Teksten uit de oeroude grondtaal
Ds. P. Koeman | 4 reacties | 12-05-2012| 12:58
Vraag
Waarom zijn er weinig preken die de teksten uit de oeroude grondtaal naar voren halen? Het is zo belangrijk de joodse wortels erbij te hebben. Ik heb het idee dat wij nu alleen les krijgen uit de oppervlakkige historie van de Bijbel! Naar mijn idee is het goed om de Thora, de tradities van de joden en de denkwijze van de oude joden naar voren te trekken om een duidelijk beeld van de Bijbel te krijgen! Ik denk dat de Bijbel er dan heel anders uitziet!
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Dank voor uw vraag. Eerlijk gezegd vind ik het lastig om deze vraag te plaatsen, omdat ik uw situatie niet ken. In ieder geval is m.i. elke predikant geroepen om nauwkeurig na te gaan wat er in de grondtekst staat, zowel wat het Oude als Nieuwe Testament betreft. Daarbij is van groot belang de tekst en de context te laten mee spreken.
Wat geopenbaard is door God, gold allereerst Israel en vervolgens de heidenvolken. Het is leerzaam mee te wegen wat er door rabbijnen vroeger en nu gezegd en geschreven is. Dat betekent intussen niet dat hun visie in alle opzichten het (voor)laatste woord is en bepalend is voor de exegese. Alle handreiking dient nauwkeurig overwogen te worden en het principe is en blijft: Schrift met Schrift vergelijken. Mijn ervaring is wel dat het meewegen van de joodse gegevens van belang is in het geheel van verheldering en verkondiging van de teksten. Spannend gegeven is daarbij dat Christus Zelf en de apostelen teruggrijpen op het Oude Testament en de gegevens voluit honoreren, maar die plaatsen in het licht van Zijn komen en werken. Lees b.v. het onderwijs van Jezus op Pasen in de discipelkring en de Paasgetuigenissen van de apostelen in het boek Handelingen en de brieven.
Het lezen en doorgeven van wat de Joden le(e)r(d)en,is niet voldoende om recht te doen aan het geheel van Gods openbaring. Vandaar dat de Heilige Geest noodzakelijk is Die in alle waarheid en tot de volle waarheid leidt. In de verkondiging dient daarom het werk van God in Christus centraal te staan en als normerend te worden aangereikt voor heel het leven van de gemeente en van de gelovigen persoonlijk.
Dat houdt dus beslist niet in, dat "we les krijgen uit de oppervlakkige historie van de Bijbel." Integendeel, Wanneer de volheid van de Schriften aan de orde komt in onderzoek en verkondiging, geeft dit diepte, klank en kleur aan de prediking en wordt Gods gemeente gevoed en gebouwd, verder onderwezen in wat van Godswege gezegd en gedaan is en wordt. Je ontdekt dan des te meer de veelkleurige wijsheid van God die in de Bijbel oplicht. De Bijbel komt er door het inschakelen van Joodse handreiking niet anders uit te zien dan hij is, maar blijkt te meer het getuigenis van God te zijn dat eeuwig zeker is en ons wijsheid leert.
Van de dienaar van het Woord mag verwacht worden, dat hij graaft in de Schriften en blijft studeren, zodat hij nieuwe en oude schatten mag opdelven en doorgeven uit het geheel van de heilsgeschiedenis. Dit komt de opbouw en uitbouw van de gemeente ten goede en bewaart voor oppervlakkigheid, die er helaas al genoeg is.
Ik hoop u op uw vraag handreiking geboden te hebben.
Met hartelijke groet,
Ds. P. Koeman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Koeman
- Geboortedatum:16-04-1941
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Gezien je vraag vermoed ik dat je je begeeft in Christenen voor Israël- en/of F. de Graaff-kringen? Ik vind je vraag enigszins verwarrend, omdat je begint met de vraag naar de "oeroude grondtaal", maar eindigt met een pleidooi om Joodse tradities en denkwijzen in de prediking te verwerken. Aangaande de "oeroude grondtaal", dat zijn het Hebreeuws en het Aramees (alleen gedeeltes Ezra en Daniël). Verwacht je dat een dominee die de grondtalen beheerst beter kan preken dan iemand die dat niet kan? Denk je dat het gebruiken van diverse Hebreeuwse woorden zaken verduidelijkt voor de gemeente van vandaag? Ik denk van niet. Hoewel Christenen die erg betrokken zijn op Israël vaak Hebreeuwse namen en uitdrukkingen gebruiken (Jeshoea haMashiach ipv. Jezus Christus; chokma ipv wijsheid; Moshe ipv Mozes; Ruach haKodesh ipv Heilige Geest; etc) voegt dat in feite niets toe ter verduidelijking. Een voorname reden dat mensen deze uitdrukkingen gebruiken is om andere mensen (die dergelijke Hebreeuwse termen niet kennen) de indruk te geven dat zij geleerd zijn. Hetzelfde geldt voor professoren die in academische verhandelingen ineens allerlei Latijnse uitdrukkingen gebruiken en teksten in het Hebreeuws en Grieks gaan citeren. Prima, maar doe dat dan alleen als het écht iets toevoegt, en niet om te laten zien dat je geleerd bent of om indruk te maken op mensen die dergelijk taalgebruik niet begrijpen. Dat indruk willen maken gebeurt helaas heel vaak, en het lijkt een soort "blinde vlek" te zijn aangaande wat de Bijbel leert over hoogmoed/trots vs. nederigheid en bescheidenheid.
