Ongedoopte heiden
Ds. A.K. Wallet | 21 reacties | 31-12-2012| 13:33
Vraag
Een vraag met het oog op de doop: Waar komt het woord heiden vandaan? Dit vraag ik omdat ik zelf, vanwege redenen van mijn ouders , niet gedoopt ben. Maar zij kerkten toen wel bij een Christelijk Gereformeerde gemeente. Ooit heb ik deze vraag gesteld aan een Ger. Gem.-dominee. Die zei dat ik eigenlijk een heiden ben. In verschillende doop-onderwerpen hier lees ik dat ongedoopte kinderen dus niet bij het verbond behoren. Dat geeft mij het gevoel dat God niet naar deze kinderen wil omzien. Althans zo lees ik dat. Ik vind dit zeer verwarrend. Want ik lees nergens in de Bijbel dat de doop in plaats van de besnijdenis is gekomen. Ik ben niet uit op discussie, maar dit zijn echt vragen in mijn leven.
Antwoord
Beste vrager,
Het woord heidendom was vroeger de aanduiding voor alle godsdiensten buiten het Jodendom en Christendom. In de Bijbel heeft het woord te maken met die mensen die de afgoden dienden. Zo alle volken buiten Israel. Zij werden ook wel aangeduid als onbesnedenen, die dus het teken van het verbond niet hadden. De heidenen is een vertaling van het woord gojim, de volken.
Het Nederlandse woord heiden is afgeleid van heide , schijnt oorspronkelijk betekend te hebben: heidebewoner, bewoner van ongecultiveerde grond, d.w.z. barbaren. Na de verkondiging van het Evangelie dat aanvankelijk beperkt bleef tot de steden, hielden de bewoners van het platte land het langst vast aan de niet-christelijke godsdienst en kreeg heiden de betekenis van afgodendienaar.
Israel had de opdracht om de volken bekend te maken met de God van Israel. De heidenen worden opgeroepen om de God van Israel te loven (Ps. 67).
In het NT zien we deze opdracht nog duidelijker. Jezus Zelf heeft Zijn discipelen bevolen om het Evangelie aan alle volken te verkondigen. Tevens kregen zij de opdracht om het te dopen, als teken dat ook zij bij het verbond van God mogen horen.
Tegenwoordig spreekt men weinig meer van heidenen, maar men spreekt over de niet-christelijke godsdiensten als het gaat over hen die andere godsdiensten belijden. In Nederland kennen we ook moderne heidenen, mensen die vervreemd zijn geworden aan het chr. geloof.
Jij vraagt: is iemand die niet gedoopt is, een heiden, vooral als je ouders wel kerkelijk waren, maar buiten de kerk zijn geraakt. In jouw geval lijkt me het gebruik van het woord heiden minder gepast. Sommige chr. denominaties , zoals de PKN, rekenen zelfs ongedoopte kinderen van gedoopte ouders nog tot het verbond. Wel is het dan zo dat zij niet het teken van het verbond dragen. Andere kerken gaan niet zover om ook geboorteleden te rekenen tot de kerk. Het gebeurt wel dat ouders nalatig zijn geweest om hun kind te laten dopen, dan zijn we alleen maar blij als het kind op latere leeftijd verlangt om gedoopt te worden. Dan heet het geen kinderdoop meer, maar volwassendoop.
Wanneer hoor jij tot het verbond? Als jij in de kerk komt dan kom je onder de beloften van het verbond. Door de prediking, maar ook door het lezen van het Woord van God, is er de uitgestoken hand van God die jou Zijn vriendschap biedt. Hij steekt Zijn hand uit om ook jouw in Zijn verbond te betrekken. Als jij je hand in die van de Heere mag leggen, dan ben je een bondeling. God ziet naar jou om in Zijn Vaderlijke liefde en ontferming. Hij zegt: Wend je naar Mij toe, o alle einden van de aarde en wordt behouden (Jesaja 45:22). Daar hoor jij ook bij. De Heere wil niets liever dan ook aan jou het teken van Zijn verbond geven. Als je dat gelovig mag leren kennen, betekent het dat God je Zijn bruid wil noemen. Zoals een bruid een ring krijgt van de bruidegom, zo is het teken van het verbond eigenlijk ook een ring die de Heere aan jou geeft. En dan zegt Hij: je bent van Mij. Dat is toch heerlijk, vind je niet? Vergeet ondertussen ook niet dat elke gedoopte ook moet leren de Heere de hand te geven. Ook zij moeten bekeerd worden en het verbond leren beleven.
Je hebt nog een vraag of de doop inplaats van de besnijdenis gekomen is? Als je Kolossensen 2:11 en 12 leest zul je zien dat Paulus hier een lijn trekt van de besnijdenis naar de doop. Zij die van oorsprong heidenen waren, waren dus niet besneden. Zij hadden geen verbondsteken dus. Maar, zegt Paulus, eigenlijk zijn jullie wel besneden omdat je nu gedoopt bent. Dat is het nieuwe verbondsteken. Het wijst op het feit dat wij van onze zonden gereinigd moeten worden. De besnijdenis liet zien dat de zonde uitgetrokken moest worden in de mens, want er vloeide bloed bij. Maar nu Christus gekomen is, is dat bloedige teken niet meer nodig, want de doop wijst ons op Jezus Christus, Die Zijn bloed eens en voor altijd gegeven heeft.
De doop is niet zonder meer gelijk aan de besnijdenis, zij is méér. Want werden in het OT alleen de jongetjes besneden, nu in het NT worden ook de meisjes gedoopt.
In de christelijke kerk besnijdt men nu dus niet meer. Voor de christen-joden ligt dat vaak anders. Zij willen ook besneden worden als teken van hun jood-zijn, maar worden ook gedoopt als teken van hun christen-zijn. Ik hoop dat je verwarring is weggenomen en dat je er naar verlangt om gedoopt te worden.
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
- 1
- 2