Ds. van Voorden over de doop
Ds. R. W. van Mourik | 43 reacties | 07-05-2012| 16:19
Vraag
"Toch mogen (volgens ds. Van Voorden) ouders en leerkrachten nooit tot de gedoopten zeggen: God wil je Vader zijn." De predikant noemt dit een dwaling. Het verbond der genade is volgens hem een eeuwig verbond en de beloften zijn ja en amen voor de uitverkorenen. Ten onrechte wordt hiervan een "verbond der aanbieding" gemaakt, aldus ds. Van Voorden. "De beloften moeten voorgesteld worden, maar pleiten op de belofte is een geloofswerk en kan alleen door gelovigen worden gedaan." Wat moet ik hier nu weer mee? Dit brengt me zo in verwarring. Ik weet dat in sommige kerken niet gezongen wordt "Jezus houdt van alle kinderen", maar dat dat daar gezongen moet worden "Jezus houdt van al Zijn kinderen." Ik werd daar, toen ik dat hoorde, al zo verdrietig van. Jezus houdt van iedereen! Dat wil niet zeggen dat Hij geen verdriet heeft als iemand Hem niet wil volgen. Maar Hij wil toch wel je Vader zijn? Deze dominee zegt nu dat er niet gezegd mag worden dat God je vader wil zijn. En ik dacht toch echt dat God van iedereen houdt en dat Hij onze vader wil zijn. Ik word hier wel eens zo in en in verdrietig van. Al die kerkverbanden, iedereen die het dan weer anders ziet. En dan denk ik dat ik het begrijp en dan komt die twijfel weer. Soms denk ik wel eens: ik ga gewoon niets meer lezen, dan kan ik ook niet meer verward worden. Dan doe ik het met de kennis die ik nu heb. Maar dat is ten diepste niet wat ik wil. Ik wil juist meer en meer weten. Graag zou ik een antwoord willen van ds. Van Mourik.
Antwoord
Mijn eerste primaire reactie zou zijn, en het wordt ook al aangegeven door de vragensteller zelf, laat je niet in de war brengen door wat zomaar als verslag van een lezing in de krant staat. De krant is de Bijbel niet! Aan de andere kant kan het wel heel veel verwarring geven. Dat blijkt maar weer!
Nu moet ik wel eerlijk zijn dat ik de integrale lezing van ds. Van Voorden niet ken, zodat ik ook niet weet in welk verband bepaalde uitspraken zijn gedaan. Het is altijd gevaarlijk om op een verslag in de krant af te gaan. Maar goed, de opmerkingen die in de krant weergegeven worden geven wel te denken. Hoe zit dat nu met dat Vaderschap van God? Is God nu wel je Vader of niet? Mag je Hem als zodanig aanroepen of moet je eerst weten een kind van God te zijn? Zijn de beloften, die in Christus ja en amen zijn, alleen maar voor de uitverkorenen? Kortom, het zijn de bekende vragen die vaak rondom het spreken over het Verbond aan de orde komen.
Wat mij altijd opvalt is dat er een bepaalde reactie-redenering ontstaat. Men is aan beide kanten bang voor een bepaald soort automatisme wat gevaarlijk kan zijn. Ik denk dat ds. Van Voorden bang is voor een bepaald soort verbondsautomatisme waar al te gemakkelijk gezegd wordt dat we op grond van onze doop kunnen zeggen kind van God de Vader te zijn, zonder dat daar sprake is van een bevindelijke kennis van God. Zonder het toepassende werk van de Heilige Geest. Men vreest dat heel veel kerkmensen met een ingebeelde hemel verloren gaan. Daarom betrekt men uiterst zorgzaam de wacht bij dit voor hen heilloze verbondsautomatisme.
Helaas vervalt men daardoor in een ander automatisme. Heel rechtlijnig zegt men dat de beloften van het verbond alleen voor de uitverkorenen zijn. Dat is gewoon vanzelfsprekend. Ja, dan kun je niet zomaar zeggen dat God je Vader wil zijn. Hij is dat automatisch niet en je moet maar veel bidden of Hij dat nog voor je wil worden. Bang dus voor een verbondsautomatisme, maar men vervalt in een ander automatisme. De andere kant is ook waar. Daar is men bang voor het verkiezingsautomatisme. D.w.z. als je niet weet dat je uitverkoren bent, mag je niet zomaar de beloften je toe-eigenen.
