Kinderen van zendingswerkers
ir. Raymond H. Warnaar | 2 reacties | 22-01-2013| 15:34
Vraag
Voor iemand op het zendingsveld. In mijn kennissenkring zitten verschillende mensen die op het zendingsveld werken/gewerkt hebben en predikanten die erg missionair bezig zijn. Ze hebben allemaal een passie voor de Heere en de verspreiding van het evangelie (net als ik) en verkondigen velen het evangelie. Bij sommigen is bekend dat er heel wat mensen d.m.v. hun prediking tot geloof zijn gekomen. Ik vind het erg mooi hoe zij in het leven staan en om hun grote geloof in de Heere te zien. Bovendien vind ik het mooi om te horen hoe ze getuigen. Ik begrijp het wel. Het leven met de Heere is zo mooi en dat wil je delen met anderen. Je wilt zelf toegewijd aan Hem leven, de gemeenschap met Hem ervaren en Zijn licht reflecteren naar anderen. Nu begrijp ik al andere tijd een ding niet. Bij verschillende van deze mensen, die zo voor de Heere willen leven en allen rondom hen op de Heere willen wijzen, zie ik dat hun kinderen een ander leven leiden. Ik wil niet zeggen dat ze geen kinderen van God zijn, maar als ik met die kinderen praat hoor ik als antwoord op de vraag of ze ook kinderen van God zijn: "Dat weet ik niet." Of op de vraag hoe zij tot geloof zijn gekomen zeggen ze: "We zijn er mee opgegroeid. We hebben het altijd van kind af aan al te horen gekregen" (natuurlijk kan het dat je van kind af aan de Heere echt lief hebt, maar ook zie ik een beetje een seculier leven bij die kinderen). Daar bedoel ik mee: ze zitten heel veel achter de computer/tv, zijn veel bezig met hun Ipad of Iphone of kijken naar bepaalde, niet-christelijke- films. Ik begrijp dat die broeders ((ex-)zendingwerkers) dicht bij de Heere willen leven en anderen op de Heere willen wijzen en bij sommigen zie je dat er heel wat mensen tot geloof zijn gekomen, maar hoe kan het dan dat hun kinderen zo leven? Zien ze dat dan niet echt in? Of vertrouwen ze dit aan de Heere toe? Of zijn ze zo druk met al het werk dat ze hun eigen gezin wat vergeten? Ik wil niets veroordelen, maar ik begrijp niet hoe je zo vruchtbaar kan/wil werken terwijl je kinderen anders leven. Ik denk dat als ik in die positie stond, ik teleurgesteld zou raken en eerst zou zorgen dat het 'thuis' op orde kwam. Of denk ik dan verkeerd?
Antwoord
Beste vragensteller,
Bij het lezen van je vraag komt het bekende Bijbelgedeelte uit Lukas 13 in mijn gedachten. De Heere Jezus was op weg naar Jeruzalem en passeerde allerlei stadjes en dorpjes. Hij preekte waar mogelijk en bevestigde Zijn preken vaak met genezingen en andere wonderen. Veel mensen kwamen daardoor op Hem af, maar na verloop van tijd verdwenen de meesten weer in de duisternis van hun wettische of goddeloze leven, om zonder Redder en Zaligmaker verloren te gaan. Ongelooflijk triest en dwaas: de Weg gezien en gehoord, zelfs met wonderen bevestigd, en toch niet bewandeld! Vandaar dat iemand naar Jezus toekomt met die begrijpelijke vraag: "Heere, zijn er ook weinigen die zalig worden?" (vers 23). Want kijk eens hoeveel mensen er afhaken, die eerst serieus leken mee te gaan. Misschien hebben ze zelfs vrienden en kinderen meegenomen naar de prediking van de Heere Jezus. Wellicht hebben sommigen van hen zelf Zijn Woord verspreid...
Je hoort die man denken: Wat zou er van die weglopers terecht komen? Hoeveel zouden er van de groep volgers van vandaag echt overblijven die zalig worden? Honderd, vijftig, twintig?
En Jezus zei tot hem: "Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen." Dit antwoord wil ik jou ook graag meegeven! In Zijn oneindige wijsheid en liefde geeft de Heere Jezus ons radicale en levensreddende adviezen! Hou op met nadenken en piekeren over anderen, hoe goed bedoeld wellicht, maar zorg ervoor dat je zelf door de poort van het ware leven naar binnengaat! Die strijd is niet alleen aan het begin van het geloofsleven nodig, maar die strijd duurt levenslang. Voor jou en voor mij! Want hoe meer wij mogen (!) strijden om in te gaan, hoe dichter we bij Hem zullen leven en des te beter zullen we Hem kennen, om zo vruchtbaar in Zijn dienst onze weg achter Hem te mogen gaan!
