Bang om te sterven
Ds. N.P.J. Kleiberg | Geen reacties | 24-08-2003| 00:00
Vraag
De laatste tijd denk ik veel na over dat ik ook eenmaal zal sterven en dan? Ik word dan zo bang van binnen dat ik moet huilen en er bijna niet van kan slapen. Bidden of lezen doe ik bijna nooit meer. Ik zit er best wel mee. Ik weet niet meer hoe dit verder moet.
Antwoord
Waarom je huilt als je aan die dingen denkt, weet ik niet. Maar ik krijg het gevoel dat het angst is. Angst voor de dood. Want: wat dan? Maar als ik dan daarna lees, dat je bijna nooit meer leest of bidt dan verbaast mij dat ook niet zo. Want een mens kan over de dood nadenken en, zoals jij, er nog angst voor hebben, maar ook heel onverschillig er onder worden.
Uiteindelijk zal er alleen rust te vinden zijn in God. En dat vind je alleen door Zijn Woord, waaraan Gods Geest Zich wil verbinden. Waarom je niet meer leest en bidt, schrijf je niet. Toch zou ik daar maar eens mee beginnen. Want waar zul je anders kunnen zien, wie jij bent tegenover God, maar de HEERE ook in de Heere Jezus voor jou zal willen zijn. En dit geldt van het gebed niet minder. Als je de Heere niet wilt zeggen, wat je voelt, wie je bent en wat je nodig meent te hebben in je leven, zou je het dan niet begrijpelijk vinden als de Heere zegt: tob maar aan?
In Psalm 32 zegt David (ik zeg het met mijn woorden) toen ik niet meer bad, toen ik zweeg, werd het van binnen donker, onrustig, zag ik het niet meer zitten, wist ik niet meer hoe het verder moest. Maar toen bekende ik aan U oprecht mijn zonden en ik verborg geen kwaad dat in mij werd gevonden. En niet op grond van Davids bidden, maar op grond van Gods barmhartigheid mocht David de HEERE weer gaan kennen, omdat de HEERE naar David wilde omzien. En toen kreeg David weer rust.
Als antwoord op je opmerking: ik weet niet meer hoe het verder moet, zou ik zeggen: doe je Bijbeltje weer eens open en doe als David: belijd je schuld maar, met andere woorden: bid maar.
Dan zegt de Heere Jezus, zoek maar op in je Bijbeltje: Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden. Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven? En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven? Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden! (Mattheüs 7 vs. 9 t/m 11).
Ds. N. P. J. Kleiberg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N.P.J. Kleiberg
- Geboortedatum:03-05-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Achterberg
- Status:Actief