Verbond alleen voor de Joden
Ds. A. Jonker | 33 reacties | 18-06-2012| 12:09
Vraag
Aan ds. Jonker. Ik stel deze vraag naar aanleiding van uw antwoord hier op Refoweb d.d. 24-01-04 over het nieuwe verbond dat voor de Joden is. Mijn vraag is: hoe ziet u Gal. 3:7 en vers 26/29, Romeinen 11, Efeze 2:11/22? In Galaten 3:7 schrijft Paulus namelijk aan de heidenen in Galaten dat zij door het geloof kinderen van Abraham zijn. Betekent dit dat wij dus ook in dit verbond delen? Of is dit verbond echt alleen voor de Joden? Bij de kinderdoop wordt in het formulier verwezen naar het verbond met Abraham. Is dit terecht? Gaat het hier om hetzelfde verbond?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Het verbond dat God met Abraham sloot, was een verbond met hem en met zijn nakomelingen. Dit zijn in eerste instantie alleen de Israëlieten/de Joden. Het volk Israël heeft dit verbond van zijn kant verbroken en werd daarom in ballingschap geleid. Het wonder is, dat de Heere belooft dat Hij een nieuwe verbond zal oprichten met met Israël en Juda (Jeremia 31:31-34). De Heere Jezus zegt tegen zijn Joodse discipelen (Matth.26: 27-28): "En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun dien, zeggende: Drinkt allen daaruit; Want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden."
Zoals de dood van de testamentmaker een testament onveranderlijk maakt en het testament moet worden uitgevoerd, zo wordt na de dood van Christus het nieuwe testament of nieuwe verbond uitgevoerd.
Wat zijn de beloften? Die lezen we in Hand. 2: 38: "En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." Vergeving van zonden, op kosten van Jezus Christus Die Zijn bloed vergoten heeft. De Heilige Geest wordt belooft: Hij werkt het geloof in zondaarsharten zodat de gelovige deel krijgt aan de vergeving, het heil, het eeuwige leven in Christus. Aan wie wordt dit beloofd? In eerste instantie alleen aan Joodse mensen die voor Petrus staan op de Pinksterdag. Hand. 2:39: "Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal." Maar wie zijn die mensen die "verre zijn" ? Daarbij kunnen we denken aan de tien Joodse stammen die verstrooid zijn. Maar we mogen en moeten zeker ook denken aan de heidenen die eerst verre waren (Efeze 2: 12,13) maar door het geloof in Christus nabij gekomen zijn. Vanwege het geloof in Zijn bloed mogen heidenen delen in Zijn belofte (Efeze 3:6).
Omdat en in zoverre heidenen in Jezus Christus geloven, mogen zij delen in de beloften van het Nieuwe Verbond. Zij worden in Israël ingelijfd. Zij zijn in geestelijk opzicht kinderen van Abraham en Abraham is de vader van alle gelovigen (zowel Joden als heidenen die in Jezus Christus geloven). Zo mogen gelovigen in Jezus Christus die oorspronkelijk heiden waren, dezelfde geestelijke belofte (niet de belofte van het Land, niet de belofte van een groot volk), ontvangen als Abraham ontvangen had: "Ik ben de HEERE, uw God!" Dit belooft de Heere aan gelovigen en hun kinderen, zoals Hij dat ook beloofde aan de Joodse gelovigen en hun kinderen.
De kern van het Verbond met Abraham ("Ik ben de HEERE Uw God") en God Die vraagt om geloofsgehoorzaamheid, dezelfde als de kern van het Nieuwe Verbond. Terecht wordt in het Doopformulier verwezen naar Genesis 17, maar helaas staat er ten onrechte dat "de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen." Wij hadden immers eerst geen besnijdenis, en de in Jezus gelovende Joden mogen én besnijdenis én doop hebben.
Ds. A. Jonker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Jonker
- Geboortedatum:29-03-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En met alle respect, maar wij (heidenen) worden niet in Israël ingelijfd (dat komt uit de berijming van Ps. 87) maar in de olijfboom (Jezus) zie Rom.11.
