrijmoedig op mijn trouw verbond (...)'' Ik geloof dat dat misschien niet op jouw tijd is, maar wel op de Zijne.
Gods zegen toegewenst.