Veranderingen na het OT
Ds. D. Breure | 2 reacties | 17-10-2011| 17:18
Vraag
Het lijkt erop dat Jezus dingen die in het OT staan veranderd heeft. Bijv. oog om oog en tand om tand geldt niet meer, maar we moeten onze vijanden liefhebben. En als iemand wat van ons steelt, moeten we hem zelfs nog wat extra geven: als hij een rok steelt, hem de mantel erbij geven. En als iemand ons dwingt een mijl met hem te gaan, moeten we er twee van maken. Zijn er nog meer dingen veranderd? Een gelovige staat niet meer onder de wet maar doet die uit dankbaarheid. Maar als je weet dat het geloof zonder de werken dood is, volgens Jakobus, dan voel ik meteen weer angst en vrees. En dan ben ik bang dat ik het niet meer uit dankbaarheid doe. Hoe kom ik hier los van?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Als ik het goed zie stel je eigenlijk twee vragen. Eerst die over enkele concrete punten i.v.m. "oog om oog en tand om tand." Daarna een algemene over de innerlijke houding van het doen van Gods geboden, namelijk niet uit vrees maar uit dankbaarheid.
De eerste vraag is niet zo’n sterke verandering als het lijkt. De volgende opmerkingen zijn er namelijk bij te maken. Het "oog om oog, tand om tand" gold in eerste instantie in een soort van rechtspraak. Daarbij was het in een inperking van de gewoonte van die dagen. Als een lid van de ene stam een lid van de andere stam een oog uitstak, dan werd er vaak buitenproportioneel vergolden: met een moord of zelfs meerdere moorden. Daar stelt de Schrift paal en perk aan. Als het om vergelding/rechtspraak gaat moet er maat gehouden worden. Volgens Ex 21:30 mocht zo’n vergelding ook met geld afgekocht worden trouwens. Maar in elk geval: geen buitensporige vergelding, maar vergelding naar de maat van de overtreding. Dit principe is nog steeds richtlijn voor de rechtspraak: een klein vergrijp verdient een lichte straf, een groot vergrijp een zwaardere. Let wel: door de daartoe bevoegde instantie.
In de Bergrede spreekt Jezus individuele gelovigen aan. Wat die privé mogen doen is niet het recht in eigen hand nemen en vergelden. Met name niet als het gaat om wat hen omwille van het geloof wordt aangedaan. Zie Jezus Zelf Die alles verdroeg voor Pilatus en het Sanhedrin, al beriep Hij Zich wel op het recht. Als het gaat om wat omwille van het geloof ons wordt aangedaan, dan geldt, laat u slaan en meenemen. Zo gebeurt dat ook in landen van vervolging, ontvangen christenen genade om niet terug te slaan maar te verdragen. Dat neemt niet weg, dat de overheid geroepen is om op te treden en rechtspraak uit te oefenen. Als er bij mij wordt ingebroken, mag ik niet zelf erop los slaan om eens een lesje te leren of uit woede, maar mag ik wel beheerst zorgen dat de overvaller door de politie wordt ingerekend en zijn terechte straf krijgt. Hopend en biddend dat dat de overvaller tot bezinning en bekering brengen zal.
Dus samenvattend: ook "oog om oog" was al een beperking van eindeloze wraakoefeningen en is gericht tot hen die over het recht gaan. De Bergrede spreek individuen aan met name op het punt wanneer zij omwille van het geloof worden benadeeld. E.e.a. vind je uitgebreider en wat anders uitgewerkt in: dr. A. Teeuw - Oog om oog (8 Bijbelstudies - wat het NT anders leert dan het OT).
