Pastorale zorg nodig

Ds. W. van Weelden | Geen reacties | 09-08-2012| 10:59

Vraag

Ik ken iemand die al geruime tijd thuis zit zonder werk. Hij liet me weten dat zijn kerk het tot nu toe af liet weten. Hij gaf aan behoefte te hebben aan pastorale zorg, maar er is vanuit de kerk nog niemand bij hem langsgekomen en hij schaamt zich om zelf hulp te zoeken bij een ouderling of predikant. Hoe moet ik de opstelling van de kerk in deze situatie zien? Is dit normaal? Zijn hier richtlijnen voor te geven?


Antwoord

Oog hebben voor elkaar is een van de goede zaken die in de gemeente beoefend worden. Iedereen is daarbij ingeschakeld. En niemand heeft verlof om dit terzijde te leggen. Maar naarmate de gemeente groter is en de onderlinge verbanden losser, neemt de mogelijkheid om dit op te merken af. Ik ga er dus vanuit dat de vraagsteller niet in een klein dorpje woont of dat de mens om wie het gaat niet in zo’n kleine gemeenschap thuis is dat het onmogelijk is dat zaken als werkeloosheid onbekend blijven. Juist in de grotere verbanden kan men er aan voorbij gaan omdat men het gewoon niet weet. Wanneer wij iemand alleen ’s zondags vanuit de verte op zijn vertrouwde plaats zien zitten, dan is er weinig of geen kennis van zijn levensgang.

"Hij zit al geruime tijd thuis." Wij hoeven niet in te gaan op de aanslag op het gemoed en de moeiten om een dagelijks ritme vast te houden. Werk structureert het leven. Werkeloos zijn is voor een mens een groot probleem. Nu is de vraag vooraf deze: wil de ander dat dit bekend is? Er ligt een rem. Er is schaamte om zelf hulp te zoeken. Dit is een pastoraal gegeven. Daar mogen wij niet aan voorbij gaan. Hier ligt een deel van de moeilijkheid. Pastoraat heeft altijd te maken met de ruimte die de ander nodig heeft. Nabij zijn betekent niet deze ruimte in beslag nemen. Het dubbele van de schaamte om aan te kloppen en de behoefte aan hulp moet geaccepteerd worden zodat de ander ontdekt wat hij nu eigenlijk wil.

Dit dubbele maakt deze vraag zo lastig. Want er is een dubbel antwoord. Naar de kerk toe wordt er niet over gesproken. Naar een vriend of bekende wel. De behoefte aan hulp laat zich dus niet onderdrukken. De nood wordt onder de aandacht gebracht.

Dit dubbele vertroebelt. Dat is de reden van de vraag. Want we zien hier een beweging, die heel herkenbaar is, maar geen positief resultaat brengt. De beweging van het uit handen geven van het probleem. In plaats van zelf actief te blijven, legt men de verantwoordelijkheid bij anderen neer en men zet zich vervolgens zelf in de wachtstand.

We stuiten hier op een foutief handelen. Wij hebben een probleem. Wij hebben de mogelijkheid om dat bij anderen neer te leggen. Wij bezitten de contacten om ons probleem duidelijk te maken. Er ligt wel de rem van de schaamte, maar die rem is te overwinnen. En als dat niet zo is, dan houdt men het probleem voor zichzelf. Dan heeft de ander er ook niet mee te maken. Want wij ervaren het als grof wanneer iemand naar ons toekomt en tegen ons zegt: jij zit in die situatie. Jij zal dus wel een probleem hebben. Waar bemoeit zo iemand zich mee. Dat maken we toch zelf wel uit of wij problemen hebben.

Dit dubbele vertroebelt. De schaamte zet een rem. Maar de behoefte aan hulp laat zich niet onderdrukken. Die komt aan de oppervlakte. Niet op de koninklijke weg, waarbij de personen zelf worden aangesproken, maar op die andere weg, waar veel ruis en gruis te vinden is. Het komt openbaar via een omweg.

Ik heb een probleem. Ik durf het niet te zeggen. Maar waarom zien zij het niet? Waarom doet die ander niets? Waarom leeft de kerk aan mij voorbij?