Laten we onze tijd en aandacht daarom niet verspillen aan uitgebreide discussies over andere meningen, verschillende opvoedingen, nieuwe bijbelvertalingen, godsdienstige culturen, kerkelijke gewoonten, enzovoort, maar laten we strijden en vechten om God meer en meer te kennen, te volgen en te dienen! Hij is het zo waard!
Daarom geef ik je zo graag deze wijze en gemeende en waarschuwende woorden van onze Heere Jezus mee! Strijd om in te gaan! Maak je niet zo druk om de mensen om je heen, de Heere weet daar al lang van af. Misschien gaat Hij met hen een heel andere weg dan met jou. Dat doet er echt niet toe! Gods weg met mensen is zo veelkleurig en wonderlijk. Wereldwijd trekt Hij mensen naar Hem toe op soms zulke verschillende manieren en langs verschillende wegen. Maar het belangrijkste is dat jij Zijn hand vasthoudt, Zijn leiding zoekt en mag ervaren. Door klein en leeg te worden voor Hem, want de poort is eng (=smal). Je kunt er alleen door met lege handen, vertrouwend op Gods genade! Doe dan alles weg uit je leven dat dit verhindert: je zonden, je lege woorden en werken, je ijdele gedachten, enzovoort. En vlucht naar deze heerlijke, getrouwe en gewillige Middelaar en Zaligmaker die in Zijn oneindige wijsheid ook voor jou en mij Lukas 13 heeft laten opschrijven!
Tenslotte, ik heb twee keer over dit antwoord nagedacht en ik hoop en denk met bovenstaand antwoord richting te hebben gegeven aan jouw vragen. Ik proef in je vraag dat je de Heere liefhebt en dat verblijdt me! Maar dan geldt toch opnieuw het antwoord: Strijdt (verder) om in te gaan, levenslang! Neem in je strijd en worstelingen je vrienden uit je kennissenkring mee. Leg ze aan de voeten van de Heere neer in je gebed. Daar liggen ze goed. Daar liggen ze veilig!
Met hartelijke groet,
Raymond Warnaar
Dit artikel is beantwoord door
ir. Raymond H. Warnaar
- Geboortedatum:17-08-1968
- Kerkelijke gezindte:ICF (zendingsgemeente CGK)
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Directeur NET Foundation (wereldwijd voorgangers toerusten), toeruster/spreker, voormalig evangelist in Latijns-Amerika en ouderling ICF Apeldoorn.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dit komt omdat je als kind in een andere cultuur bent opgegroeid(met andere gebruiken) en tegelijkertijd voor een deel ook met de cultuur van je ouders bent opgegroeid. Dat maakt als het ware dat je een Third Culture Kid(TCK) wordt. Dat wil zeggen dat je als een persoon je eigen cultuur gaat vormen. Daardoor voel je niet helemaal thuis in Nederland, maar ook niet helemaal thuis in het land waar je ouders zendelingen zijn.
Het pluspunt van het bovenstaande is, is dat je doordat je met meerdere culturen in aanraking bent gekomen, ook met meerdere brillen(kijkwijzen) kan hebben op iets. In India bijvoorbeeld mag je absoluut niet met je linkerhand iemand de hand schudden, terwijl in Nederland wordt er wel wat van gezegd maar daar blijft het bij.
Als TCK'er heb je geleerd om voor het handen schudden na te denken wat binnen de cultuur waar je van bent past.
Het is daarom heel moeilijk om in iets absoluuts te geloven. Als je binnen een kerk bent opgegroeid, dan volg je waarschijnlijk die kerkelijke wijze en stel je niet te veel vragen over die zienswijze. Als je vele kerken hebt gezien, ga je toch afvragen welke kerk de ware is. En welke God de ware is. En welke Godsbeeld de ware is.
Kortom voor een zendingskind is het vaak een stuk moeilijker te geloven dan voor de gewone kerkganger. En een zendingskind brengt grote offers(afscheid nemen van vrienden, familie etc.) zonder daar om gevraagd te hebben.
Zendingskind zijn is het beste wat mij overkomen is, maar het heeft de wereld er niet duidelijker op gemaakt. Hopelijk heeft de vragensteller door mijn reactie wat meer begrip voor de zendingskinderen die hij of zij in hun nabije omgeving heeft.
Misschien wil je ook nog wat meer zeggen over 'dat het voor jou een stuk moeilijker is om te geloven dan voor de gewone kerkganger'. Hoe bedoel je dat precies?