De uitverkorenen
Redactie Refoweb | 10 reacties | 15-01-2013| 10:42
Vraag
Hoe zien de HHK/Ger.Gem. de uitverkorenen? Zij, die het geloof hebben gekregen als gave van God (Efeze 2:8), of moeten hier (ook) allerlei bevindelijke gebeurtenissen aan te pas gekomen zijn?
Antwoord
In het dossier 'verschillen tussen kerken' staan enkele antwoorden vermeld. Verder zou je de antwoorden van dominees uit deze kerkverbanden na kunnen lezen om meer te lezen over de verschillende gezichtspunten.
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
10 reacties
pannenkoek
15-01-2013
/ 11:12
Wat versta je onder 'bevindelijke gebeurtenissen??'
Wat moet er gebeuren?
Niets meer.
Het is al gebeurd!
Het is al volbracht!
Door het offer van Christus kunnen we zalig worden!!
Wat moet er gebeuren?
Niets meer.
Het is al gebeurd!
Het is al volbracht!
Door het offer van Christus kunnen we zalig worden!!
vrouw78
15-01-2013
/ 12:33
Er is al veel over dit onderwerp geschreven. Ik ben in een boekje van Spurgeon aan het lezen en las een stukje wat ik graag wil delen.
Voor velen schijnt het geloof een moeilijke zaak. De waarheid is: het is alleen moeilijk, omdat het gemakkelijk is. Naaman vond het moeilijk dat hij zich moest wassen in de Jordaan, maar als het iets groots was geweest, zou hij het met veel genoegen hebben gedaan. De mensen denken dat de zaligheid het resultaat moet zijn van een handeling of gevoel, zeer geheimzinnig en zeer moeilijk, maar de gedachten van God zijn niet onze gedachten en Zijn wegen zijn niet onze wegen. Met de bedoeling dat de zwakste en onkundigste zalig zou kunnen worden, heeft Hij de weg der zaligheid zo gemakkelijk gemaakt als het ABC. Er is niets bij dat iemand, wie dan ook, in verlegenheid hoeft te brengen, alleen maar: als iedereen verwacht dat hij erdoor in verwarring raakt, dan staan velen volkomen verbijsterd, wanneer zij bespeuren dat het zo buitengewoon eenvoudig is.
Het komt erop neer dat wij niet geloven dat God meent wat Hij zegt; wij doen alsof het niet waar kan zijn.
Ik heb een een verhaal van een zondagsschoolonderwijzer gehoord die geprobeerd had duidelijk te maken wat geloof was. Toen hij het zijn jongens niet aan het verstand kon bregen, haalde hij zijn horloge te voorschijn en zei: Welaan, ik wil je dit horloge geven. Wil je het hebben? John ging nadenken over wat de bedoeling van de onderwijzer kon zijn en hij pakte de schat niet aan, maar hij gaf ook geen antwoord. De onderwijzer zei tot de jongen naast hem: Henry, hier is het horloge. Wil je het hebben? De jongen antwoordde met zeer gepaste bescheidenheid: Nee, meneer, dank u. De onderwijzer stelde verscheidene van de jongens op de proef met hetzelfde resultaat, totdat tenslotte een jongen, die niet zo wijs en diepdenkend was als de anderen, maar wel geloviger, op de natuurlijkste manier zei: alstublieft meneer en het horloge in zijn zak stak. Toen werden de andere jongens zich van een verrassend feit bewust: hun kameraad had een horloge gekregen, dat zij hadden geweigerd. Een van de jongens vroeg aan de onderwijzer: Mag hij het houden? Natuurlijk, zei de onderwijzer, ik bood het hem aan en hij aanvaardde het. Ik wilde niet iets geven en iets nemen, dat zou erg dwaas zijn. Ik hield jullie het horloge voor en zei dat ik het aan jullie gaf, maar geen van jullie wilde het hebben. Och, zei de jongen, als ik had geweten dat u het meende, dan zou ik het gehad hebben. Natuurlijk zou hij dat. Hij dacht dat het een stukje toneelspel was en niets meer. Al de andere jongens waren verschrikkelijk opgewonden bij de gedachte dat ze zich het horloge hadden laten ontglippen. Iedereen riep: meneer, ik wist niet dat u het meende, ik dacht..... Niemand nam de gift aan, maar iedereen dacht.
