Spanningen in gemeente
dr. G. van der Hoek | 1 reactie | 21-11-2011| 14:25
Vraag
Kan deze vraag beantwoord worden door iemand van de Gereformeerde Gemeenten? Er zijn in een gemeente spanningen en problemen tussen gemeenteleden en de predikant trekt de kerkenraad achter zich aan. De consulent gaat achter predikant staan. Een consulent is er toch voor heel de gemeente en niet alleen voor een dominee?
Antwoord
Beste vriend(in),
Allereerst even ter verduidelijking: ik lees je vraag zo dat er "spanningen en problemen zijn tussen gemeenteleden en de predikant", vervolgens zeg je dat "de predikant de kerkenraad achter zich aantrekt" en "dat de consulent achter de predikant gaat staan."
Dat zijn flinke beweringen, althans zo beleef je het. Of dat zo is kan ik uiteraard niet bezien, ik wil meer letten hoe je in zo’n situatie juist niet terecht moet zien te komen. Hopelijk helpt dat ook om iets op te lossen en voor de toekomst te leren dat te voorkomen.
Het is niet de eerste keer dat er in een gemeente spanningen zijn, lees er de brieven in het Nieuwe Testament maar op na! Bijna allemaal gaan ze over (soms grote) misstanden en spanningen. Daarom is dit ook niet een typische vraag voor de Gereformeerde Gemeenten anno 2011. Zorgen over spanningen en misstanden in Gods Gemeente zijn er altijd geweest en komen in iedere kerk voor. Wat een zegen als er tijden zijn dat dit niet zo is. Wees daar zuinig op en dankbaar voor!
De apostel Paulus geeft een richting aan hoe daarmee om te gaan: "laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden" (1Kor. 14:40). In die lijn moet je ook zien dat iedere kerk een kerkorde heeft. Voor de Gereformeerde Gemeenten is de Dordtse Kerk Orde gekozen. Die geeft aan op welke wijze gehandeld moet worden bij verschillen van mening. Zo’n kerkorde is een objectief document, dat is niet samengesteld voor één speciale situatie, zij geeft regels en daardoor objectiviteit in het omgaan met problemen.
Het is ook Bijbels dat er ambtdragers zijn, dat is Gods instelling. Die zijn geroepen om, op een geestelijke wijze, leiding te geven. Zij zijn allereerst dienaar "om de kudde Gods te weiden", zij zijn daarin zeer afhankelijk van de hulp en de bediening van Gods Geest. En van het gebed van de Gemeente.
Bij de inrichting van het kerkelijk leven hoort ook dat de plaatselijke gemeentes niet op zichzelf staan maar regionaal een classis vormen. Deze classis nu benoemt voor iedere gemeente een consulent (raadgever) die een (vacante) gemeente en haar kerkenraad met raad en daad dient, ter zijde staat. Hij heeft allereerst een dienende taak. Omdat hij door de classis is benoemd, heeft hij ook een toezichthoudende taak, zijn ingewonnen adviezen zijn dan ook niet vrijblijvend. Hij handelt immers namens de classis. Wanneer hij bij gerezen problemen een standpunt inneemt zal hij daarvoor zijn redenen hebben. Wanneer problemen, ook bij inschakeling van de consulent, niet tot een oplossing komen, zal in een nader overleg bezien moeten worden of anderen (in dit geval de classis) erin gekend moeten worden. Hoe dat dan gaat, is ook kerkordelijk beschreven.
"Voorkomen is beter dan genezen", zo luidt het spreekwoord. Daarom geef ik hier nog wat gedachten door:
- De dominee, de consulent, de ouderling, de diaken, de vraagsteller hebben één ding gemeen: hij of zij is ook maar een mens. Met alle daarbij behorende zwakheden, kwetsbaarheden, fouten.
- Calvijn vraagt zich daarom af of de Heere niet beter de regering van Zijn Kerk in eigen hand had kunnen houden, of aan engelen had kunnen toevertrouwen. Het antwoord van Calvijn is dan: het is allereerst tot onze verootmoediging dat wij door onze mede-zondaren moeten worden vermaand tot bekering. Verootmoediging, zowel voor de ambtsdrager als voor het lid.
- Daarom een vraag: zijn onze gebeden voor de ambtdragers langer dan onze gesprekken over hen en hun gebreken?
- Ten slotte een les van Augustinus: bij de behandeling van het Onze Vader, de tweede bede "Uw Koninkrijk kome" zegt hij: dit gebed leert Christus ons, niet omdat er ook maar enige onzekerheid is over de vraag òf Gods Koninkrijk zal komen. Dat ligt immers in goede handen, God is toch de Almachtige. Maar waarom dan toch deze bede "Uw Koninkrijk kome"? Het is, zegt Augustinus, een gebed voor onszelf, vanuit het besef dat wij op allerlei manieren de komst van Gods Koninkrijk kunnen en zullen verhinderen, tenzij God Zelf ons daarvoor bewaart en ons geeft wat antwoord 1 van de Heidelbergse Catechismus zegt: "Hem voortaan te leven van harte gewillig en bereid maakt."
Krimpen aan den IJssel,
Dr. G. van der Hoek
Dit artikel is beantwoord door
dr. G. van der Hoek
- Geboortedatum:28-05-1945
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Krimpen a/d IJssel
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Em. hoofddocent/rectorDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En over al die kerkpolitiek met consulenten en dominees... daar geeft Handelingen 29 alle antwoorden op.