Kiezen voor het ambt

Ds. P. Molenaar | 1 reactie | 12-12-2012| 14:30

Vraag

Ik ben een geschiedenisstudent die bijna afgestudeerd is. De studie geschiedenis heeft mij veel voldoening gegeven -en doet dat nog steeds!- maar nu het einde van de studie nadert wordt het tijd om na te denken over een definitieve beroepskeuze. En over deze keuze tob ik nog steeds, terwijl ik gehoopt had rond deze tijd het zeker te weten. Ik kan nu drie kanten op: 1. Promoveren. Ik ga dit wel proberen, maar gezien de schaarse promotieplaatsen is dit zeer onwaarschijnlijk en dus moet ik ook naar andere opties kijken (zie 2 en 3) 2. De lerarenopleiding voor docent geschiedenis op een middelbare school volgen 3. Een andere studie volgen. Over dit laatste punt wil ik het hebben. Voordat ik naar de universiteit ging om geschiedenis te studeren, heb ik een tijdje erover nagedacht theologie te gaan doen. Ik heb dat toen niet gedaan, omdat de interesse voor geschiedenis veel groter was. Echter, tijdens mijn studie ben ik meer en meer bezig gegaan met het geloof. Ik geloofde wel -daar niet van- maar ik ben me meer gaan verdiepen: in de Bijbel, in handboeken, liedboeken, de juiste woorden willen en kunnen vinden in het gebed etc. Ik ben intensiever catechese gaan volgen, ging naar kerkelijke jongerenconferenties, luister regelmatig naar allerlei soorten kerkliederen, kocht theologische boeken, ben in de lokale kerkgeschiedenis gedoken, heb belijdeniscatechese gevolgd en afgelopen maand openbare belijdenis van het geloof afgelegd. Allemaal prachtig zou je zeggen? Inderdaad, het voelde prachtig. Ik voelde dat mijn geloofsleven verdiept werd, en -gelukkig- botste ik nergens tegenop. Tegelijkertijd was ik op m'n hoede, want "het voelt wel zo leuk nu, maar hoe straks?" Inmiddels kan ik vertellen dat mijn geloofsleven nu al zo'n 2,5 tot 3 jaar verdiept wordt. Dit lijkt iets structureels te zijn. In de afgelopen 1,5 jaar (sinds zomer 2011 ongeveer) komt het predikantschap meer en meer bij mij in beeld. Op mijn 17e stond ik al een keer alleen in de zaal van mijn kerk bij het Liturgisch Centrum en stelde mij voor hoe het zou zijn om vanaf daar een boodschap aan de gemeente over te brengen. Het voelde als een 'extatische' gewaarwording -om maar even een vakterm te gebruiken- en dat heb ik in de afgelopen 1,5 jaar steeds vaker. Begin dit jaar mocht ik een keer de lezing uit het NT verzorgen. Ik genoot ervan: de stilte, de oprecht aandachtige blikken van de gemeenteleden, het gevoel hebben dat je informatie afgeeft aan het publiek. Ik heb contact gezocht met de decaan van de universiteit en heb allerlei praktische vragen over de studiemogelijkheden gesteld. Ik ben zelfs naar een meeloopdag van de universiteit geweest en dat beviel goed. Ik heb de stellige indruk dat ik wel de capaciteiten in huis heb om theologie te studeren en dat de verwerving van de klassieke talen haalbaar moet zijn. Ook de competenties waarover een predikant dient te beschikken, bezit ik of kan ik mij eigen maken. Hierover maak ik me ook niet druk. Waar ik wel mee zit is de vraag of ik wel of niet voor het predikantschap zou moeten gaan? Is daar niet een roeping voor nodig of zit ik al in een fase van roeping, maar besef ik dit nog niet? Mijn ouders weten dat ik hierover ook nadenk! Ik heb zelfs een paar keer gezegd dat ik later "sowieso predikant wil worden, maar nu nog niet." Nu ik dit zo typ, vind ik dat onzinnig. Want is het niet zo dat als ik 'weet' dat ik later predikant wil worden, ik het niet net zo goed nu kan doen? Mijn ouders hebben altijd gezegd: "Wanneer je verder wilt studeren steunen we je! Behalve wanneer je gaat studeren om het studeren."Toch voelt mijn twijfel over theologie niet als een uitvlucht van de realiteit, maar eerder als een echte drang. Vanuit de gedachte "nu kan ik nog datgene studeren wat ik leuk vind en later met een gezin etc. wordt dat veel moeilijker." Lange tijd heb ik bij hoog en laag gezworen dat ik geen leraar geschiedenis wenste te worden. Eenzelfde gedachte had ik ook toen ik, vóór de studie, dacht aan theologie. Toen (17 jaar oud) zei ik stellig: "Ik wil geen dominee worden." In beide gevallen is die opstelling verdwenen, maar als ik "met een pistool op de borst" zou moeten kiezen voor docentschap of predikantschap, dan neig ik meer naar het predikantschap. Vandaar dat ik de lerarenopleiding niet zo zie zitten (nog afhankelijk van de carriéreperspectieven in het onderwijs). Het is een lang verhaal geworden, wat niet mijn bedoeling was. Dit verhaal zette ik dan ook met een impuls op het internet. In het kort gaat het om het volgende: ik tob al langere tijd over de keuze theologie/predikantschap. Enerzijds zijn dit innerlijke gevoelens. Is er een voldoende aan roeping? Overkomt mij die roeping nu al? Of idealiseer ik alleen maar een baan? Aangezien ik nu al 1,5 jaar hiermee rondloop is dit langer dan toen ik 17 was. Dit lijkt serieus te zijn! Anderzijds spelen er ook meer aardse factoren mee. Als ik kijk naar mijn eigen stadgemeente, dan vraag ik mij af hoeveel predikanten er straks überhaupt nog zijn? Ik ben lid van de PKN en weet nu al dat indien ik dominee zou worden dat graag in de PKN zou willen en dan in de richting van midden-orthodoxie/gereformeerde bond. Ergens in die hoek. Moet ik kiezen voor een PKN dat weg lijkt te zakken in mijn huidige stad? Natuurlijk zijn er ook gebieden waar de PKN prima draait, dat weet ik wel, maar toch beïnvloedt ook die aardse zorg mijn keuze. Of moet ik kiezen voor het ambt? Om dienaar des Woords te zijn en mij niet laten ontmoedigen door allerlei opmerkingen zoals "je verdient veel te weinig", "geestelijk veel te zwaar werk"etc. Hoe kijkt u hier tegenaan en wat zou u mij (22) willen adviseren? Mijn gevoelens heb ik met meerdere mensen gedeeld, maar ik geef naar vreemden meer prijs dan aan vertrouwde mensen. Wellicht omdat ik aan een wildvreemde geen verantwoording hoef af te leggen, terwijl een vertrouwd persoon het moeilijker maakt, omdat een gesprek dan ook dieper gaat. Zodoende heb ik ook met mijn eigen predikant er nog niet over gesproken. Ik heb hem wel eens gezegd dat ik eraan dacht om theologie te gaan doen, maar dat dit (financieel) niet haalbaar was.


