Gemeente zien en aanspreken
Ds. D. Breure | 5 reacties | 17-11-2012| 14:10
Vraag
Vroeger was de Heere God (door de besnijdenis) de God van Israel. Veel Israelieten zijn toch verloren gegaan vanwege hun ongeloof. Kun je nu zeggen dat de Heere onze God is (door de doop, 1 Korinthe 10)? Betekent dat dan dat de Heere dan je God kan zijn (door de doop) terwijl je onbekeerd bent? Hoe moet de dominee een gemeente dan aanspreken? Ik heb wel eens gehoord dat dat moet zoals je (door de doop) behoort te zijn, namelijk als waargelovige. Dat deed de Heere in het oude testament ook. De kerk is toch een vergadering van gelovigen? Maar kan je dan wel onderscheidend preken in de kerk? Een woord voor de ongelovigen en een woord voor de gelovigen? Paulus hield de Korinthiërs als echte gelovigen. Hij sprak ze aan op hun (volwassen doop) geloof, terwijl er in Korinthe toch wel heel veel mis was, maar hij noemt ze geen ongelovigen! Moeten predikanten dat nu ook doen, de mensen aanspreken op wie ze zijn: in Christus geheiligd, door Christus aangenomen, etc. (zie verder wat er in het doopformulier staat). Paulus had volgens mij geen woord voor de ongelovigen, maar alleen voor de gelovigen. Maar waren er in die tijd dan geen ongelovigen in de kerk? Zo ja, waarom sprak hij ze dan zo niet aan? In de tijd van de apostelen kwam je bij de gemeente door volwassendoop (je moest geloven om gedoopt te kunnen worden). Dus was iedereen dan gelovig? En de kinderen dan? Hoorden die toen niet bij de gemeente? Werd daar dan niet tegen gepreekt of ging men er vanuit dat de kinderen, als ze nog niet de volwassen doop hadden ondergaan, ze toch gelovigen waren? Kan je de volwassen doop van vroeger vergelijken met het geloofsbelijdenis doen van nu? Mag je er vanuit gaan dat als iemand geloofsbelijdenis doet, hij een kind van God is en dus aan het Avondmaal hoort te gaan (doet dat tot Mijn gedachtenis)? Ik vind dit erg moeilijk! Zou iemand me hierin wat verder kunnen helpen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Hoe moet je de gemeente zien en aanspreken? Je noemt zelf al een voorbeeld van hoe Paulus dat doet in 1 Korinthe 10. Als je de Bijbel doorgaat dan zie je dat dat nog wel wat verschillen kan per tijd. In de brieven van Paulus lijkt het dat hij allen aanspreekt als gelovigen. Die brieven zijn geschreven kort na het ontstaan van de gemeenten. Dan is de kans op meelopers en schijngelovigen nog kleiner (in een strafkamp in Noord Korea ook bijvoorbeeld). Je ziet in de zeven brieven van Openbaringen 2 en 3, die in tijd later zijn geschreven, een wat andere benadering: dan lijkt het soms alsof er haast geen gelovigen in zijn "er zijn enige weinigen onder u..." (3:4). De profeten in het Oude Testament spreken soms tot het volk als zou er nauwelijks nog een gelovige tussen zitten, of hooguit een rest/overblijfsel. Zij spreken in een situatie dat Gods verbond en gemeente al eeuwen lang er is (net als bij ons). Dan is het gevaar van schijngeloof groter.
De oproep "bekeert u" geldt overigens gelovigen en ongelovigen. Dus als de profeten dat zeggen dan bedoelen ze heel het volk/gemeente, gelovig of ongelovig. En de oordelen worden duidelijk uitgesproken over de ongelovigen door de profeten, dus zij spraken de ongelovigen toch echt wel aan. Zie bijvoorbeeld uit vele te noemen voorbeelden: Maleachi 4:1-2, Jesaja 3:10-11, Jeremia 7 enz. Dus afhankelijk van de situatie zie je dat het omgaan met de gemeente is.
1 Korinthe 10 maakt duidelijk dat Paulus ook in Korinthe rekening houdt met de mogelijkheid dat ze wel gedoopt zijn, maar toch zullen vallen in ongeloof en onder Gods toorn (net als Israel dat uit Egypte was geleid en door de Rode Zee was gegaan).
Wat wel belangrijk is, is dat we het uitgangpunt helder hebben en houden. De gemeente is koren. En er zit kaf tussen. Niet andersom. Als een boer die een vracht van zijn land haalt in oogsttijd in een kar, die zegt dat hij koren van het land haalt, ook al zit er kaf tussen. Hij zegt niet dat hij er kaf vanaf haalt, met koren ertussen. Het koren is het doel en de kern en het wezen van de gemeente. En dat mag de HEERE ook verwachten: na zoveel bemoeienis vanuit Zijn verbond en woorden is het niet meer dan billijk dat er geloof is. Het moet nooit normaal gevonden/verklaard worden dat er ongelovigen in de gemeente zijn. Dat is vreselijk. Hoe bestaat het. Een aanklacht: toch nog onbekeerd??
