Bijzaken en bijkomstigheden
Ds. N.P.J. Kleiberg | Geen reacties | 24-08-2003| 00:00
Vraag
Ik vind de Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) erg vasthoudend en traditioneel. Zelf ben ik hervormd (ger. bond), maar vind dat regels als hoed op en rok aan bijzaken zijn. De preken gaan meestal over zonden en boetedoening. Er ontbreekt daarin de liefde van Christus, die niet alleen omziet naar gereformeerden of hervormden, maar ook naar alle andere schepselen Gods. Een goed voorbeeld vind ik de moordenaar aan het kruis naast Christus, die ook tot bekering kwam. Het geloof zit niet in een hoed of rok en dat we ons zondags netjes gedragen (n.b. we zijn christenen van zondag tot zondag) maar we moeten het zichtbaar uitdragen aan de mensen. De Ger. Gem. is naar mijn idee een kerk die de goddeloze wereld veroordeelt, maar wij zelf zijn niks beter dan die wereld. In de ogen des Heeren is elke zonde gelijk en weegt dat even zwaar. Wij zijn namelijk ook zondaren.
Mijn vraag is: klopt het dat de genoemde bijzaken en andere bijkomstigheden en niet het geloof in Christus en de liefde tot GOD centraal staat? Ik heb namelijk een vriendin (Ger. Gem.) en met mijn aanstaande schoonouders heb ik nog wel eens discussie over dit soort zaken. Ik vind het moeilijk uit te leggen waarom hervormden bepaalde dingen goed vinden die in de Ger. Gem. worden afgekeurd.
Antwoord
Met de vraag die je stelt, staan jou concreet bepaalde kerken voor ogen. Ik weet niet welke dat zijn. Je noemt in het begin in ieder geval Gereformeerde Gemeente (in Nederland), en verderop Gereformeerde Gemeente. Dat zijn wel twee verschillende kerkverbanden. Daarnaast heb je ook Gereformeerde Gemeente in Nederland binnen verband en buiten verband. Om het nog ingewikkelder te maken is er ook verschil in Hervormd (Ger. Bond). En dan is er binnen al die kerkverbanden nog weer accentverschillen. Daarom wil ik de kerkverbanden buiten beschouwing laten en proberen in het algemeen wat te zeggen over jouw vraag.
A. als je spreekt over zonde en boetedoening en dat er de liefde ontbreekt van Christus, dan kom ik toch met de vraag of er de liefde van Christus wel gekend kan worden buiten de schuld om. Als ik niet weet van mijn ellendestaat, hoe kan ik dan weten wat Christus daartoe gedaan heeft? Dat er soms een eenzijdig accent gelegd wordt op zowel het één als het andere, is niet goed. Als er enkel ellende gepreekt wordt zonder dat daarin een heen wijzen klinkt naar Christus, is niet goed. Als er over de liefde van Christus gepreekt wordt zonder dat onze ellendestaat daarin naar voren gebracht is, is net zo min goed. Je noemt daartoe de moordenaar aan het kruis. Maar juist hij belijdt het, dat hij rechtvaardig het oordeel verdiend heeft en wil dan ook niet meer de rechtvaardig straf ontvluchten (zo het mogelijk was). En daarom vraagt hij aan Christus, of Die hem wil gedenken. En dan vindt dat eeuwig wonder plaats, dat Christus niet alleen in Zijn heerlijkheid aan hem wil denken, maar hem meeneemt die heerlijkheid in. Waar het voor de man niet kon, kreeg hij meer dan hij ooit had kunnen denken. En om dat wonder gaat het, dat het ook voor mij is. Als een goddeloze gerechtvaardigd door Christus.
B. Als we spreken over uiterlijkheden dan ben ik met je eens, dat het daarin niet ligt. Maar toch kunnen we daarom niet zeggen, dat we in alles maar mee kunnen gaan. Als de HEERE tot Israël spreekt, dat zij heilig heeft te zijn, is dat niet gezegd tot een "bekeerd" Israël (want het merendeel is in de woestijn omgekomen), maar wel tot dat volk opdat zij zich zou onderscheiden van de heidenen, van de wereld. Als wij gedoopt zijn, zijn wij ook afgezonderd. En dat mag ook wel gezien worden. Als ik zie hoe sommigen binnen de Hervormde gemeenten gekleed gaan, naar de kerk komen, dan vraag ik me af of je kunt blijven volhouden "het uiterlijk doet er niet toe". Dit wil niet zeggen dat het uiterlijk grond is voor mijn zaligheid. Dan worden we als de Farizeeërs. En als dan deze zaken (ik noem het toch geen bijzaken) de boventoon gaan voeren, dan is het niet goed. Maar als de liefde Gods in Christus in mijn leven geopenbaard is, dan zal ik er ook (uiterlijk) naar leven en wel zeven dagen van de week.
C. Tenslotte zeg je, dat je het moeilijk uit vindt leggen, waarom hervormden bepaalde dingen goed vinden, die de Gereformeerde Gemeente afkeurt. Ik weet dan niet wat je met "bepaalde dingen" bedoelt. Laat ik dit hiervan zeggen. Dat Gereformeerde Gemeente bepaalde dingen afkeurt, wil nog niet zeggen, dat het afkeurenswaardig is. En als Hervormden bepaalde dingen goedkeuren wil dat nog niet zeggen, dat het goed is. Maar in dit alles zal het zijn, wat zegt Gods Woord hierover. En bovenal: heb ik het biddende voor de HEERE neergelegd. En dan is dit alles niet kerkje zus of kerkje zo bepalend, maar het onderwijs dat de HEERE door Zijn Geest mij geeft. En dan blijkt het ook, dat ik over kerkmuren kan heen zien en mij verbonden mag weten met hen die van genade hebben leren leven. Dan vallen namen (kerkmuren) weg en blijft er maar Eén Naam over. En laten we daarover maar spreken. Want als we die Naam niet hebben leren kennen in ons persoonlijk leven, dan maakt het niet uit tot welke kerk ik behoord heb, maar dan zal het tot mij eenmaal gezegd worden: ga weg van Mij, gij werker der ongerechtigheid. En dan helpt het niet of ik zeg: ik was Ger. Gem, of ik was bonder.
Daarom spreek met elkaar maar over die ene Naam, dat ene Nodige, nl. Jezus Christus en Dien gekruisigd. En vraag daar dan maar na, ook bij je aanstaande schoonouders: wat is Christus in uw leven voor u gaan betekenen.
En dan eindig ik met die persoonlijke vraag: mag jij en mag je aanstaande Hem kennen? En kunnen jullie met elkaar daarover spreken?
Ds. N. P. J. Kleiberg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N.P.J. Kleiberg
- Geboortedatum:03-05-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Achterberg
- Status:Actief