Dit betekent nog niet dat de geestelijke zegen (gelovige) via natuurlijke afstamming (kind van gelovige) wordt voortgezet. In die zin is de besnijdenis een ander teken dan de doop.
Alleen tot de Joden wordt (Hand. 2:38) gezegd ... en uw kinderen, dat geldt niet voor 'allen die daar verre zijn ... en hun kinderen.
En de heidenen zijn de takken die van de wilde olijfboom komen. 17 En als nu sommige takken (ongelovige Joden) van de edele olijfboom zijn afgebroken en u, (heidenen) loten van een wilde olijfboom, tussen de overgebleven takken bent geënt en mag delen .... enz.
Klopt ook helemaal met Joh.15:5 Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft ....
Elke gelovige, Jood EN heiden is in Christus.
De gelovige heiden 'hangt' niet aan de Jood om zo op een indirecte manier in Christus te zijn.
Gentiles were cut out/from wild olive tree/Gentiles were grafted in (unnatural status)
Jews were cut out/from domestic olive tree/Jews will be grafted in (natural status)
Ik heb hier thuis vijf commentaren erop nageslagen, allen zien de olijfboom als Israël. Daarnaast zeggen ook de kanttekeningen het.
Neem bijvoorbeeld de slang, meestal wordt de duivel daarmee bedoelt, maar in Joh. 3 bij de koperen slang staat dat beeld in relatie tot Jezus.
Het gaat niet om het beeld, maar om dat wat duidelijk gemaakt moet worden.
Dus kunnen (voor)beelden heel goed wisselen en dat gebeurd in de Bijbel regelmatig. (ik kan er wel een aantal opnoemen) In Jer. en Hos. gaat het over iets heel anders dan in Rom 11.
Dat je er vijf commentaren op hebt nageslagen zegt me niet veel, er zijn er nog veel meer die het anders zien.
En de kanttekeningen slaan de plank ook wel meer mis, vooral wat betreft de vervangingsleer en dat spreekt hier ook een woordje mee.
Ik vind het altijd leerzaam om verschillende visies te lezen, maar m.i. mag geen enkele uitleg ingaan tegen wat er letterlijk staat. En in dit beeld staat duidelijk dat Israël de natuurlijke takken zijn en de heidenen takken van de wilde olijfboom. En takken zijn toch echt iets anders dan een boom. Takken kun je in een boom enten en daar gaat het hier om.
Je kunt op vele plaatsen lezen dat gelovigen in christus zijn o.a. 2 Kor.5:17, en er staat nergens dat ze in Israël zijn ingelijfd. De proselieten is een ander verhaal.
Ik zou er nog een heleboel meer over kunnen zeggen, maar ik denk dat het forum daar een betere plaats voor is. Dus als je verder wilt discussiëren kun je daar beter een topic over openen.
Ik bedoel dat dit het voorbeeld is. Waar het o.a. om gaat is dat de natuurlijke takken (Joden) en de takken van de wilde olijfboom (gelovige heidenen) allebei in Christus zijn (olijfboom).
Wat betekent dit concreet, ze delen dus niet in het verbond, maar wel in de zegeningen: wat is het verschil?
God heeft met Abram een verbond opgericht en beloofd dat Hij hem tot een God zal zijn, hem tot een groot volk zou maken, en dat hij het land Kanaän zou krijgen. Hij belooft met Izak Zijn verbond voort te zetten, uit hem zal uiteindelijk de verlosser geboren worden. Gen.17.
Als teken daarvan heeft God de besnijdenis ingevoerd.
God sloot met Israël een verbond toen Hij via Mozes Zijn wetten bekend maakte, die wetten zijn nooit aan ons heidenen opgelegd, net zo min als de besnijdenis.
Alleen een proseliet hoorde echt bij Israël als hij alle rituelen had ondergaan, dan deelde hij in alle rechten en plichten van Israël.