Andersom is het nooit vanzelfsprekend dat er geloof is. Dat is en blijft een Godswonder. Dat een mens, in zonden ontvangen en geboren, vijand van God en genade, gelóóft: hoe is het mogelijk, wat een wonder! Zelf acht ik dit van ontzettend groot belang voor de prediking en gemeenteleven. Dit bepaalt heel veel en is, middelijkerwijs gesproken, bepalend voor hoe mensen de eeuwigheid tegemoet gaan. De gevaren van, "natuurlijk geloof ik" en van "ik ben nu eenmaal onbekeerd" zijn nog levensgroot aanwezig. Om dat te voorkomen iss een prediking die inzet bij en aanspreekt op wat de HEERE mag verwachten (geloof) én die onderscheidenlijk is, nodig.
Dan over de lijn: geloofsbelijdenis-kind van God-Heilig Avondmaal. Allereerst kunnen wij niet beoordelen of iemand die belijdenis doet echt gelooft en een kind van God is. Als iemand het zelf belijdt en zijn/haar leven er niet echt in tegenspraak mee is, dan nemen we in persoonlijke contacten aan dat dat ook zo is. Ja, dan kunnen en moeten we van daaruit iemand aanspreken op zijn/haar levenswandel: je hebt beleden kind van God te zijn, hoe zie je het dan dat je zus of zo doet? De prediking moet op zijn tijd die vraag wel stellen aan allen: Geldt 1 Korinthe 10 misschien voor u?
Verder is het zo dat het wel voorkomt dat iemand oprecht vlucht tot Christus maar niet durft te zeggen kind van God te zijn. Dat kan ook zijn vanuit opvoeding/achtergrond. Dan zou ik zo iemand wel belijdenis laten doen. Al zegt hij niet van zichzelf: ik ben een kind van God en durft hij niet ten avondmaal. Dus ideaal gezien is geloofbelijdenis doen ook belijden dat je een kind van God bent en ten avondmaal zult gaan na zelfbeproeving (dat laatste altijd erbij). Pastoraal gezien zeg ik steeds: er moet wel verlángen zijn om aan te kunnen gaan. En een worstelen en lezen en voorbereiden.
Naar twee kanten toe moet dus opletten: enerzijds dat je geloofsbelijdenis niet uitholt tot iets wat je ook doen kunt als je niet echt gelooft maar er mee bezig bent, of erger nog: wilt gaan trouwen, stemrecht wilt krijgen enz. Anderzijds dat je geen verplichting eist om te kunnen zeggen dat je een kind van God bent en ten avondmaal zult gaan, zodat je 'zwakken' afschrikt wier hart toch tot Jezus vlucht.
Hopelijk zijn dit wat antwoorden op je vragen. Als er nog meer is, hoor ik het graag!
Ds. D. Breure
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D. Breure
- Geboortedatum:30-08-1962
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Kockengen
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
"Toevallig" hadden mijn vriendin en ik afgelopen week over de kinderdoop en hebben het formulier er nog eens bijgepakt. We kwamen ook terecht bij de dankzegging en dan is het toch niet te begrijpen. Want als we dat lezen zijn alle gedoopten kinderen van Hem, anders zou er toch een afval zijn en dat bestaat niet.
De ouders worden aangesproken met "geliefden in de Heere Jezus Christus", maar dan zeggen ze wij kunnen niet in iemands hart kijken en dat is waar. Maar we mogen de doop niet uit gewoonte of bijgelovigheid gebruiken, maar gebeurd dat eigenlijk toch niet?
Laten we met elkaar terug naar de Bijbel en de God van de Bijbel als basis.....................
Het lijkt me erg goed en zinvol om ons als christelijk NL eens op de visie van de gemeente en Israel te bezinnen. Ik denk dat Calvijn dmv de Heilige Geest velen tot zegen is geweest, maar ook hij was een kind van zijn tijd. Hierbij denk ik aan zijn visie op de vervangings-theologie en doop etc.
Bijbels gemeente-zijn betekent: Door wedergeboorte kind van God worden, als uiterlijk teken de geloofsdoop en vervolgens functioneren als lid van de gemeente (o.a. deelname H.A.).
(en ja... de praktijk kan zo zijn dat een gemeente voor het grootste gedeelte bestaat uit koren en voor een klein gedeelte uit kaf, maar dat is iig. Bijbelser dan nu de lijn (in afgescheiden kerken) vaak is: 80 procent kaf en 20 procent koren.)
"doe dat tot mijn gedachtenis" en het grootse gedeelte van de gemeente weigert deze opdracht!
Dat is onbegrijpelijk, maar aan de andere kant ook wel weer begrijpelijk! Ons systeem geeft daar namelijk aanleiding toe.
En daarom is er dringend een reformatie nodig binnen de refo-kerken. Door de jaren heen is er een systeem ontstaan, een systeem waar het lid zijn van de gemeente zijn, zonder daadwerkelijk te geloven gewoon normaal is geworden, oftewel zelfs de voorkeur heeft, want we hebben de belijdinis vragen er op aangepast. En daar is de prediking inmiddels iik weer op aangepast. De weg tot geloof in Jezus Christus is behoorlijk ingewikkeld gemaakt, geloven als een kind, tja dat is veel te "gemakkelijk". En daarom is het systeem van "wel lid maar ongelovig" in leven geroepen.
God wil dat alle mensen zalig worden, en als de gemeente samenkomt dan gaat de Heere aan het werk. En wil Hij de gehele gemeente zalig maken. De enige manier om daaruit onderuit te komen is zijn zaligmakend werk te verwerpen. Jeruzalem..Jeruzalem hoe menigmaal heb ik U willen bijeenvergaderen....maar gij hebt niet gewild. Ons systeem moet dringend op de kop!