Beste criticus
Ds. J. Westerink | 5 reacties | 24-04-2012| 15:36
Vraag
Geachte ds. Westerink, hartelijk dank voor uw reactie. Wellicht is het mogelijk dat ik mijn bezwaren wat meer inhoudelijk schets. Ik zal een paar voorbeelden geven van het rationalisme dat ik aantref binnen de gereformeerde belijdenis. Laat ik voorzichtig het voorbeeld noemen van het wetenschappelijk systeem van het infra- en supralapsarisme. Wij hebben Gods eeuwige besluiten gesystematiseerd en als het ware in een logische procedure vervat. De stoere gereformeerde taal in de Dordtse Leerregels overheerst. Wij denken aangaande de uiteenlegging van Gods besluiten gerechtigd te zijn om te onderscheiden tussen de verschillende besluiten. Zou het ons allereerst niet te doen moeten zijn om geloofstaal? Het gaat om wetenschappelijke systemen waarin geen plaats is gereserveerd voor de persoon van Jezus Christus. Nee, Gods gedachten gaan hoger dan onze gedachten. Het (scholastieke) denken in supra- en infralapsarisme schakelt God gelijk aan de mens. Een ander voorbeeld is het verkiezingsdenken. De verkiezing wordt behandeld door te spreken over een God die de uitverkorenen in Christus heeft aangenomen. De belijdenis leert als het ware dat God met voorbijgaan van anderen de uitverkorenen heeft aangezien. De ootmoedige christen mag echter geloven dat God hen in Christus ook (!) heeft aangenomen. Onze belijdenis kweekt door er zo over te spreken, hoogmoedigen die niet meer verstaan dat zij verkoren zijn om de niet-verkorenen tot Gods heil te brengen. Het scholastieke denken houdt bovendien vast aan een God Die bovenal Zichzelf liefheeft en niet een God die het verlorene zoekt en begenadigd. Daarom moet ik stellen dat zowel de leer van de verkiezing als de verzoening door de belijdenis wordt scheefgetrokken. Voor dit moment laat ik het hier graag even bij. Een criticus.
Antwoord
Beste criticus,
Fijn dat je de moeite hebt genomen je vragen verder toe te lichten. Nu kan ik proberen daar wat concreter op in te gaan.
Allereerst stel je aan de orde de kwestie van infra- of supralapsarisme in verband met het spreken van de DL. Nu zul jij het met mij eens zijn dat de DL op die kwestie niet ingaan, ook al waren er op de Dordtse Synode aanhangers van het één zowel als van het ander. Ik ben er heel dankbaar voor dat de DL een duidelijke, mijns inziens bijbelse, keuze hebben gemaakt voor de lijn van het infralapsarisme, waarbij de synode ervoor gewaakt heeft een dogmatische, zo je wilt scholastieke, discussie in te brengen in dit belijdenisgeschrift. Hoofdstuk 1 van de DL is een prachtig en heerlijk voorbeeld van die geloofstaal. Hier wordt begonnen bij de val van de door God goed geschapen mens. Daar is niets scholastieks aan. Dat is gewoon taal die de Schrift na spreekt. Wanneer jij dan zegt dat Christus in dat spreken ontbreekt, dan vraag ik me in gemoede af of jij de DL ooit gelezen hebt. Over Wie gaat het anders vanaf DL I, 2? Ik vind dat je wel recht moet doen aan wat er staat. En spreekt I, 3 niet heel ruim over de verkondiging van het Evangelie. Ik krijg de indruk dat jij nu precies doet wat de DL afwijzen: beginnen met de uitverkiezing. Wat je in DL I vindt is geen scholastieke taal, maar geloofstaal. Beste criticus: lees jij wel wat er staat? DL I, 2 is alleen maar een citaat van Joh. 3:16 en 1 Joh.4:9. Wou jij nu echt beweren dat wat daar staat een bewijs is dat God bovenal Zichzelf liefheeft? Ik kan en wil niet geloven dat dat jouw bedoeling is, want dat zou Godslastering zijn.
In je laatste zin komt ineens het woord "verzoening" voor de dag. Je zegt daar verder niets over, dus ik kan daar ook niet op in gaan. Ik wil er best nog een keer op in gaan, wanneer je ook op dat punt toelicht wat je bedoelt. Maar dan zou ik je wel willen vragen eerst het tweede hoofdstuk van de DL te lezen en ook de gedeelten van de HC en de NGB die getuigen van de verzoening door Christus. Ik wijs expres op de beide andere belijdenisgeschriften omdat -zoals je hopelijk weet- de DL een nadere belijdenis zijn van de in geding zijnde zaken in de strijd tegen de Remonstranten. In alle drie geschriften klinkt er één heerlijke geloofszang op Christus, van Wie de gelovige belijder bijv. in art 26 NGB belijdt: "Er is niemand die ons liever heeft, dan Hij." Jij zult toch niet willen beweren dat dat scholastieke taal is?! Mocht je dit toch scholastiek noemen, dan moet jij me nog eens uitleggen wat jij daar onder verstaat, want dan heb ik dat nog nooit begrepen.
Lees de belijdenisgeschriften nog eens goed naast de open Bijbel en je zult ontdekken: hier klinkt de taal van het geloof, dat "Amen" zegt op wat God zegt in Zijn Woord.
Graag zet ik het gesprek met je voort,
Ds. J. Westerink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Westerink
- Geboortedatum:25-08-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk (Maranatha)
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
infra- en supralapsarisme?
Dit gaat mijn petje te boven!
Infra- en supralapsarisme gaat over de volgorde waarin dingen gebeurd zijn, om precies te zijn over wanneer God besloten heeft hoe hij de mensen ging redden. Heeft hij dat in de eeuwigheid al gedaan, voordat hij de wereld schiep en de mens viel (=infralapsarisme)of heeft hij pas besloten hoe hij de mens zou redden nadat hij de wereld schiep en de mens viel(=supralapsarisme). Ds. Westerink zegt dus dat er tussen de schrijvers van DL aanhangers van beide opvattingen waren, maar dat ze in de DL van de eerste zijn uitgegaan, zonder de discussie helemaal uit te diepen. En die eerste, infralapsarisme, is volgens de dominee juist.
Ik hoop dat het zo een beetje duidelijk is?
Waarom ook altijd die moeilijke taal? (of is dat geloofstaal en snap ik het daarom niet?)
Dank je wel voor je duidelijke uitleg. Een klein puntje: volgens mij is het net andersom. Bij het supralapsarisme heeft God van eeuwigheid besloten hoe Hij de mensen gingen redden. (Hier staat de eer van God bovenaan). Bij het infralapsarisme heeft Hij dat pas na de val gedaan. (hier staan meer de behoudenis van de mens centraal).
Er is binnen de DL ruimte voor alletwee de opvattingen.
@Liesel, waarom betekend dat dan dat de eer van God bovenaan staat als Hij dit van eeuwigheid al heeft besloten?
Ook als Hij dit ná de zondeval zou hebben besloten kunnen we Hem toch alleen de eer geven? Als Hij het voor de zondeval al had besloten wist Hij al dat de mens zou vallen en genade nodig zou hebben. Dus staat alsnog de behoudenis van de mens centraal.
Wat doet het er dus eigenlijk toe?