Als reactie daarop benadrukt men juist de algemene uitspraak uit de Bijbel dat God heel de wereld liefheeft en een Vader wil zijn voor iedereen. God heeft toch al Zijn schepselen lief! Ook daar kan men in een gevaarlijk automatisme vallen. Het wordt als een stand van zaken naar voren gebracht dat God een Vader is van iedereen. Een soort algemene verzoening. De oproep van geloof en bekering wordt dan vaak gemist. Een ander gevaarlijk automatisme. Aan welke kant van de dijk je ook naar beneden glijdt, het is allebei gevaarlijk.
Naar mijn gevoel staat het verstaan van de doop (en daarmee het verstaan van het Verbond) altijd in een gezonde spanning. Alle automatisme moet daar geweerd worden. Ja, naar twee kanten. Naar het oppervlakkige verbondsautomatisme, maar ook naar het verstikkende verkiezingsautomatisme. In het klassieke doopformulier staat er een zin die trefzeker weergeeft waar het in de doop om gaat. Als er gesproken wordt over de Heilige Geest, in Wiens Naam elke kind op het erf van het verbond -in welk kerkverband dan ook- gedoopt is, staat er dat de Heilige Geest in ons leven wil toe-eigenen dat wat we in Christus hebben. In Hem mogen we weten dat God onze Vader wil zijn! Helemaal en welgemeend. Het is echter het werk van de Geest om ons in verwondering te doen belijden dat God nu ook mijn Vader wil zijn. Niet vanzelfsprekend en automatisch, maar wel uit genade en vanwege het werk van Zijn Zoon. Zoals die verloren zoon in de gelijkenis aan de ene kant zich onwaardig voelde om een kind van de Vader te zijn, maar het wel was en als zodanig ook werd aangesproken.
Dat is leven uit doop. Daar is alle automatisme weg. Zowel om automatisch geen kind van de Vader te zijn, als ook om het automatisch wel te zijn. Dat is de gezonde spanning van het geloof. Tot dat geloof worden we in de Schrift opgeroepen. Het geloof in God de Vader Die in Christus door de kracht van de Heilige Geest onze allergenadigste Vader wil zijn. Dan blijft er alleen verwondering en aanbidding over. Dan beginnen we met de aanbieding van het heil in Christus en eindigen we in de lofzang op Gods eeuwig verkiezend welbehagen. Wij hebben deze Vader lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Hij Die in Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Vader wil zijn. Niet verdiend, maar toch geschonken.
Hier past geen engte, maar ruimte. Geen dogmatisch insnoering, maar verkondigende uitstalling van Gods Vaderlijke goedheid in Christus. Laat daar maar uitgeleefd mogen worden. In weerwil van alles wat zoal naar voren kan worden gebracht. Dichtbij de Bron leven. Het klare Woord van God. Het Woord wat vol staat met beloften die met de lege hand van het geloof ontvangen mogen worden. Niets uit ons, maar alles uit Hem.
Ds. R. W.van Mourik, Elburg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R. W. van Mourik
- Geboortedatum:07-02-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Alblasserdam
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De uitverkiezing is voor mij juist tot grote troost!Maar het is voor mij tevens iets waar ik van afblijf, want voor mij is dat een verborgen iets.
Ik snap jou gevoeligheid wel. Zelf ben ik niet 'bekogeld' met al dat soort uitspraken. Wat dat betreft ben ik opgegroeid in een heel fijne ger.gem. Die ligging en leer is zo totaal verschillend. Dat blijkt maar weer. Maar Sena, jij bent waardevol, ik ben waardevol, en laten we alsjeblieft elkaar tot een hand en een voet zijn...
Zelf ben ik bekogeld, nadat ik door God levend gemaakt ben, door mensen die mij VERPLICHT hebben om me opnieuw te laten dopen. Ze hebben zelfs letterlijk tegen mij gezegd dat ik zondig ben omdat ik als kind gedoopt ben. Dat was voor mij heel pijnlijk en moeilijk want ik ervoer juist dat ik door jong belijdenis te doen, antwoord heb gegeven op Gods beloften. En dan krijg je dat naar je hoofd toe. Zo kan het dus ook helaas...