Antwoord

Beste vriend,

Inderdaad is dit een heel verhaal, waarin  je duidelijk aangeeft hoe het verloop van je studie en van je leven is en waar je interesses liggen. De rode draad door deze vraag is eigenlijk,  welk plan God met je leven heeft met het oog op de toekomst. Wat wil God van mij? Het is belangrijk je af te vragen, wat de Heere van je wilt in je leven. De talenten van elk mensenkind zijn apart. De Heere gooit nooit de talenten op één hoop, maar Hij wil wel  van die verschillende talenten gebruik maken. Wanneer ik lees van je opleiding, dan heb je wel een mooi vak gekozen. Geschiedenis geeft altijd iets van Gods weg in de wereld, waarin Hij Zijn ongekende gang gaat. Dank God er maar voor dat hij je gaven geeft om geschiedenis te mogen studeren en dat het goed mag gaan in de studie.

Nu is het waar dat elk beroep,  volgens Calvijn,  een goddelijk beroep is, d.w.z. dat de Heere in elk beroep verheerlijkt wil worden. Elk beroep houdt daarom zeker ook een roeping in, een taak die je van Godswege ontvangt. De Heere wil dat we onze talenten besteden tot Gods eer en vervolgens in dienst van de naasten. Elk beroep is belangrijk. Zelfs de putjesschepper heeft een van God gegeven taak. Daarin is voor de Heere geen minder of meer. Wel is het belangrijk dat we daarin de sterke afhankelijkheid van de Heere mogen beleven.

N.a.v. je overwegingen om theologie te gaan studeren, zou ik het volgende willen opmerken: in de eerste plaats is het belangrijk dat je jezelf geroepen voelt tot het ambt van predikant. Het is belangrijk dat je iets begrijpt van wat Paulus zei: "Wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig, want de nood is mij opgelegd om het evangelie te verkondigen" (1 Korinthe 9:15-23). Paulus beschrijft in dat gedeelte dat zelfverloochening nodig is. Dat schrijf ik maar direct, omdat veel mensen theologie studeren uit hobbyisme. Dat is gevaarlijk. Dan krijg je alleen maar tegenvallers en dan weet je ook niet,  in geval van moeilijkheden, waarop je moet terugvallen. Als je roeping,  je drijfveer tot het ambt zuiver ligt, dan heb je ook geestelijke rust in de heilige dienst van God, hoe druk het ook vaak is in de pastorie en hoe moeilijk het soms wel eens kan zijn, bij alles wat er pastoraal kan gebeuren . Het ambt is wel een liefdedienst, die niet verdriet, maar het is nooit liefhebberij. Dat moet je bij jezelf wel duidelijk onderscheiden in een weg van gebed en meditatie voor Gods Aangezicht. Wat wil je namelijk met de studie theologie? Is het je werkelijke te doen om in navolging van Jezus de kudde Gods te bearbeiden? Het ambt is namelijk een zaak van heilige plicht (de nood is mij opgelegd) en ook van liefde: Paulus schrijft namelijk in 1 Timotheüs 3 dat als je begeerte hebt tot het opzieners ambt, dat je dat dan een voortreffelijk ambt begeert. Lees dat stuk een aandachtig door en toets jezelf daaraan. Het gaat in het ambt, wat we zo vaak in onze tijd vergeten om de  persoonlijk ontmoeting met een heilig God, in de voorbereiding  op, en ook in het ambt zelf.

