Geloofszekerheid en de doop
Ds. H. Polinder | 2 reacties | 10-11-2012| 12:57
Vraag
Moet je zelf vergeving van zonden hebben ontvangen en dus een levende relatie met Christus hebben, voordat je je kinderen kunt laten dopen? En hoe zit dat met de kinderen die gedoopt zijn? Moet je ze oproepen om als kind van God te leven, of moet je ze oproepen tot bekering?
Antwoord
Laat ik met het laatste gedeelte van de vraag beginnen: onze gedoopte kinderen moeten worden opgewekt en opgeroepen tot geloof en bekering. God heeft hen de vergeving van de zonden door Christus en de Heilige Geest, Die het geloof werkt, toegezegd. (zie zondag 27 HC antw. 74). Volgens ons doopformulier zijn onze kinderen aan de verdoemenis onderworpen en toch in Christus geheiligd. Ze zijn door God apart gezet. Maar daarmee zijn ze nog niet behouden. Ze hebben de wedergeboorte door de Heilige Geest nodig. Maar de Heere belooft van Zijn kant welmenend dat Hij alle heil dat de Heere Jezus verworven heeft, wil schenken. De doop is pleitgrond.
Het dankgebed na de doopbediening heeft al veel vragen opgeroepen. Wordt hier niet eigenlijk gezegd dat de kinderen behouden zijn? Wij moeten goed de taal verstaan. Het gaat hier om de dankzegging dat de Heere de belofte van de vergeving van de zonden en de aanneming tot Zijn kinderen heeft verzegeld en bevestigd. Hier wordt dus gezegd dat in de doop het zegel geschonken is op de beloften van het verbond, terwijl er niet wordt gezegd dat de kinderen nu reeds kinderen van God door wedergeboorte zijn. Ze behoren tot het volk van verbond zoals het volk van Israel volk van God was.
Wat vraagt de Heere nu van ouders die hun kind laten dopen? Zij worden in het doopformulier aangesproken als geliefden in de Heere Christus. Hier komt in beeld dat ouders geloofsbelijdenis moet hebben afgelegd om hun kinderen te laten dopen, want verbond is immers opgericht om de gelovigen en hun kinderen.
Net als bij de geloofsbelijdenis vraagt de Heere naar het hart en ook het amen van onze kant op wat Hij beloofd heeft in Zijn Woord. Dus van harte instemmen, een amen op antwoord 1 van de catechismus is nodig. Nu kan dat persoonlijk een hele strijd en worsteling zijn dat we nog niet zover zijn om te belijden dat we zeker zijn van de vergeving door zonden. Antwoord 1 is het antwoord van de gelovige die met vertrouwen op Gods belofte mag belijden dat Christus Jezus zijn Zaligmaker is. We moeten er ook voor hebben dat het vertrouwen ook klein, zwak of aangevochten kan zijn, waardoor de zekerheid van het geloof nog niet zo sterk.
Wanneer we worstelen met de zekerheid van het geloof, mogen we tot de Heere de toevlucht nemen. We mogen Hem aanspreken op Zijn beloften, die vast en betrouwbaar zijn. Zo wil de Heere ook de zekerheid van het geloof schenken, steeds weer en steeds meer.
Ds. H. Polinder
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Polinder
- Geboortedatum:07-07-1969
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Reageren op een antwoord is mogelijk mits de reactie iets toevoegt en niet in strijd is met het antwoord van de deskundige. Vraagstellers zijn niet gebaat bij tegenstrijdige reacties en bovendien vinden we het ongepast ten opzichte van de deskundige die zijn/haar vrije tijd ter beschikking stelt om onze bezoekers te helpen. Voor discussies is er het forum.
Belijdenis, doop en avondmaal stonden op 1 lijn.
Deze 3 hoorden bij elkaar, als je belijdenis had gedaan werd je aan het avondmaal verwacht, zo niet kon je huisbezoek krijgen, ik geloof zelfs dat Calvijn het censurabel vond.
Als je je kind liet dopen hoor je ook aan het avondmaal, want dan heb je ook belijdenis gedaan.
3 zaken op één lijn, dat was de tijd van de reformatie, dat is nu helaas ver te zoeken in veel kerken...