Niet uitzien naar de wederkomst
Ds. R. W. van Mourik | 1 reactie | 02-11-2012| 10:03
Vraag
Ik mag door genade geloven dat ik een kind van de Heere God ben. Toch is er iets wat mij de laatste tijd bezighoudt, namelijk de wederkomst. Ik heb een 'zware' opvoeding gehad en heb hierin sterk meegekregen dat ik niet zomaar mezelf Gods kind mag noemen. Hiervoor zou ik aan veel eisen en voorwaarden moeten voldoen. Het heeft een lange tijd geduurd voordat ik kon zeggen dat het offer van de Heere Jezus ook voor mij was. Dit kwam o.a. door de angst die ik had dat ik het uit mezelf zou toe-eigenen. Toen ik tot geloof kwam heb ik dit aan mijn ouders verteld, maar helaas geloofden ze dit niet. Dit was erg pijnlijk en het heeft in het verleden bij mij ook voor veel twijfel gezorgd. Ik mag nu al geruime tijd de zekerheid hebben dat ik een kind van God ben. Toch zijn er voor mij vaak nog onzekerheden wat betreft de wederkomst. Als er aan mij gevraagd wordt of ik een kind van de Heere God ben, kan ik hier wel volmondig "ja" op zeggen, maar zodra de vraag gesteld wordt waar ik heen zal gaan als Jezus terugkomt, durf ik vaak niet goed te antwoorden. Dit vind ik zelf heel erg, omdat ik hiermee ook twijfel aan het werk wat de Heere Jezus in mij gedaan heeft. Ik ga hierdoor ook wel eens twijfelen of ik wel echt een kind van de Heere God ben. Hierdoor zijn er ook vaak momenten waarop ik niet naar de wederkomst verlang. Ik ben dan bij mezelf bang dat ik niet met Jezus mee zal mogen gaan naar de hemel als Hij terugkomt. Ik verlang er wel vaak naar om in de hemel te zijn. Dan zal ik eindelijk van deze zondige wereld en van alle zonden die ik zelf ook, doe verlost zijn. Op momenten dat de twijfel mij aanvliegt, denk ik dat dat het werk van de duivel is, die mij aan het twijfelen wil brengen, maar vaak is die gedachte alleen verstandelijk en komt mijn gevoel hier niet in mee. Mijn vraag aan u is eigenlijk: Kan het dat je als kind van de Heere Jezus toch vaak niet uitziet naar de wederkomst en hierover vaak onzekerheid hebt?
Antwoord
Om maar direct met de deur in huis te vallen, natuurlijk bestaat er bij een kind van God nog heel veel onzekerheid wat betreft zijn eigen heil, maar ook wat betreft de toekomst. Dat heeft er alles mee te maken dat een kind van God altijd nog een twee-mens blijft. Hij mag weten van het werk van de Geest in zijn leven, maar het vlees blijft hem ook nog genoeg parten spelen. Er is sprake van de nieuwe mens, maar helaas oefent de oude mens ook nog zijn invloed uit. Er is niet alleen het werk van God in het leven van Gods kinderen, maar ook de macht van de duivel manifesteert zich nog danig. Als er momenten zijn dat je mag weten een kind van God te zijn en ook een verlangen kent om altijd bij de Heere te zijn, is dat werk van God.
Er zijn echter ook genoeg andere momenten waar je weet van het vlees, de oude mens en het werk van de duivel. Het leven van Gods kind kent daarom altijd strijd. Ten diepste is het ook een kenmerk van Gods kinderen om altijd maar te maken te hebben met die, weliswaar goede, strijd van het geloof. Gelukkig mogen we dan ook weten dat het geen voorwaarde hoeft te zijn om allerlei dingen aan te moeten dragen om een kind van God te kunnen zijn. Ik beluister in je levensverhaal dat je daar juist van verlost mag zijn. Voorheen was er altijd de angst of je nu wel echt een kind van God mocht zijn omdat je naar jezelf keek en nog zoveel tekorten zag. Je hebt geleerd om je volledig over te mogen geven aan Christus Die alles volbracht heeft. Dus geen voorwaarden. Nu, dat geldt ook voor het komen in Gods heerlijkheid. Hetzij in de hemel, hetzij op de nieuwe aarde die eenmaal komt. Daar komen geen mensen die eerst moeten aan tonen wel genoeg verlangen te hebben naar deze toekomst, maar mensen die met al hun tekort, met al hun vastzitten aan deze wereld, mogen weten toch eenmaal losgemaakt te worden van alles wat naar beneden trekt en daar te komen waar Christus is. En gelukkig mag je weten van momenten dat daar een sterk verlangen naar mag zijn. Dat is werk van de Heere en Hij maakt dat ook af. Ook al is er dan bij jezelf genoeg onzekerheid, één ding is zeker: God haalt Zijn kinderen thuis! Kinderen van God die zichzelf zo vaak tegenvallen, maar die mogen weten dat God zo meevalt. Hij blijft getrouw en verlaat niet wat Zijn hand begon. Verlaat je met al je onzekerheid in jezelf op deze zekere belofte van God.
Ds. R. W. van Mourik, Elburg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R. W. van Mourik
- Geboortedatum:07-02-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Alblasserdam
- Status:Actief