De zegeningen van het verbond: door het geloof in Jezus worden ook onze zonden vergeven en ontvangen we de Heilige Geest Gal.3: 2 Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof?.... 8 En de Schrift, die voorzag dat God uit het geloof de heidenen zou rechtvaardigen, verkondigde eertijds aan Abraham het Evangelie: In u zullen al de volken gezegend worden. 9 Daarom worden zij die uit het geloof zijn, gezegend samen met de gelovige Abraham.
Wij hoeven dus niet besneden te worden en staan niet onder de wetten van Mozes.
In Hand.15 en 21 staat waar heidenen zich aan hebben te houden, en verder staan we onder de wet van Christus 1 Kor.9:21, Gal.6:2.
De bergrede geeft zo'n beetje weer wat de wet van Christus is, Jakobus noemt het de wet der vrijheid.
Wat bedoel je nu precies eigenlijk met we staan niet meer onder de wetten van Mozes?
Dus ik ben nu zo vrij dat ik mag stelen, moorden, ouders ongehoorzaam zijn, begeren van een andere man of vrouw, me tegoed doen aan varkensvlees en ga zo maar nog een poosje door?
Als ik dan zo vrij ben (als voorbeeld) rij ik toch gewoon door het rode stoplicht en als ik dan aangehouden wordt zeg ik tegen de agent "ik sta niet meer onder de wet hoor" en ik geef gas?!
Doen wat Hij in zijn Woord zegt en dat niet uit een farizeistische houding, maar uit Liefde omdat ik veel van Hem hou en Hij voor mij ALLES heeft over gehad. Ben ik dan volmaakt, nee en daarom vluchten met al je gebreken naar Hem!
Is dat wat er in de bergrede staat die ik aanhaalde???
-"me tegoed doen aan varkensvlees en ga zo maar nog een poosje door?
Wat de ceremoniële wetten betreft Hand.15 en 21.
Het grote verschil met de wet van Mozes is dat die van buitenaf kwam, het was een juk wat niemand kon dragen. Doe dat en gij zult leven Lev.
De wet van Christus heeft de gelovige in het hart, zodat het geen moeten meer is maar willen vanuit de liefde.
Heb.8:10 Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven.
En dat heeft op geen enkele manier betrekking op het behoud.
Mogen we dan alles maar doen .... dat verwijt kreeg Paulus ook al, niets nieuws onder de zon.
En dat kan want Zijn liefde is in het hart uitgestort. Niet in eigen kracht, maar daarvoor heeft Hij Zijn Geest gegeven.
Hand.15: 24 Wij hebben gehoord dat sommigen die bij ons vandaan zijn gekomen, u met woorden in verwarring hebben gebracht en uw zielen hebben verontrust door te zeggen dat u besneden moet worden en de wet moet onderhouden. Wij hadden hun daar geen opdracht toe gegeven..... 28 Want het heeft de Heilige Geest en ons goedgedacht u verder geen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen 29 dat u zich onthoudt van afgodenoffers, van bloed, van het verstikte en van hoererij. Als u zich ver van deze dingen houdt, zult u juist handelen.
Er 'moet' natuurlijk niets, de manier waarop wij onze kerkdiensten inrichten hebben we zelf bedacht. Niet dat daar iets mis mee is, er staan een aantal richtlijnen in de Bijbel maar geen 'regeltjes' hoe een kerkdienst er precies uit 'moet' zien.
Als de wet voorgelezen wordt om de mensen weer onder de wet te plaatsen is het absoluut onbijbels. Lees de Galatenbrief maar eens.
Maar op zich is er natuurlijk niets mis met de wet, die is heilig rechtvaardig en goed.
Ik heb er alleen moeite mee vanwege het sabbat-gebod, want 1. de zondag is helemaal niet in plaats van de sabbat gekomen en 2. juist over de sabbat heeft Jezus ons niets geboden.
Als je dat bedenkt heb je ook geen moeite met de uitspraken van Paulus. Rom.14:5, Gal.4:10, Kol.2:16.
- 1
- 2