Aangekondigde oordelen aan Israël
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 16-05-2012| 08:47
Vraag
Een vraag aan prof. Paul. Ik hoorde pas van iemand die stelde dat de aangekondigde oordelen en waarschuwingen aan het volk Israël (bijvoorbeeld in Jeremia) pas na de voltrekking daarvan zijn opgeschreven en dat die niet werden bekend gemaakt aan het volk Israël op dat moment. Dit lijkt voor mij heel tegenstrijdig. Het is dan kennelijk bedoeld voor de geslachten erna om daar van te leren. Is dit een veel gedeelde mening?
Antwoord
Beste vraagsteller,
De boeken van de profeten bevatten allerlei teksten waarin staat dat zij de boodschap aan het volk bekend moesten maken. In veel gevallen is de boodschap eerst mondeling overgedragen en pas later op schrift gesteld. De profeet Jeremia krijgt na verloop van jaren de opdracht alle eerdere profetieën op te schrijven (Jer. 36:2). Daarbij ontvangt hij hulp van de schrijver Baruch (vers 4). De rol wordt eerst in de tempel voorgelezen en daarna aan de koning. Omdat koning Jojakim de rol verbrandt, komt er later een nieuwe rol met allerlei toevoegingen (vers 32).
Niet altijd is er een mondelinge fase die voorafgaat aan de schriftelijke, want Jeremia schrijft ook brieven aan de ballingen (29:1; 51:60-64). Voor de profeet Jesaja is het heel belangrijk dat de God van Israël in staat is de toekomst te overzien en te voorzeggen, terwijl de afgoden dat niet kunnen (41:21-29; 44:6-8, 24-28). Op grond hiervan is de conclusie dat de opvatting die in de vraag genoemd wordt (de profetie wordt slechts achteraf bekend gemaakt) niet juist is.
Ik weet niet zeker het volgende bedoeld is, maar de vraag doet mij denken aan een opvatting die in wetenschappelijke kring in de 19e eeuw gangbaar was (en nog steeds aanhangers heeft), dat profetie vooraf niet mogelijk is. Uitgaande van een gesloten wereldbeeld ontkenden nogal wat geleerden dat de profeten de toekomst konden voorzeggen, omdat God zo niet tot mensen spreekt (naar hun opvatting). Op grond hiervan werden allerlei passages beschouwd als "terugprojectie". De voorzegging van Kores in Jes. 44:28 kan dan niet vooraf gebeurd zijn, maar moet opgeschreven zijn toen deze koning al regeerde. Het boek Daniël kan geen profetie over de volgende eeuwen bevatten en moet dus geschreven zijn in de tweede eeuw voor Christus, in plaats van in de tijd van de ballingschap. De evangeliën voorzeggen de verwoesting van Jeruzalem en moeten dus na het jaar 70 geschreven zijn. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen.
Een dergelijke houding getuigt van ongeloof in de mogelijkheid dat God aan Zijn dienaren de toekomst bekend maakt. Zoals gezegd ligt daarin juist het unieke van de God van Israël!
Ook in onze tijd zijn er profetieën en beloften die gaan over de toekomende tijd (wereldwijde verkondiging, antichristelijke machten, Israël, wederkomst, enz.). Omdat God de profetieën in het verleden vervuld heeft, kunnen we des te zekerder verwachten dat de overige aankondigingen ook vervuld zullen worden.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: