De weg naar de voet van het kruis
Ds. N.P.J. Kleiberg | Geen reacties | 22-03-2005| 00:00
Vraag
Dominee, ik wil een vraag stellen die ik eigenlijk belangrijk vind voor heel het leven! Hoe is de weg naar de voet van het kruis? Ik wil het zo graag weten, ik verlang er zo naar om een kind van God te zijn, maar ik weet de weg niet! Elke zondag word het van de preekstoel afgeroepen: Laat u met God verzoenen! Maar hoe moet dat? Hoe moet ik dat doen, is het alleen een kwestie van jezelf overgeven aan Christus? Nee, ik denk dat het meer is... Vertel mij alstublieft de weg tot HEM, ik weet dat Hij de zonden der wereld wegneemt maar hoe kom ik er?
Ik heb wel eens een dominee horen zeggen: “Mensen denken altijd dat ze wat aan hun zaligmaking moet doen, maar gemeente weet u wat u moet doen: niks doen... God zal het voor u doen.” In zekere zin begrijp ik wel wat deze dominee bedoelt maar aan de andere kant snap ik hem ook weer niet want we moeten wel wat doen, in zoverre moeten wij wel iets doen want onze zaligheid hang er van af!! Wilt u reageren?
Antwoord
Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het fijn vind dat jij met deze vraag worstelt. Je geeft duidelijk aan, dat je de Heere wilt dienen. Meestal willen we wel naar de hemel toe, maar in dit leven van de wereld genieten. Wat is het fijn als dat anders is in ons leven.
Je stelt wel een heel moeilijke vraag, waarop geen pasklaar antwoord te geven is. Aan de ene kant staat het zo duidelijk "zonder Mij kunt gij niets doen". Dan blijkt het dat de Heere het geloof moet geven en dat we dat van onszelf nooit hebben. Aan de andere kant leert de Heere in Zijn Woord, dat wij geen stokken en blokken zijn, maar dat wij verantwoordelijk zijn. Dan zal het straks klinken: NIET "gij hebt niet gekund", maar "gij hebt niet gewild."
Nu, dat is de spanning waartussen we terecht komen: verkiezing en verantwoordelijkheid. Zonder de Heere niets te kunnen, niet zalig kunnen worden, maar ook "roep Mij aan in de dag der benauwdheid", en "eist van Mij vrijmoedig, omdat de Heere mildelijk geeft en niet verwijt". Moeten we dan niets doen?
Ik zal met een voorbeeld duidelijk maken, dat we wel mogen roepen. Iemand die in het water terecht is gekomen en niet kan zwemmen, probeert zelf het hoofd boven water te halen. En dan moet hij bemerken, dat hij niet kan zwemmen en dat hij gaat verdrinken. Zegt hij dan, ik kan niet zwemmen, nu dan moet ik maar verdrinken? Nee. Wat doet zo iemand, die roept om hulp, opdat een voorbijganger hem zal redden. In die nood kan hij zijn mond niet houden. Hij vraagt zich niet af of die wel of niet gered zal worden, maar hij ziet de dood voor ogen en gaat daarom roepen.
Wel, zo mogen wij de Heere aanroepen. Dat is niet "niets" doen, niet lijdelijk afwachten, maar de Heere zegt het "roep Mij aan..". Leg je nood maar aan de Heere voor, zeg Hem wat je graag wilt. Krijg je dan direct antwoord? O, nee, de Heere kan eerst wel eens heel lang laten roepen, voordat Hij antwoordt. In Mattheüs 15: vs. 21 en volgend, laat de Heere zien, dat Hij wel eens wacht, ja, dat het zelfs kan klinken, dat Hij afwijst. Maar nu kan die vrouw niet meer van de Heere weg en blijft ze maar roepen, en wat zegt de Heere dan: je bent een brutale vrouw, het is niet voor jou, nu moet je eens ophouden? Nee, dan zegt Hij tenslotte "o vrouw, groot is uw geloof."
Je begrijpt nu wel, dat ik je de zaligheid niet kan geven net zo min als die dominee, die je aanhaalde, maar ik zeg je wel (je vroeg naar de weg naar Jezus toe, wel Hij is toch de weg?!) ga maar tot Hem, roep Hem maar aan en verwacht het alleen maar van Hem. Want de Heere zegt het: die tot Hem komen, zal Hij geenszins uitwerpen.
Veenendaal, ds. N. P. J. Kleiberg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N.P.J. Kleiberg
- Geboortedatum:03-05-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Achterberg
- Status:Actief