Het is zo’n mechanisme dat ook de vraagsteller zelf zich hiervan bedient. Hij hoort de hulpvraag. En in plaats van actie te ondernemen, stelt hij zich de vraag wat voor een kerk dat toch wel is. En wat we van die kerk moeten denken. Ook de vraagsteller legt zijn mogelijkheid tot handelen neer en gaat bij zichzelf te raden wat dit toch te betekenen voor de kerk waartoe de ander behoort.

Waarom niet zelf het advies gegeven om met de kerk in contact te treden? Waarom de ander niet bemoedigt om de schaamte terzijde te leggen en de eerste stap te nemen? Waarom geen krachtig pleidooi om niet af te wachten maar actie te ondernemen? En wanneer het voor de ander onmogelijk is, waarom doet de vraagsteller het dan niet zelf? Is een gesprek of een telefoontje of een mail niet al voldoende om anderen opmerkzaam te maken?

De les die getrokken mag worden is deze: geef je eigen probleem niet uit handen. Wacht niet op initiatief van anderen. Want het is niet ongebruikelijk dat anderen het of niet zien of niet op de juiste waarde schatten. Is dat verwijtbaar? In de kerk zijn vele verbanden, maar er bestaat geen ouderling – opsporing. De diakenen gaan door de gemeente en leggen oor en hart te luisteren. Maar als er niets gehoord wordt, wordt er niets gedaan.

De vraag is niet wat moet ik van die kerk denken. De echte vraag behoort te zijn: wat moet ik doen. En als we daar niet voor weg lopen dan zal meerdere keren blijken dat de kerk betrokken is. Dan leert de HEERE ons goed van Hem te spreken. En dat is veel rijker dan kwaad spreken van anderen. Want er blijft de vraag of de kerk werkelijk niets gedaan heeft. Waar wordt dan op gelet? Wat verwacht men dan? Zijn er geen contacten in het midden van de gemeente. En is dat niet ook zorg. Een praatje over de heg is iets anders dan officieel huisbezoek ontvangen. Maar hoe worden de ontmoetingen gewaardeerd van gemeenteleden met wie men in contact is? Soms hoor je dat alleen de kerkelijke instanties als ijkpunt gelden. Je hoort het wel eens: de ouderling, de dominee is nog niet geweest. En dat terwijl er om zo iemand een groep mensen staan die tot de gemeente behoren en daadwerkelijk betrokken zijn. Schenkt God geen mensen aan elkaar, juist in het midden van de gemeente? En is dat niet juist om de lofzang gaande te houden?

Kortom: het is goed om te helpen waar de nood is. Dit mag geen bron zijn van kwaad spreken. Want in het geloof zijn wij geroepen om goed van de HEERE God te spreken.

Ds. W. van Weelden

Lees meer artikelen over:

werkloosheid
Dit artikel is beantwoord door

Ds. W. van Weelden

  • Geboortedatum:
    13-11-1956
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Oud-Alblas
  • Status:
    Actief
82 artikelen
Ds. W. van Weelden

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Het christendom verschrompelt

Na in de laatste vijf jaar op verschillende plaatsen te hebben gewerkt, moet ik constateren dat ik vrijwel overal de enige christen was. Ook bij mijn nieuwe werkgever waar schijnbaar wel redelijk wat ...
6 reacties
09-08-2021

Gij zult niet doden (...) Is het dan af en toe niet goed om het woord vermoorden te gebruiken (wanneer het dezelfde betekenis heeft), omdat doden niet zo krachtig klinkt?

Gij zult niet doden. Het woord doden komt heel vaak voor in de bijbel. En in de preken wordt het dan vanzelfsprekend ook gebruikt. Maar kun je dit woord doden vertalen met het woord vermoorden? Of is ...
Geen reacties
09-08-2006

John MacArthur

Een vraag voor ds. Vergunst. U heeft enige tijd in de VS mogen dienen. Bent u bekend met John MacArthur? Ik luister graag naar zijn preken omdat daar veel Schriftuitleg in zit. Zijn er punten waar we ...
27 reacties
09-08-2021
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering