Geschiedenis van Jakob
prof. dr. M.J. Paul | 2 reacties | 11-01-2012| 15:31
Vraag
Ik heb een vraag aan dr. M. J Paul. Beste dominee, u bent docent en gespecialiseerd in het Oude Testament. Ik heb een vraag over de geschiedenis van Jakob. Er wordt door veel dominees best wel eens negatief gepraat over Jakob. Jakob wordt altijd wel geassocieerd met bedrog. De vraag is of dat wel helemaal juist is. Er zijn toch ook Bijbelteksten in Genesis die zeggen dat hij zich vorstelijk gedroeg en oprecht met mensen was? Hoe kan dat dan? Ik heb naar aanleiding van dit nog wat vragen.
1. Dat Jakob het eerstgeboorterecht te pakken kreeg, was dat nu een zonde of niet? Er staat niet in de Bijbel dat het een zonde was. Hij kreeg het en Ezau verachtte het, staat er. Was het misschien een zonde omdat hij dit Ezau op een heel listige manier ontfutselde?
2. Waarom heeft hij dit eerstgeboorterecht eigenlijk willen krijgen? Was dat uit eigenbelang? Of deed hij dat uit geestelijk belang? Wat voor voorrechten had hij dan?
3. Het feit dat hij het eerstgeboorte recht kreeg, was dat ook nog belangrijk voor de komende Messias?
4. Het feit dat Jakob voor lange tijd zoveel verdriet had, was dat als straf van de Heere of was het een beproeving ten goede?
5. Zijn naam: hielenlichter, betekent bedrieger. Kreeg hij die naam gewoon bij zijn geboorte of al bij voorkennis dat hij zou liegen.
6. Zijn er nog andere gebeurtenissen in Jakobs leven waar hij list en bedrog gebruikte?
Ik hoop dat u deze vragen zou willen beantwoorden. Ik stel de vraag, omdat ik iemand sprak die heel fel was tegenover het feit dat dominees hem veel te negatief schilderden.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Inderdaad wordt de naam Jakob al snel verbonden met negatieve zaken en de naam Israël veel positiever uitgelegd. Wanneer Rebekka na twintig jaar eindelijk zwanger is, stoot de tweeling in haar moederschoot tegen elkaar. Daarom raadpleegt ze de HEERE en ontvangt ze de toelichting dat er twee volken uit haar zullen ontstaan, waarbij de meerdere de mindere zal dienen (Gen. 25:20-23). Bij de geboorte van Ezau houdt Jakob zijn hiel vast (vgl. Hos. 12:4). Naar aanleiding van de verschijnselen bij de geboorte krijgen de beide kinderen een naam: Ezau omdat hij rossig behaard is en Jakob omdat hij de hiel van zijn broer vasthoudt (Gen. 25:25-26. De naam Jakob heeft dus niets met bedriegen te maken, wat bij de geboorte ook onaannemelijk is. Het is ook geen voorzegging dat Jakob later liegen zal. Dat verband legt Ezau pas in 27:36, door een klankovereenkomst. Als Jakob hem tweemaal bedrogen heeft, zegt hij: Jakob draagt zijn naam terecht, want hij doet niets anders dan "aqaab". De naam Jakob betekent dus niet "bedrieger" of "hielenlichter". Het is jammer dat predikanten deze toespeling van Ezau vaak als naamsverklaring opvatten en de toelichting in Gen. 25:26 daarom ook zo lezen.
De tekst over het vorstelijke gedrag van Jakob met God en mensen staat in Gen. 32:28 en dient als verklaring van de naam Israël. U schrijft ook "en oprecht met mensen was." Misschien bedoelt u Gen. 25:27 waar de Statenvertaling schrijft dat Ezau verstandig op de jacht was, een veldman, "maar Jakob werd een oprecht man, wonende in tenten." Oprecht betekent hier: ongedeeld of rechtschapen. Dat is van toepassing op een groot deel van het leven van Jakob, al wijkt hij daar later (na zijn zestigste levensjaar) wel eens van af.
De tweeling botst vanaf het allereerste begin over de vraag wie de eerstgeborene zal zijn. Jakob verliest de strijd op het nippertje. Vanwege de grote geestelijke belangen en zijn verbondenheid met God is Jakob erg gericht op het eerstgeboorterecht. De manier waarop hij het wil verkrijgen is echter niet uit het geloof. Eerst laat hij het Ezau verkopen en later bedriegt hij zijn vader (Gen. 25:31; Gen. 27). Jakob vreest echter dat hij door het bedrog een vloek over zich zal halen, maar zijn moeder Rebekka neemt die op zich (Gen. 25:12-13). Er staat inderdaad niet nadrukkelijk in de Bijbel dat het zondig is wat Rebekka en Jakob deden, maar indirect wordt dat wel duidelijk.
Waarom was het eerstgeboorterecht van belang? In het boek Genesis staan geslachtsregisters en vaak komt er een splitsing: slechts één zoon ontvangt een speciale belofte (Sem bij Noach, Izak bij Abraham). Die belofte heeft te maken met "volk van God zijn" en ook met de komst van de Messias. Vanuit het boek Genesis is niet duidelijk wat het motief van Jakob was om die zegen te ontvangen. Het verlangen kan zuiver geweest zijn, maar de manier van "te pakken krijgen" was verkeerd. Pas bij de zonen van Jakob hoeft geen keuze meer gemaakt te worden tussen de kinderen en mogen alle zonen delen in de zegen. Opmerkelijk is wel dat Ruben, Simeon en Levi de eerstgeboortezegen niet waard zijn en dat Juda die ontvangt (Gen. 49:1-12).
Jakob moet vanwege zijn bedrog vluchten en hij verblijft twintig jaar bij Laban. Daar wordt hij bedrogen, omdat hij denkt Rachel te trouwen, maar Lea krijgt. Vanuit de Hebreeuwse verteltechniek wordt daarmee duidelijk: de bedrieger bedrogen. Dat is een straf, maar het wonderlijke is dat God ook een straf kan laten meewerken ten goede (Rom. 8:28). Jakob was ook listig toen hij met de kudden van Laban omging (Gen. 30). Ook blijkt een bepaalde slimheid in de ontmoeting met Ezau (Gen. 33).
In zijn algemeenheid kunnen wij zeggen: Jakob diende oprecht de Heere, maar er zijn momenten in zijn leven geweest dat hij door slimheid en list zelf de beloften wilde realiseren. We moeten het vele positieve in het leven van Jakob niet over het hoofd zien, zoals zijn eredienst in Bethel (Gen. 35) en de zegeningen voor zijn zonen (Gen. 48-49).
U stelt veel vragen over het leven van Jakob en ik kan ze hier slechts summier behandelen. In Bijbelcommentaar Genesis–Exodus, in de serie Studiebijbel Oude Testament, gebeurt dit uitvoeriger. Vanaf deze week is het mogelijk de gehele Studiebijbel twee maanden gratis digitaal te raadplegen. Zie www.studiebijbel.nl.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dan het woord "bedrog". Izak was het geopenbaarde Woord ontrouw. Dat was gesproken nog voor de geboorte van de tweeling en wel door God Zelf. De meerdere zal de mindere dienen. Izak bedroog, zeg dat maar gerust. En Ezau participeert in dat bedrog. Ezau corrigeert zijn vader niet, maar gaat maar al te gewillig aan de slag. En in dat veld van spanning vlucht Jacob niet naar God, maar pakt hij het advies van zijn moeder aan. Hij zoekt het daarmee in eigen kracht. En dat is zijn fout. Dat betekent dus niet bedrieger, wat Ezau zegt, maar
"gebrekkige godzoeker"wat iemand kan zeggen, die op dat gebied zonder zonde is.
Tot zo ver.
En bij Ezau is naast die kwade spraak : moordzucht, dan kun je maar beter de benen nemen.