Tv uit huis en je vrienden gedag
Ds. N.P.J. Kleiberg | Geen reacties | 19-09-2004| 00:00
Vraag
Afgelopen Tweede Pinksterdag ging ik naar de kerk. De dienst werd geleid door een Gekrookte Riet-dominee. Dit zeg ik erbij omdat wat hij zei, ik wel vaker hoor van dominees van het Gekrookte Riet (ik ben zelf geen Gekrookte Riet en ik moet er ook niets van hebben). Tijdens de preek zei de dominee letterlijk het volgende: “Als je bekeerd bent, dan doe je de tv uit huis, en je zegt je vrienden gedag. Ja, je waarschuwt ze nog een keer, maar dan zeg je ze gedag...' Dat van de tv-uit-huis, dat kan ik me van die dominee nog wel voorstellen, maar van dat vrienden-gedag-zeggen, daar kon ik met m'n verstand niet bij. Ik heb de betreffende dominee ook gemaild, het uitgelegd, en wat blijkt: ik heb het niet verkeerd begrepen. Als je bekeerd bent, zeg je je niet-christelijke vrienden gedag. Ik mailde de dominee weer, met de vraag of het niet mijn taak is om mijn niet-christelijke vrienden van God te vertellen. Hierop heb ik geen antwoord gekregen, maar ik bleef er toch over denken. Jezus was toch ook bij hoeren en tollenaren? Zou het dan niet mijn christenplicht zijn om mijn vrienden juist trouw te blijven? Mijn niet-christelijke vrienden vormen bovendien geen belemmering om God volledig te dienen.
Antwoord
om eerlijk te zijn (hoewel ik wel weet wat je er mee bedoelt, maar dan vind ik het wel generaliserend), weet ik niet wat Gekrookte Riet-dominees zijn. Ik ken wel zondaren, die tot gekrookte rietjes gemaakt zijn. In dat opzicht hoop ik dan toch dat je een gekrookt rietje mag worden, waar je er nu niet veel van wil hebben. En als je niets van gekrookte rieters wil hebben, waarom wil je dan wel met zoéén in discussie gaan? Het is toch niet vreemd dat deze dominee, nadat hij je een keer geantwoord heeft, niet meer reageert? Jij schrijft je vrienden niet af, maar een gekrookte rieter, volgens jouw schrijven, wel!!
Om nu recht te doen aan de prediking van die dominee, zou ik de preek moeten horen. Jij citeert een stukje eruit dat jou geraakt heeft. Maar het is wel gezegd binnen het kader van een preek. Dus het antwoord dat ik geef op jouw vraag, maak ik dan maar wat los van die preek.
We komen twee gezegden tegen in de Bijbel die tegenstrijdig schijnen te zijn. Ten eerste zegt Christus: “En Ik zeg ulieden: Maakt uzelven vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon, opdat, wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige tabernakelen.” (Lukas 16:9). De andere spreekt de apostel Johannes van: “Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet” (2 Johannes 1:10). Is dat niet hard? Je haalt de Heere Jezus aan dat Hij met hoeren en tollenaren verkeerde, maar er staan ook plaatsen dat Hij door het midden van zulke zondaren doorging en hen de rug toekeerde en niet meer terug kwam. Christus was met de zondaren bewogen, maar Hij sprak ook van addergebroed; hoe zult gij de toekomende toorn Gods ontvlieden. De Schrift, zo ook Christus, spreekt altijd met twee woorden.
Zijn deze uitspraken met elkaar in strijd? Nee. We leven in het midden van de wereld. We hebben met mensen te maken en we hebben elkaar nodig. Maar als een vriend zo tegen Gods Woord ingaat, dat de Naam van de Heere gelasterd wordt, dat hij telkens vloekt, ook nadat je hem gewaarschuwd hebt, dan is het ogenblik toch gekomen, dat we na een ernstige waarschuwing, het stof van onze schoenen doen en heengaan.
Daarbij begrijp ik de door jou genoemde dominee wel. Als mijn hart vol is van het werk van de Heere, dan wil ik daarvan horen. Dan interesseert me die leuterpraat van een vriend, die daarvan niet weten wil, mij niet zoveel meer. Mijn hart gaat dan uit naar andere dingen.
Tenslotte: je laatste opmerking vind ik vrij hoogmoedig: dat niet-christelijke vrienden geen belemmering vormen. Hoe weet je dat? Ben je zo zeker van je eigen hart? Er staat niet voor niets: die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. Of moet ik er uit opmaken dat de wereld nog wel erg trekt. Dat kan ik begrijpen, want o, dat dwaze hart van me, zoekt niet de dingen die Boven zijn, maar die hier beneden op aarde zijn. En dan zijn zulke vrienden inderdaad geen belemmering, maar dan voel ik me daar thuis. De Heere geve jou en mij, dat we een wandel in de hemel mogen hebben.
Ds. N. P. J. Kleiberg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N.P.J. Kleiberg
- Geboortedatum:03-05-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Achterberg
- Status:Actief