Maar gelukkig ben ik daar een eind los van.
Gelukkig is voor mij de uitverkiezing ook een troost geworden.
Ik heb ook veel reacties van jou gelezen en verwijzingen van preken van ds. Vreugdenhil. Ja, het is heerlijk om naar zulke preken te luisteren, maar realiseer jij wel dat er ook een andere stroming in de Ger.gem. is, die qua prediking hetzelfde is als de leer vd GGiN? Weet jij dat de prediking vanuit de uitverkiezing verwoestend is? Dat velen, ja zeer velen daardoor zich niets durven toe te eigenen? Onderschat dit niet! Hierdoor wordt de Geest uitgeblust, zeer droevig.
Een uitspraak als: "Het verbond der genade is een eeuwig verbond en de beloften zijn ja en amen voor de uitverkorenen" kom je nergens in de Bijbel tegen.
2 Kor.1:20 Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem (Jezus) ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons.
Het gaat er helemaal niet over om een dominee of kerkelijke richting aan te vallen.
Nog afgezien van het feit dat Gods woorden verdraait worden vraag ik me af of men echt niet beseft in wat voor doodsangst en duisternis mensen terecht kunnen komen door een dergelijke leer. Verder kan ds.v.Voorden net zo goed als wij hier reageren als hij dat wil.
"Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen."
2 bijbelse beloften.
Remonstrants? kan zijn, maar als je voor Zijn rechterstoel staat wat zeg je dan liever?
U heeft het me nooit geschonken, of: ik heb me overgegeven aan U, mijn schuld beleden, en uw zoen-offer aangenomen, dat uw genade mij genoeg ware..
verder heel erg eens met een poster de zegt dat de dordtse leregels ook maar een feilbaar mens' zijn opvatting waren.
terug naar de Bijbel dus.
Natuurlijk mag je het hier "bespreken" (het is helemaal geen roddelen!!) ds van Voorden sprak in het openbaar. Bovendien: het gaat niet over ds van Voorden maar over wat hij zegt. Helaas niet Bijbels dus.
Ds. Van Voorden gaat echter nog een stapje verder. Volgens hem is er geen welmenend aanbod van genade, aangezien de beloften alleen gelden voor de uitverkorenen. Pleiten op de belofte kan alleen door een ware gelovige worden gedaan. En daarmee loop je muurvast in een wiskundige redenering, die ook nog eens gebaseerd is op een verkeerde dogmatische vooronderstelling: je moet eerst uitverkoren zijn. En kom daar maar eens achter. Een mens kan zich immers zomaar bedriegen voor de eeuwigheid. Arglistig is ons hart...
Kortom, deze leer is geestdodend. En daarom maken veel kerkmensen zich maar vast klaar voor de hel, omdat ze niet uitverkoren (zeggen te) zijn. Letterlijk citaat van een predikant uit de Ger. Gem.
@Evertje Mooi voorbeeld!
Ik beweer ook niet dat je wereldvreemd ben, maar het zal echt wel per streek verschillen. Ik woon nl. in de Betuwe en ken de gemeente van ds. van Voorden van dichtbij. Gelukkig gaat God ook daar door met Zijn werk, en is Hij niet afhankelijk van ons mensen. Maar ik spreek en hoor ook van jonggelovigen die als het avondmaal is liever in hun bank blijven zitten dan de kerkenraad op de stoep. Daar is zo'n ontzettende angst voor, zou de Heere daar niet verdrietig om zijn? Wat zou de Naam van de Heere geprezen moeten worden, dat er nog (jonge) mensen tot geloof zijn gekomen! Denk je niet dat zo de Geest bedroefd wordt?
Nogmaals, ik ben ervan overtuigd dat je er pas weet van heb als je er middenin zit! En ik weet van dichtbij hoe vele mensen wachten tot God iets doet. Dat is echt waar, ze beschouwen het als een lot uit de loterij.
Dan lijkt me de vele reacties hierop niet vreemd. Ik ken een man die naar de ds. toe is geweest, en wat hij toen te horen heeft gekregen.
Laten we allemaal ervoor bidden, bidden of de Heere het werk van de satan wilt afbreken!