Is beheersing van het Hebreeuws ergens goed voor? Wat mij betreft is het eerder een interesse om de grondtekst te kunnen lezen dan een noodzakelijkheid om werkelijk te kunnen zeggen wat er in de Bijbel staat. In mijn theologie-studie krijgen we grondig onderwijs in zowel Hebreeuws als Grieks als Latijn, en tijdens alle vertaalopdrachten en tekstkritische onderzoek ben ik nog nooit iets significants tegengekomen in de Hebreeuwse tekst, wat niet in nauwkeurige vertalingen naar voren komt (KJV, ESV, NASB, HSV, SV). De vertalingen zijn dermate nauwkeurig dat iedereen die een (Herziene) Statenvertaling/NBG51 of KJV/ESV/NASB (Engelse vertalingen) kan lezen, in principe het Woord van God voor zich heeft. De kracht van Gods Woord ligt niet allereerst in de minieme betekenisnuances die vaak aanleiding vormen voor geschillen die nergens over gaan (Statenvertaling vs. Herziene Statenvertaling, of KJV-only versus andere Engelse vertalingen), maar in de lijn van het verhaal, de gebruikte logica/redenering, genoemde feiten, aankondigingen, etcetera. Gods Woord is van een dergelijk krachtige aard dat zelfs in onnauwkeurige of verdraaide vertalingen nog de belangrijke waardheden van het Christelijke geloof bevatten. Jezus zei dan ook dat de Schriften niet gebroken kunnen worden. Als je als niet-theoloog meer van de Bijbel en het geloof wilt weten, raad ik niet aan om de grondtalen te gaan leren maar om goede Christelijke literatuur te gaan gebruiken. Een inleiding in het Oude Testament, zoals de "Survey of Old Testament Introduction" van Gleason L. Archer (Engels) is bijvoorbeeld veel waardevoller om je kennis en inzicht in de Oud-Testamentische tijd en boodschap van de Bijbel te verbreden als kennis van het Hebreeuws.
Aangaande de tradities en denkwijze van de Joden sluit ik me aan bij het antwoord van dominee Koeman: "Het is leerzaam mee te wegen wat er door rabbijnen vroeger en nu gezegd en geschreven is. Dat betekent intussen niet dat hun visie in alle opzichten het (voor)laatste woord is en bepalend is voor de exegese." We moeten wel bedenken dat wat door de Rabbijnen geschreven is níet het Woord van God is, voor het grootste gedeelte zichzelf tegenspreekt, en soms zelfs Godslasterlijk is. Als je meer wilt weten, google dan maar eens op "Jesus Talmud" en gruwel. De Joodse tradities en denkwijzen zijn voor het grootste gedeelte vreemd aan de Bijbel; Paulus schreef aan Titus niet voor niets om op te passen voor "Joodse verzinsels en geboden van mensen die zich van de waarheid afkeren" (Titus 1:14). Ondertussen is het juist wel belangrijk om de Joodse achtergronden van het Oude Testament te verstaan. Voorbeeld: we hebben een tijd geleden Pasen gevierd, en het is bijvoorbeeld heel interessant om het Joodse Pascha ernaast te leggen:
In Exodus 12 wordt het Pascha ingesteld: Op de 10e dag van de eerste maand (Nisan) moest ieder gezin voor zich een lam afzonderen en dat in bewaring houden tot de 14e dag. Het lam moet zonder enig gebrek zijn. Op de 14e Nisan moet men het lam slachten "tussen de twee avonden". Daarna moet het feest van de Ongezuurde Broden worden gevierd, van de avond van de 14e Nisan tot de avond van de 21e Nisan. Op de eerste en zevende dag van dit feest moet er een heilige samenkomst plaatsvinden, en op die dagen mag niemand werken. Op de tweede dag van het feest van de Ongezuurde Broden moet men de eerste schoof van de oogst voor de priester brengen (Leviticus 23), een "beweegoffer", of ook wel de "eerstelingen". Dat is de 16e Nisan.
Vervulling in de lijdensweek van Christus: op maandag de 10e Nisan is de intocht in Jeruzalem, waarbij Jezus als hét Lam zonder smet (zondeloos) gepresenteerd wordt in de tempel. Op vrijdag de 14e Nisan wordt Jezus 's morgens berecht (de Farizeeën komen voor Pilatus, maar gaan het gerechtsgebouw niet in, omdat ze het Pascha nog moeten vieren en niet ontheiligd willen worden, zie Joh. 18:28), en 's middags gekruisigd. Van het 6e tot het 9e uur is er duisternis, en op het 9e uur geeft Jezus de geest (Luk. 23:44-46). De periode van het 9e tot het 11e uur is het tijdsbestek waarin de Joden hun paaslammen moesten slachten; op het 9e uur geeft Jezus als hét Lam de geest; gekruisigd op Golgotha. De dag erop, zaterdag de 15e Nisan, is zowel een sabbat als de eerste dag van het feest van de Ongezuurde Broden, vandaar de opmerking "de dag van die sabbat was een grote dag" (Joh. 19:31). De dag ná de Sabbat, de 16e Nisan, vindt de opstanding plaats; Jezus is als vervulling van Leviticus 23:11 de eersteling van degenen die ontslapen zijn (1 Kor. 15:20). Dit is heel beknopt om te laten zien hoe belangrijk het is om de Joodse achtergrond van het Oude Testament te kennen. Daarvoor hebben we geen Talmud, Misna, of Tosefta nodig, maar slechts een goede kennis van het Oude Testament. Ik geef je meteen gelijk als je stelt dat we te weinig van dergelijke kennis en informatie in de prediking terugvinden, maar ik wil wel waarschuwen tegen het proberen te vinden van "diepere betekenissen", de "betekenis achter de standaard-interpretatie", gegoochel met getalswaarden van Hebreeuwse letters (gematria, zie Kaballa) en andere "esoterische" kennis, waar ds. F. de Graaff een handje van had.
De Bijbel gaat er echt niet anders uitzien. Zowel Joden als christenen doen aan exegese, bestuderen de context, cultuur ,antropologie , de grondtaal etc. Dat doen dominees ook. Genoeg dominees die ook Joodse commentaren op het OT lezen. Die zijn ook erg nuttig. Ik beveel je net als SDG aan om inleidingen/commentaren te lezen op de Bijbel. Hoewel ik wel moet zeggen dat er inderdaad gemeenten zijn waarin de prediking soms heel slecht is. Ik ben vaak in andere kerken geweest en sommige preken waren echt dramatisch. Misschien is het eens goed om het aan je dominee voor te leggen?
@SDG, door de beheersing van je talen ga je inderdaad niet per definitie beter preken, maar het kan je wel helpen de tekst beter te verstaan, maar dat weet je zelf ook. Het gaat dan inderdaad niet zozeer om voorbeelden als messias, maar bepaalde werkwoorden die vaker voorkomen in een bepaald hoofdstuk en waarmee een schrijver bijvoorbeeld nadruk wil geven. Genoeg zinnen zijn er te noemen waarin de auteur van de Bijbel iets literairs poneert met verschillende woorden terwijl dat niet tot uiting komt in de vertaling, gewoonweg omdat het onmogelijk goed te vertalen is. Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat de vertalingen niet goed zijn.
Ik deel de visie van je vertalingen enigszins. Tekstkritisch zijn er soms wel interessante varianten, zowel in het OT als in het NT, hoewel het NT wel interessanter is. Op gebied van het OT zou ik per definitie de vertalingen gebruiken die je hier neerzet, maar het NT ligt wat problematischer, omdat HSV, SV etc. zich baseren op de T.R. en niet op NA 27. Maar er zijn inderdaad geen varianten die het christelijk geloof in de kern aantasten. Jezus blijft de gekruisigde Christus die is opgestaan.
Ik ben het met je laatste zin volledig eens. We moeten ons houden bij de tekst. Getallen spelen een rol wanneer de Schrift daar zelf aanleiding toegeeft. Anders neigt het al gauw tot inlegkunde.
De verhalen in de Bijbel zijn vanuit en tegen de achtergrond van een bepaalde cultuur geschreven.
De Bijbel is daar dus ook niet los van te zien en te lezen.
Het is belangrijk om te weten wat de achtergrond is.
Als voorbeeld het volgende gedeelte uit een ingezonden stuk ooit in de Leeuwarder Courant.
"Geen overspel.
Geestelijke leider A. uit B. die met overspel zich verschuilt achter koning David heeft het mooi mis, want volgens oude joodse bronnen en wetten was David een indirecte moordenaar maar pleegde hij geen overspel.
Het huwelijk van Uria was evenals het huwelijk van nadere mannen die 3000 jaar geleden op veldtocht moesten ontbonden om practische redenen bij sneuvelen en vermissing. Het woord overspel en overspelig staat wel 21 keer in de Bijbel maar niet in 2 Samuël 11 en 12. En in zijn boepsalm 51 bekent David bloedschuld maar geen overspel. Dat hebben christenen er van omdat zij onbekend zijn met de oude joddse bronnen,leef- en leerregels.
Wat zou het goed zijn als als predikanten van de vrome rabbijnen wilden leren en de Raad van Kerken zich eens sappel maakte over de ontjoodsing van de schriften."
De fout van David was dat hij Uria vooraan in het leger liet zetten, zodat die zou sneuvelen. Als Uria terug was gekomen had hij Bethesda weer tot zijn vrouw moeten nemen maar Davis wilde haar voor zich houden.