Periodes van vijandschap
ds. M. Klaassen | 1 reactie | 22-03-2012| 15:38
Vraag
Hoe kan het zijn dat je, ook nadat je door het geloof hebt gebogen aan de voet van het kruis, je soms toch door periodes van vijandschap heen kunt gaan, alsof de weerstand in je hart er weer even helemaal is. Hoe kan dat weer verdwijnen? Ik wil dit helemaal niet, maar hoe kom ik er vanaf? Ik raak er het zicht op de Heere Jezus mee kwijt. Wordt er somber van.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Vroeger kende men de uitdrukking dat een mens een "vijand van genade" is. Ik denk dat dit een belangrijk gegeven is in de beantwoording van je vraag. Genade vragen en genade aanvaarden is iets wat helemaal ingaat tegen onze hoogmoed. En hoogmoed is de kernzonde die zich in de mens geworteld heeft. Wij willen niet afhankelijk zijn en daarom vragen we niet om genade - tenzij dat God je iets laat zien van wie je werkelijk bent. Dat maakt je ootmoedig en klein. Dan zie je noodzaak van Gods genadige vergeving en zul je de vraag leren stellen: "Wees mij zondaar genadig."
Echter, wanneer je tot geloof gekomen bent en in Christus ingelijfd bent, heeft je hoogmoed wel een gevoelige knak gekregen, maar is ondertussen niet weg. Hoogmoed hoort bij het vlees - de mens die we van nature zijn. En het vlees ben je niet kwijt, ook niet als je de Heere hebt liefgekregen. Dat is de reden dat je hoogmoed -en dus ook je onwil om van genade te leven- zo vaak de kop opsteken. Het vlees kan alleen beteugeld worden door de macht van de Geest (Gal. 5). Dat betekent dus dat een voortdurend gebed om de vervulling met de Geest levensnoodzakelijk is.
Je vraagt hoe je ervan af kunt komen. Ik denk dat je er pas van afkomt als je dit leven verlaat en je het vlees voorgoed achter je mag laten. Dat wil niet zeggen dat er in de tussentijd niet iets tegen te doen is. Laat ik je vier adviezen geven:
1. Het probleem inzien is al een hele stap voorwaarts. Je zwakheid kennen is de enige manier om sterk te worden. Je weet dan wat het is en waar het vandaan komt.
2. Leg het voortdurend in het gebed bij de Heere neer. "Werp al uw bekommernis op Hem." "Werpen" laat zien dat daarvoor een krachtsinspanning vereist is. Loop er niet voor weg, druk het niet weg, maar zie het eerlijk onder ogen en belijd het aan God: Heere, zo ben ik en zo voel ik me. Je zegt gelukkig in je vraag dat je het helemaal niet wilt. Zeg dat ook maar tegen de Heere. "Laat uw begeerten -datgene wat je bezighoudt- met bidden, smeken en dankzegging bekend worden bij God en de vrede van God die alle verstand te boven gaat, zal je hart en zinnen bewaren In Christus Jezus."
3.Denk veel aan de liefde en ootmoed van de Heere Jezus. Er is niets wat je hoogmoed zo breekt als de voortdurende herinnering aan de eeuwige Zoon van God die voor zondaren als wij de hemel verliet, onze voeten wilde wassen, onze spijkers wilde dragen en onze dood wilde sterven.
4. En als je dan je hart nog niet meekrijgt, ga dan net als de Schotse dominee Erskine plat op de grond liggen en zeg: "Heere,mijn lichaam is al voor U gebogen, wilt U nu ook mijn geest laten buigen?"
Hartelijke groet,
Ds. M. Klaassen, Sliedrecht
Dit artikel is beantwoord door
ds. M. Klaassen
- Geboortedatum:25-02-1981
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Sliedrecht
- Status:Inactief