Ja, ik begrijp je punt helemaal en ik snap je gedachtegang ook. Je analyse van hoe ds. Van Voorden te ver gaat, deel ik ook helemaal. Zelf zit ik overigens in de Ger. Gem.
Maar om nog even op je punt terug te komen: ik denk dat we niet alleen moeten zeggen dat God Zijn beloften in Christus vervuld, maar dat we ook moeten zeggen dat God Zijn beloften in Christus aan ons doet. Uit jouw reactie maak ik een klein beetje op dat God Zijn beloften aan ons doet, helemaal los van Christus, omdat het doen van die beloften niet van ons gaan naar Christus afhangt. Ik denk dat we daar voorzichtig mee moeten zijn en goed naar de Bijbel moeten luisteren.
Volgens mij is de Bijbel duidelijk en zegt de Bijbel dat God Zijn beloften zowel aan ons doet in Christus als in ons vervult in Christus. Anders zou je kunnen zeggen dat Gods beloften, die oprecht aan iedereen gedaan zijn, in het leven van sommigen niet vervuld worden en dan zou God niet getrouw zijn, of de zaligheid zou toch van ons afhangen.
Als we zeggen dat God zowel Zijn beloften doet in Christus als Zijn beloften vervult in Christus en als we vervolgens zeggen dat die Christus zonder onderscheid welmenend aan alle mensen wordt aangeboden, dan is er voor iedereen toegang tot Christus, toegang tot de beloften en toegang tot de vervulling van de beloften. Alleen het geloof, als gave van God, lijft in Christus in. God is gewillig dat te doen als we Hem daarom smeken. Dan doet God het, omdat Hij dat beloofd heeft in psalm 81:12, berijmd. Niet om dat gebed van ons, maar op dat gebed. En dat laatste valt niet te begrijpen, maar het is waar, omdat het Woord waar is. Het lijkt dan of het afhangt van ons, maar de Bijbel dat God het alleen geeft in een weg van gebed.
Dat God ons allemaal Zijn beloften in Christus doet, dat komt heel mooi tot uiting in het doopformulier: alle dopelingen HEBBEN de zaligheid IN CHRISTUS. Maar er staat nog iets bij: datgene wat we in Christus hebben, moet in dit leven ons TOEGEEIGEND worden. Dat is de inlijving in Christus.
Zo is alle automatisme weg en het aanbod van genade zeer ruim. God betuigt in onze doop dat Hij IN CHRISTUS onze Vader wil zijn. Dat is oprecht en welmenend. Maar de inlijving in Christus is daarvoor wel noodzakelijk, anders zul je nog steeds voor eeuwig verloren gaan. En die inlijving wil God ons geven als we Hem daarom vragen.
Van Voorden zegt dat alleen de gelovigen kunnen pleiten op de beloften.
God belooft bij de doop dat Hij in Christus eeuwig onze genadige Vader wil zijn.
Als God in je aan het werk gaat, ga je pleiten op de beloften.
Van nature kunnen en willen wij dat niet.
Maar als je alleen kunt pleiten op de beloften als die al in vervulling zijn gegaan, dan klopt er iets niet.
Als ik straks tegen mijn dochter zeg: Als je lief bent krijg je een fiets (ik noem maar wat), en ze krijgt uiteindelijk die fiets, dan hoeft ze toch niet meer om die fiets te vragen? Want die heeft ze dan al.
Voor wijzen en verstandigen is dit misschien te simpel, maar het is echt niet moeilijker dan hier staat. Hoe dat dogmatisch in elkaar zit, daar staat of valt je zaligheid niet mee.
Kennis in het hoofd is niet automatisch kennis in het hart.
Heb al een paar keer de naam ds. Smytegelt gelezen. Maar zou niet weten waarom die beste man gelijk zou hebben. Ofschoon ik het er wel mee eens ben dan wij God onze Vader mogen noemen.
@sena: wat bedoel je met de vergelijking van die kast?. Als je die kast voor een deur zet?????
we mogen idd dagelijks bidden of God mensen wakker schudt.
En pleiten op de belofte mogen ook mensen met een hard en stenen hart!!
zie ezechiel 36 vers 26 en dan zegt de Heere ; Ik zal het wegnemen.
roozemond vind het niet fijn dat er steeds discussies komen, maar als je ziet wat de uitwerking is van deze prediking, dan wil je de mensen wel wakker schudden,