3 vragen over evolutie
prof. dr. M.J. Paul | 13 reacties | 15-09-2012| 13:11
Vraag
Ik zou graag drie vragen willen stellen, voor iemand uit mijn naaste omgeving, die zelf bioloog is en dus met evolutie is opgeleid. 1. Hoe kan het dat planten de zondvloed overleefd hebben, gezien het feit dat vele zaden na enkele dagen/weken in het water onbruikbaar zijn? 2. Waarom zijn er veel 'misleidingen' in allerlei dieren, zoals bij voorbeeld de heupbeenderen bij zeezoogdieren (walvissen en dolfijnen) of allerlei rudimentaire organen in mens en dier? 3. Hoe kan het dat vissen de zondvloed overleefd hebben daar het zoutgehalte of moet zijn gestegen, of juist erg zijn gedaald, waardoor er of zoet- of zoutwatervissen in de problemen moeten zijn gekomen en om het dan nog maar niet te hebben over allerlei koralen e.d.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Hoewel ik meer thuis ben in de uitleg van de Bijbeltekst van Genesis 6-9 dan in de biologie, is het wel mogelijk met enige suggesties te komen als reactie op bovenstaande vragen. In boeken, tijdschriften en op internet is veel materiaal te vinden om tot een antwoord te komen. Daarbij moeten we wel bedenken dat de reconstructie van de gebeurtenissen rond de zondvloed altijd het karakter van een hypothese heeft.
1. Planten: wij weten niet hoe zout de zee voor de zondvloed was. Door vulkanische activiteit kunnen mineralen en zouten aan het water toegevoegd zijn. Dat kan door erosie nog versterkt zijn. Veel op het land voorkomende zaden kunnen lange perioden in verschillende zoutconcentraties overleven. Feitelijk kan zout water het kiemproces van sommige soorten vertragen. Andere planten hebben kunnen overleven op drijvende matten vegetatie of op het puimsteen van de vulkanische activiteit. Allerlei planten zijn bovendien in staat om zich vegetatief voort te planten. Ook kunnen zaden in de ark bewaard zijn gebleven. De olijftak in Gen. 8:11 toont dat deze plant zich weer kon ontwikkelen. Zie verder dit document.
2. Heupbeenderen bij walvissen: het blijkt dat de beenderen van mannelijke en vrouwelijke walvissen van elkaar verschillen. Ze zijn niet nutteloos, maar spelen een rol bij de voortplanting. Zie deze link.
Rudimentaire organen bij de mens: hiertoe worden meestal het stuitbeentje en de appendix (blindedarm) gerekend. Inmiddels is echter bekend dat deze organen nuttig zijn voor onze gezondheid. De appendix heeft een functie bij de controle van de bacteriën die de darmen binnenkomen. Het staartbeentje is geen rudimentaire staart en heeft een rol bij de bescherming van de organen, bij de stoelgang en bij het persen tijdens een bevalling. Vergelijk deze link.
3. Vissen: Veel van de huidige zeeorganismen zijn in staat grote veranderingen in zoutgehalte te overleven, in het bijzonder in riviermondingen. Er zijn vissoorten die heen en weer trekken tussen zout en zoet water. Zalm, gestreepte zeebaars en Atlantische steur bijvoorbeeld, schieten kuit in zoet water en worden volwassen in zout water. Palingen planten zich voort in zout water en worden volwassen in zoet water. Er zijn ook aanwijzingen voor een na-zondvloedse 'specialisatie' binnen bepaalde vissoorten. In feite hebben de meeste vissenfamilies die we vandaag kennen, zowel zoet- als zoutwatervarianten. Dit doet vermoeden dat ten tijde van de zondvloed de eigenschap om flinke verschillen in zoutgehalte te doorstaan in de meeste vissen al aanwezig was. Grote publiekelijk toegankelijke aquaria maken gebruik van de mogelijkheden van vissen om zich geleidelijk aan te passen aan een ander zoutgehalte ten opzichte van hun normale leefomgeving. Zo kunnen ze zoet- en zoutwatervissen samen tonen. De mogelijkheid bestaat ook dat zich in sommige delen van de oceaan stabiele zoet- en zoutwaterlagen hebben gevormd en in stand zijn gebleven. Zie verder deze PDF en Christiananswers.net
Wie meer wil weten over deze en soortgelijke vragen, kan terecht op de genoemde websites. In het Nederlands is het volgende goed leesbare boekje beschikbaar: Don Batten e.a., "Hoe bestaat het? 60 vragen over schepping, evolutie en de Bijbel." Uitg. De Banier, 2009. In de hoofdstukken 7 en 14 worden de bovengenoemde zaken besproken.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Op youtube vond ik eens een filmpje van een jeugdvriend van mij, Stef Heerema, waarin hij het ontstaan van enorme zoutkoepels in de oceaan mijns inziens sluitend bewees. Halverwege zijn bespreking zegt hij echter opeens: "volgens mij sta ik hier de zondvloed te bewijzen".
Misschien is dat wel waar. Misschien stond hij daar de zondvloed wel te bewijzen. Ik bekijk de wereld echter vanaf de andere kant. In de bijbel staat dat er een zondvloed geweest is en dus is dat zo. En het zou best eens zo kunnen zijn dat die zoutkoepels ontstaan zijn door de druk van de zondvloed. Maar met die koepels bewijs je niet de zondvloed, de zondvloed verklaart het ontstaan van die koepels.
Zo voeren evolutionisten het bestaan van "zinloze" organen aan als bewijs van het voortkomen van een soort uit een andere soort. Ik bekijk het vanuit bijbelse kant. Aan overeenkomsten herken je de Maker. Het is toch alleen maar logisch dat er in al die schepselen een bepaald verband te ontdekken is? Als God alles gemaakt heeft dan is het toch logisch dat onder elk werkstuk Zijn handtekening staat? Een Rembrand herken je toch als een Rembrand? Gods werk is toch net zo herkenbaar? Het is maar net wat je uitgangspunt is, menselijke bedenksels, of Goddelijke inspiratie. Het lijkt mij dat de Laatste betrouwbaarder is.
Hoe bleven de vleesetende dieren in leven in de ark? Ging Noach vissen vangen voor de zeehonden enz.? Waren de dieren ineens paradijselijk geworden, zodat ze elkaar niet opaten. En de mollen onder de grond, vogels die van insecten moeten leven enz.enz.enz.
Uiteraard is alles mogelijk door een wonder van God. Maar in mijn beperkte blik had God dan beter gelijk maar een veel groter wonder kunnen doen door alle goddelozen in een keer op een andere manier te doden, een zondvloed is wel erg omslachtig.
God wenste het op deze manier te doen.... ik kan er niets tegen inbrengen als het in de bijbel staat..
Die olijftak is een veel groter probleem, want voor zover ik weet groeien olijfbomen zeer langzaam dus een paar maanden na het droogvallen al een vers takje vinden is erg onwaarschijnlijk.
Wat betreft die rudimentaire organen: voor de blinde darm en staartbeentje met een beetje goede wil wel functies te vinden, maar waarom heeft de mens oorspieren?! En die heupbeenderen bij walvissen zijn vreemd, maar het is nog veel vreemder dat die beesten de longen hebben van landdieren...
Het argument dat het hetzelfde is omdat de Maker hetzelfde is, vind ik riskant, omdat je op die manier je God wel heel erg vermenselijkt. Daarbij kun je ontworpen zaken van mensen niet vergelijken met leven, simpelweg omdat die zaken niet leven. Schilderijen van REmbrand planten zich niet voort met overerving van eigenschappen.,..
Wat betreft die vissen en dat zout. Ja, dat sommige vissen dat kunnen betekent niet dat ALLE vissen het kunnen. en dat is inderdaad een probleem. Nou ja, niet voor mij natuurlijk, want ik lees dat hele verhaal als symbolisch en niet al letterlijk historisch. Want je stipt nu een aantal problemen aan, maar er zijn er natuurlijk nog veel, veel (Veel!) meer.... Waarom vormde water voor de zondvloed nog geen regenbogen, om er eens een te noemen.
Goed, dat het verhaal 'niet echt' is, maakt het verhaal nog niet waardeloos. Je moet die waarde er alleen voor jezelf uit zien te halen...
Ik zou de discussie verder ook vermijden - simpelweg omdat je die zult verliezen op serieuze argumenten. Je mag altijd zeggen: ik geloof dit en vertrouw verder op God, maar een ander overtuigen dat je mythe toch echt waar is geweest... ik wens je er succes mee...
Gen 2:5-6.
Ongelovigen zijn niet onder de indruk van: ik geloof.
En een geloof is weer niet te ontkrachten met argumenten. Er moet een wonder gebeuren voordat een ongelovige gelovig wordt, en evenzo is er een figuurlijke aardbeving voor nodig om van een gelovige een ongelovige te maken.
Die wonderen gebeuren, maar meestal niet omdat de ene mens de ander probeert te overtuigen van zijn gelijk. Meestal gaat zoiets geleidelijk, en komt het uit de persoon zelf.
En in dit geval komt het mooi uit, maar er zijn netzogoed voorbeelden te verzinnen waarbij de kunstenaar-vergelijking totaal niet opgaat. Een haai en een dolfijn, bijvoorbeeld... zelfde milieu, zelfde voeding, heel veel hetzelfde en toch totaal verschillende dieren., Misschien de ene van eRembrand en de ander van Van Gogh?