Ieder had zijn theorie, uitgezonderd de argeloze jongen die geloofde wat hem werd gezegd en die het horloge kreeg. Nu wou ik wel dat ik altijd zo'n eenvoudig kind kon zijn, zodat ik letterlijk geloof wat de Heere zegt en aanneem wat Hij mij voorhoudt, volkomen tevreden erop vertrouwend, dat Hij niet met mij speelt en dat ik er niet verkeerd aan doe, als ik aanneem wat Hij mij in het Evangelie belooft. Wij zouden gelukkig zijn, als we zouden vertrouwen en geen vragen stellen. Maar helaas, wij gaan nadenken en twijfelen. Wanneer de Heere Zijn dierbare Zoon aan een zondaar aanbiedt, dan moet die zondaar Hem zonder aarzeling aannemen. Als u Hem aanneemt dan bezit u Hem en niemand kan Hem u ontnemen. Strek uw hand uit, o mens en neem Hem terstond aan. Wanneer zoekenden de Bijbel aannemen als letterlijk waar en inzien dat Jezus werkelijk wordt gegeven aan allen die op Hem vertrouwen, dan verdwijnt elke moeilijkheid aangaande het verstaan van de weg der zaligheid als vorst in de morgen bij het opkomen van de zon.
Voor velen schijnt het geloof een moeilijke zaak. De waarheid is: het is alleen moeilijk, omdat het gemakkelijk is. Naaman vond het moeilijk dat hij zich moest wassen in de Jordaan, maar als het iets groots was geweest, zou hij het met veel genoegen hebben gedaan. De mensen denken dat de zaligheid het resultaat moet zijn van een handeling of gevoel, zeer geheimzinnig en zeer moeilijk, maar de gedachten van God zijn niet onze gedachten en Zijn wegen zijn niet onze wegen. Met de bedoeling dat de zwakste en onkundigste zalig zou kunnen worden, heeft Hij de weg der zaligheid zo gemakkelijk gemaakt als het ABC. Er is niets bij dat iemand, wie dan ook, in verlegenheid hoeft te brengen, alleen maar: als iedereen verwacht dat hij erdoor in verwarring raakt, dan staan velen volkomen verbijsterd, wanneer zij bespeuren dat het zo buitengewoon eenvoudig is.
Het komt erop neer dat wij niet geloven dat God meent wat Hij zegt; wij doen alsof het niet waar kan zijn.
Ik heb een een verhaal van een zondagsschoolonderwijzer gehoord die geprobeerd had duidelijk te maken wat geloof was. Toen hij het zijn jongens niet aan het verstand kon bregen, haalde hij zijn horloge te voorschijn en zei: Welaan, ik wil je dit horloge geven. Wil je het hebben? John ging nadenken over wat de bedoeling van de onderwijzer kon zijn en hij pakte de schat niet aan, maar hij gaf ook geen antwoord. De onderwijzer zei tot de jongen naast hem: Henry, hier is het horloge. Wil je het hebben? De jongen antwoordde met zeer gepaste bescheidenheid: Nee, meneer, dank u. De onderwijzer stelde verscheidene van de jongens op de proef met hetzelfde resultaat, totdat tenslotte een jongen, die niet zo wijs en diepdenkend was als de anderen, maar wel geloviger, op de natuurlijkste manier zei: alstublieft meneer en het horloge in zijn zak stak. Toen werden de andere jongens zich van een verrassend feit bewust: hun kameraad had een horloge gekregen, dat zij hadden geweigerd. Een van de jongens vroeg aan de onderwijzer: Mag hij het houden? Natuurlijk, zei de onderwijzer, ik bood het hem aan en hij aanvaardde het. Ik wilde niet iets geven en iets nemen, dat zou erg dwaas zijn. Ik hield jullie het horloge voor en zei dat ik het aan jullie gaf, maar geen van jullie wilde het hebben. Och, zei de jongen, als ik had geweten dat u het meende, dan zou ik het gehad hebben. Natuurlijk zou hij dat. Hij dacht dat het een stukje toneelspel was en niets meer. Al de andere jongens waren verschrikkelijk opgewonden bij de gedachte dat ze zich het horloge hadden laten ontglippen. Iedereen riep: meneer, ik wist niet dat u het meende, ik dacht..... Niemand nam de gift aan, maar iedereen dacht.
Ieder had zijn theorie, uitgezonderd de argeloze jongen die geloofde wat hem werd gezegd en die het horloge kreeg. Nu wou ik wel dat ik altijd zo'n eenvoudig kind kon zijn, zodat ik letterlijk geloof wat de Heere zegt en aanneem wat Hij mij voorhoudt, volkomen tevreden erop vertrouwend, dat Hij niet met mij speelt en dat ik er niet verkeerd aan doe, als ik aanneem wat Hij mij in het Evangelie belooft. Wij zouden gelukkig zijn, als we zouden vertrouwen en geen vragen stellen. Maar helaas, wij gaan nadenken en twijfelen. Wanneer de Heere Zijn dierbare Zoon aan een zondaar aanbiedt, dan moet die zondaar Hem zonder aarzeling aannemen. Als u Hem aanneemt dan bezit u Hem en niemand kan Hem u ontnemen. Strek uw hand uit, o mens en neem Hem terstond aan. Wanneer zoekenden de Bijbel aannemen als letterlijk waar en inzien dat Jezus werkelijk wordt gegeven aan allen die op Hem vertrouwen, dan verdwijnt elke moeilijkheid aangaande het verstaan van de weg der zaligheid als vorst in de morgen bij het opkomen van de zon.
rian2
15-01-2013
/ 13:02
Wat een mooie reactie @vrouw78
Amen, wat een genade!!