Verder moet je drie dingen bij de voorbereiding op het ambt in de gaten houden: Heb je de Heere echt lief?  Dat was de vraag van Jezus  aan Petrus en dat toegespitst tot drie keer toe ( Johannes 21). De Heere vraagt in het ambt om een hartelijke keuze. Vervolgens, heb je de gemeente lief? Heb je bewogenheid over de mensen die onder het Woord komen, zowel jongeren als ouderen, ook in de gemeente waar je nu leeft?  Ontdek  je een zekere bewogenheid over hen? Je moet niet uitgaan van de kerkelijke organisatie, die van alles organiseert en jaagt achter allerlei dingen aan om de kerk wat op te leuken. Dat is niet de kerk, maar hoogstens een jaagchristendom, dat zichzelf belangrijk vindt. Verder moet je jezelf afvragen,  of je het Woord van God liefhebt, om dat dan  zondag aan zondag  uit te leggen en ook toe te passen voor de gemeente. Dat is een heerlijk werk , maar wel inspannend.  Daarbij is ook duidelijk een bewogenheid over de mensen nodig. Voor mij was bij die liefde in de dienst des Heeren  2 Korinthe 5 de dragende kracht voor het ambt: "De liefde van Christus dringt ons." En ook: "Wij dan wetende de schrik des Heeren,  (daar wij allen toch voor de rechterstoel van Christus geopenbaard  moeten worden; vers 10),  bewegen de mensen  tot het geloof en zijn voor God openbaar geworden." Er ligt namelijk een verbinding tussen het ambt van predikant en het ambt van gemeentelid met de rechterstoel van Christus. We moeten klaar komen met de gemeente en met onszelf. Daarbij is nodig dat we weten van verlies van eigen leven om Jezus' wil. Wie immers zijn leven zal verliezen om Mij , die zal het behouden , maar wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen. Dat is de weg van het Koninkrijk Gods (Mattheüs 16:21-28). Het gaat namelijk in de kerk om eeuwigheidsbeslissingen. Het ambt van  predikant is een gewoon ambt, zoals ieder mens een taak heeft op aarde, maar de dienst van God is van begin tot het einde 'voor Gods aangezicht' en daarom zo verantwoordelijk. Je staat als dienaar tussen God en de gemeente in. Je mag en moet de wezenlijke zaken uit het Woord Gods doorgeven. Je bent je leven lang leerling en altijd dienaar van God. Daarbij ben je naar de gemeente toe en vooral naar God toe verantwoordelijk. Iemand heeft het eens zo gezegd: "aller dienaar, om Christus' wil, maar tegelijk niemands heer en niemands knecht."
 
Ik stel de dingen maar wat strak, omdat we in de kerk moeten oppassen voor hobbyisme, die niet liefde tot God en de gemeente kan inhouden. 

Veel sterkte bij de overdenkingen voor God. Het gebed is daarbij de dragende kracht tot het ambt en in het ambt. Altijd maar leerling en knecht blijven. Ik heb de dingen wat strak gesteld opdat je maar terugvalt op het Woord van God en vooral op Christus, Die je roept en getrouw is en het ook doen zal. Dan kom je niet beschaamd uit. Het is een heerlijke dienst en ook een "liefdedienst die niet verdriet", zo heb ik persoonlijk  ervaren in hoogte en dieptepunten.

Ds. P. Molenaar, Lunteren

Dit artikel is beantwoord door

Ds. P. Molenaar

  • Geboortedatum:
    22-05-1945
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Lunteren
  • Status:
    Actief
107 artikelen
Ds. P. Molenaar

Bijzonderheden:
Emeritus

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
1 reactie
refoweb
12-12-2012 / 14:25
Er zijn de afgelopen weken meerdere vragen binnengekomen over dit onderwerp. Hier nog wat eerdere antwoorden die nuttig kunnen zijn:

http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/18983

http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/16045

http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/17534

http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/777

http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/2588
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Snel naar bed geweest

Sinds een maand heb ik verkering. Hij is van een evangelische/pinkstergemeente, ik ben PKN. We hebben allebei jarenlang geleefd zonder rekening te houden met God of gebod. Ik heb samengewoond, hij hee...
Geen reacties
12-12-2005

Afscheid na samenzijn valt zwaar

Wij zijn een gelukkig stel (18 en 17 jaar) en hebben nu drie maanden verkering. Er is helemaal niets dat ons hindert. We mogen weten dat 'het' niet iets van ons is, maar dat God het zo heeft geleid. W...
Geen reacties
12-12-2005

Geloven met een verlicht verstand

Beste ds. W van Vlastuin. Geloven doe je niet alleen met je verstand, maar ook met je hart. Kun je ook zeggen: zaligmakend geloof, is geloof met een verlicht verstand? Of moet ik dan alsnog “en met je...
Geen reacties
12-12-2016
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering