Zonde haten maar niet laten
Ds. D.W. Tuinier | 3 reacties | 01-01-2013| 13:41
Vraag
Al een aantal keer ben ik aan het HA geweest. Nu is het zo dat ik de eerste keer veel zegen heb ervaren en vooraf veel bestrijding. Maar het mocht ook bevestigd worden later. Het was goed. Ik zag niemand dan Jezus alleen. De tweede keer was anders dan de eerste keer, ik ervaarde niet sterk de kracht. Het lijkt nu wel of ik zonder God leef. Ik vergeet God dagen zonder getal. Mijn graadmeter is het gebed en het is diep onder nul. Ik weet hoe dit komt, de ongerechtigheden maken scheiding tussen mij en tussen God. Maar ik word er soms moedeloos van. Ik kan het werk van God niet verloochen in mijn leven. Ik weet dat ik uit het duister ben getrokken tot het licht, maar ik leef weer in het donker. Ik weet dat de Heere tot mijn ziel gesproken heeft, ja, dat het woord kracht gedaan heeft. En nu ik dit schrijf, schrijf ik dit met weemoed dat het niet zo meer is. Ik haat de zonde, maar ik laat ze niet... en ik kan niet zeggen dat ze me van harte leed zijn, want vandaag weer... tegen beter weten in. Ik weet het en toch doe ik dat. Ik krijg het er gewoon niet uit. Ik moet er vast harder tegen strijden, maar ik vrees dat ik nog omkom. Mijn vraag is: hoe kom ik weer dichter bij God en verder bij de boze vandaan? En omdat ik zelf zo onzeker ben over mijn geestelijk leven, wil ik anderen niet spreken. Niemand kan je toch helpen? Ik voel alleen maar veroordelende blikken. Is dit herkenbaar? En kan ik er voor zorgen dat ik geen dingen meer doe die ik niet wil?
Antwoord
Vraagsteller/ster,
Als ik je vraag doorlees, spreek je over de goedheid van de Heere, Zijn rijke zegen en gunst tijdens de eerste keer dat je aan het Heilig Avondmaal deelnam. Wie roemt, die roeme in de Heere. Hij bevestigt Zijn werk. Tot Zijn eer. Jij deelt in de vrucht. Dan blijft er verwondering over, toch? Immers, in jou is er niets, dat blijkt wel. Je schrijft er over. Na alles wat de Heere gaf, is er nu weer de strijd, donkerheid en duisternis, vertwijfeling. De tweede keer dat je deelnam, ging er minder kracht van uit. Je geeft aan dat je daar zelf de oorzaak van bent. Ja, dat is waar. Daar heb je gelijk in. Het is bijbels herkenbaar, al praat ik dit nooit goed. De apostel Paulus kent die strijd ook. Lees Rom. 7 vers 14 eens. Daar lees je over Paulus klaagzang als hij op zich zelf ziet. Hij begrijpt jou. Maar daar blijft het niet bij. De apostel wordt ook uitgedreven naar de Heere en Zijn genadetroon. Hij roemt in God. Lees vers 25: Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere. Paulus, jij en ik, wij moeten leren dat in ons niets is maar alles, alles buiten ons ligt, in het werk van de Zaligmaker. Daarom jubelt Paulus later: Christus is alles. Hij, Die ons leven is. En dat leer je in een weg waarin je alles van je zelf kwijtraakt. Je verliest je eigen leven om het in Hem, de Heere Jezus Christus te mogen zoeken en vinden.
Probeer in afhankelijkheid van de Heere je weg te gaan. Wat je precies met veroordelende blikken bedoelt, is mij niet helemaal duidelijk... Trek je er niets van aan. Leef dicht en vanuit Gods Woord. Dat is je enige Bron en Gids op je levensweg. Gebruik biddend en trouw de genademiddelen. Laat God je Leidsman zijn. Smeek om genade, voor elke dag, ook bewarende genade voor de zonden, die je dagelijks aankleven. De bruid in het Hooglied bidt: trek mij, dan zal ik U nalopen (Hooglied 1:4). Sterkte in de strijd. Sterkte in de Heere. Door Zijn genade en kracht is het de goede strijd. Zonder dat is er geen overwinning. Zonder kruis geen kroon. Je strijd is niet tevergeefs. Daarom: die den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen (Jes. 40: 31).
Ds. D. W. Tuinier
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D.W. Tuinier
- Geboortedatum:28-04-1964
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kampen
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Toen ik je vraag las, was het net alsof ik het zelf geschreven had. Je bent niet zo’n uitzondering als je misschien denkt.
Maar weet je, als God je tóen over gezet heeft in het Leven, dan laat Hij je niet eindeloos aanmodderen. Dan zoekt Hij je weer op, net zoals de herder zijn verloren schaap ging zoeken. Het schaap weet zelf niet hoe het terug moet gaan, maar hoe ver het ook gaat en hoe lang het ook ronddwaalt: tóch is daar straks de herder om het schaap weer thuis te brengen.
Je vraagt hoe je kunt zorgen, dat je geen dingen meer doet die je niet wilt. Zonder zonden zul je in dit leven niet worden, dat weet je natuurlijk ook wel. Ik merk zelf wel, dat het strijden tegen de zonde beter gaat als ik dicht bij Jezus leef. Daarvoor is ook een stuk discipline nodig, hoe moeilijk soms ook: ga op vaste momenten bidden en bijbel lezen, ook als je geen zin hebt of als je denkt dat het je toch niets doet. Ook (vooral!) als je je schaamt vanwege je opnieuw begane zonden. God heeft genade voor elke dag.