Prostaatklachten
drs. A.J. van den Noort | Geen reacties | 18-01-2012| 10:40
Vraag
I.v.m. prostaatklachten gebruikt ik naast Tamsulosine zo'n jaar of vier Finasteride. Na het gebruik van het laatstgenoemde medicijn is mijn PSA-waarde gedaald naar 2,4 en blijft de laatste twee jaar constant. Is het zinvol/noodzakelijk/gewenst of mogelijk overbodig om Finasteride te blijven gebruiken, mede gezien de bijwerking (potentieverlies,) van dit medicijn? Of is het mogelijk zo dat dan de prostaatklachten toenemen en een operatie alsnog onvermijdelijk is?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Bij prostaatklachten (ik neem hiermee aan dat u plasklachten bedoelt, zoals een zwakkere straal bij plassen, nadruppelen, incontinentie, etc) is de eerste stap van de medicamenteuze behandeling het starten van een alfa-blokker (middelen zoals Tamsulosine). Deze middelen werken op de spieren in de prostaat en de plasbuis; deze spieren spannen minder aan, zodat de urine makkelijker kan passeren. Vaak hebben deze middelen een redelijk goed effect, op redelijk korte termijn.
Als het effect van deze middelen niet afdoende is, wordt er (meestal door de uroloog) een 5-alfa-reductase-remmer bijgeven (middelen zoals Finasteride). Deze middelen remmen de omzetting van testosteron in een sterkere vorm testosteron. Hierdoor neemt de omvang van de prostaat af. Het duurt vaak vele maanden voordat het effect van deze middelen optreedt. Bekende bijwerkingen zijn duizeligheid, impotentie en problemen met de ejaculatie.
Ik kan me voorstellen dat de bijwerkingen die u noemt vervelend zijn. Mocht u stoppen met de Finasteride, dan is de kans echter wel groot dat de prostaat weer groeit, met de daarbij horende toename van plasklachten. Het zou dus goed kunnen zijn dat een operatie dan onvermijdelijk is. Helaas geeft een operatie aan de prostaat ook een risico op onder andere impotentie en incontinentie.
Ik denk dat het verstandig is dat u uw klachten met uw huisarts of uroloog bespreekt, zodat u een afgewogen besluit kunt nemen.
Met vriendelijke groet,
Art van den Noort, huisarts
Ps. Hieronder een onderzoek dat genoemd wordt in de richtlijnen voor de huisarts (NHG-standaard bemoeilijkte mictie bij oudere mannen):
Clifford en Farmer vergeleken in een systematische review 12 onderzoeken over de effectiviteit van de 5-α-reductaseremmer finasteride ten opzichte van placebo; finasteride bleek de I-PSS-score significant te kunnen verbeteren in vergelijking met placebo (Clifford 2000).
Het klinisch effect op de klachten is echter op korte en middellange termijn beperkt, beperkter dan dat van alfablokkers (American Urological Association 2003); het duurt relatief lang (2 tot 6 maanden) voordat het effect merkbaar is en de klachten keren terug naar het oude niveau na het staken van het gebruik. Verder is het effect afhankelijk van het volume van de prostaat. Boyle et al. analyseerden de gegevens van zes RCT's met finasteride en placebo en vonden dat het verschil in effect (zowel in I-PSS-score als in flow) tussen finasteride en placebo pas significant werd bij mannen met een prostaatvolume >40 ml (Boyle 1996).
De nieuwere 5-α-reductaseremmer dutasteride heeft zijn werking op 2 aangrijpingspunten en is onderzocht in vergelijking met placebo bij patiënten met matige tot ernstige bemoeilijkte mictie en een prostaatvolume >30 ml. Net als bij finasteride is het klinisch effect beperkt en duurt het lang (12 maanden voor klachten, eerder voor flow) voordat een merkbaar effect optreedt. Het effect is vooral significant bij een prostaatvolume >40 ml, maar ook al bij een prostaatvolume >30 ml. Het middel is nog niet (voldoende) onderzocht in vergelijking met finasteride of alfablokkers (Roehrborn 2002; Brown 2003b; Andriole 2003; Foley 2003).
Bijwerkingen van 5-α-reductaseremmers zijn: duizeligheid (5 procent), erectiele disfunctie (8 procent) en ejaculatieproblemen (4 procent) (American Urological Association 2003).
Er is onderzoek gaande naar de toegevoegde waarde van 5-α-reductaseremmers naast een behandeling met alfablokkers, maar dit heeft nog niet tot een aanbeveling geleid (American Urological Association 2003; Barkin 2003; De la Rosette 2002; McConnell 2003).
Disclaimer: Refoweb.nl wijst erop dat de diensten die zij aanbiedt en de antwoorden van de specialisten op je vragen niet ter vervanging (kunnen) dienen van een consult en/of persoonlijk bezoek aan een arts of andere specialist. De antwoorden geven slechts een mogelijke indicatie van de klachten van de vraagsteller en een mogelijke geneeswijze.
Dit artikel is beantwoord door
drs. A.J. van den Noort
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Kampen
- Status:Inactief