Wat heeft Hij een geduld, Hij wil zichzelf zo graag kwijt en wat doen we?
We verwerpen Hem we twijfelen, totdat Hij het anders maakt ( in mijn geval)
Zie op Hem, je ontvangt rust en vrede voor je hart.
Amen, wat een genade!!
Wat heeft Hij een geduld, Hij wil zichzelf zo graag kwijt en wat doen we?
We verwerpen Hem we twijfelen, totdat Hij het anders maakt ( in mijn geval)
Zie op Hem, je ontvangt rust en vrede voor je hart.
rotterdam
15-01-2013
/ 13:47
allerlei bevindelijke gebeurtenissen = de synode van Dordrecht noemt dit in 1618/1619 al een dwaling
Lees ; Dordtse leerregel 5-5a ;
De rechtzinnige leer verklaard zijnde, verwerpt de Synode de dwalingen dergenen:
Die leren: Dat men geen zekerheid van de toekomende volharding in dit leven kan hebben zonder bijzondere openbaring. Want door deze leer wordt de vaste troost der ware gelovigen in dit leven weggenomen, en de twijfeling der pausgezinden in de Kerk weder ingevoerd; terwijl de Heilige Schrift deze zekerheid telkens afleidt, niet uit een bijzondere en buitengewone openbaring, maar uit de eigen merktekenen der kinderen Gods, en uit de zeer standvastige beloften Gods. Inzonderheid de apostel Paulus: Geen schepsel zal ons kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere (Rom. 8:39). En Johannes: Die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft (1 Joh. 3:24).
Lees ; Dordtse leerregel 5-5a ;
De rechtzinnige leer verklaard zijnde, verwerpt de Synode de dwalingen dergenen:
Die leren: Dat men geen zekerheid van de toekomende volharding in dit leven kan hebben zonder bijzondere openbaring. Want door deze leer wordt de vaste troost der ware gelovigen in dit leven weggenomen, en de twijfeling der pausgezinden in de Kerk weder ingevoerd; terwijl de Heilige Schrift deze zekerheid telkens afleidt, niet uit een bijzondere en buitengewone openbaring, maar uit de eigen merktekenen der kinderen Gods, en uit de zeer standvastige beloften Gods. Inzonderheid de apostel Paulus: Geen schepsel zal ons kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere (Rom. 8:39). En Johannes: Die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft (1 Joh. 3:24).
dijna61
15-01-2013
/ 14:34
Ik heb 3 hele duidelijke preken over de uitverkiezing.
Als iemand ze wil hebben? Vraag dan even mijn mailadres!
Als iemand ze wil hebben? Vraag dan even mijn mailadres!
mieptruus
15-01-2013
/ 17:49
Dijna61 Je mag mij ook opzoeken in profielen.: Moi
mama1990
15-01-2013
/ 20:14
dijna61 mag ik je emailadres?
Groeten Lisa
Groeten Lisa
dijna61
15-01-2013
/ 23:09
Ja, voor jullie allebei en wie het nog meer wil: dienico@solcon.nl.
Stuur eventueel even een leesbevestiging mee dan weet je zeker dat ik de mail niet over het hoofd zie.
Stuur eventueel even een leesbevestiging mee dan weet je zeker dat ik de mail niet over het hoofd zie.
kjdh
16-01-2013
/ 08:54
@vrouw78, het voorbeeld wat je aanhaald is van Spurgeon, een heel prachtig voorbeeld.
IceCream
18-01-2013
/ 22:22
Ik hoorde een evangelist een keer het volgende zeggen over de uitverkiezing, waarvan ik (ik zit in de HHK) denk dat het plausibel is.
Verkiezing is bijvoorbeeld al dat je bent geboren in een christelijk gezin, dat je gedoopt bent, dat je in de kerk zit. God heeft jou dáár geplaatst, dat is een verkiezing van God. Dat was Gods keuze. Het is alleen aan ons wat wij met die verkiezing van God doen. We kunnen, ook al zijn we geboren in een christelijk gezin, Hem alsnog verwerpen.
Verkiezing is bijvoorbeeld al dat je bent geboren in een christelijk gezin, dat je gedoopt bent, dat je in de kerk zit. God heeft jou dáár geplaatst, dat is een verkiezing van God. Dat was Gods keuze. Het is alleen aan ons wat wij met die verkiezing van God doen. We kunnen, ook al zijn we geboren in een christelijk gezin, Hem alsnog verwerpen.