Dan de tweede vraag: de gelovige staat niet meer onder de wet maar doet die uit dankbaarheid. Maar: als je het niet uit dankbaarheid doet, is je geloof dood en dan ga je toch weer uit angst de wet doen, want anders heb ik een dood geloof…
Laten we eerst de eerste zin goed tot ons door laten dringen. De gelovige staat niet meer onder de wet. "Onder de wet" betekent: onder de beoordeling volgens de wet. Gehoorzaamheid geeft vrede, ongehoorzaamheid geeft toorn bij God. Dan zou het er rampzalig uitzien voor ons. Van nature zijn we onder de wet, dus dat betekent onze eeuwige veroordeling (Psalm 130:2 berijmd "zo Gij in ’t recht zult treden.") Dat heeft Jezus op Zich genomen. Hij is veroordeeld overeenkomstig de wet naar de zonden die Hij droeg van anderen. En zondaren die de vloek der wet op zich hebben worden genodigd tot deze Jezus te komen. In Hem is vrijspraak. Dan zijn wij niet meer onder de wet. Zijn wij gerechtvaardigd in Christus en zullen wij zalig worden. Dan zullen we verlangen God te dienen en te danken naar Zijn wet en geboden. Dan zullen we vrucht dragen. Vast en zeker. (Johannes 15). Dan hoef je niet bang te zijn dat je zonder goede werken zult blijven. De verlossing van de angst is hierin gelegen om je toe te vertrouwen aan Christus. Als een goddeloos, verloren, schuldig mens aan Hem, Die de wet vervuld heeft. Vanuit dat geloof, die zekerheid, verlang je de wet te doen uit dankbaarheid. Dus: van de zekerheid naar de dankbaarheid en niet andersom. Want dan is het gaan geen dankbaarheid meer, maar proberen iets te verkrijgen (zekerheid).
En dan zal ik ook zien dat mijn leven veranderd is. Lees Psalm 119 maar. De dichter mag het zo helder hebben dat hij verlangt naar Gods geboden enz. Hoe dichter bij Christus (de rechtvaardiging van de goddeloze) hoe helderder de dankbaarheid gaat groeien en bloeien.
Ds. D. Breure
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D. Breure
- Geboortedatum:30-08-1962
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Kockengen
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Waarschijnlijk is het niet zo bedoeld maar zo het klinkt altijd zo in mijn oren.
Het gevaar sluipt er dan in dat dit toch weer tot een soort van wet wordt. En dat als je dit niet doet (of niet uit de goede motivatie) dat er dan toch iets mis met je zou zijn. Maar zoals je weet ben je echt niet goed genoeg, er is echt niets goeds aan jou en mij. Werkelijk niet. (Jes 64:6 'al onze rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed' - 'filty rags' in KJ). Maar zoals je weet heeft Jezus ons 100% gereinigd in Gods ogen, niet 99,999999999999 %. In Gods ogen, bekleed met de gerechtigheid van Jezus , ben je 100% rein, 100% heilig, 100% perfect. Dat is niet jouw perfectie maar de perfectie van Jezus . Daarom vertrouw alleen op Jezus en op Zijn perfectie en Zijn perfecte offer voor jou. Er is echt niets meer van jou nodig, vetrouw alleen op Jezus. Hij is genoeg.
Waar Jakobus het in wezen over heeft is dat je geloof uitwerking heeft. Een geloof dat geen uitwerking heeft is een dood geloof. Maar alleen al het feit dat je met deze vraag bezig bent en deze vraag hier stelt bewijst al dat je gelooft en dat je geloof werking heeft. Ga gewoon verder op dat pad, bid en onderzoek de Bijbel en vraag om inzicht.
Het helpt denk ik in te zien dat Gods geboden juist goed zijn, geen last maar een geschenk aan ons. Ds Breure noemde al Psalm 119. Vers 105 zegt: "Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad". David heeft het hier over Gods geboden en inzettingen. Deze geven ons richting in ons doen en laten, en wat belangrijk is wat niet.
Een tweede motivatie voor mij is wat staat in Rom 6. (zie bijv 6:4).
Ik ben feitelijk gestorven met Jezus (mijn oude mens) en opgestaan met Jezus (mijn nieuwe mens). Waarom zou ik nu als ik vrij gemaakt ben van de zonde me nog langer gedragen als een slaaf van de zonde. Ik behoor nu bij het konkrijk van Jezus. Ik behoor niet meer bij het koninkijk van de duisternis. Waarom zou ik me dan nog de regels van het koninkrijk van de duisternis volgen terwijl ik daar geen burger meer van ben, en me niet houden aan de regels van het koninkijk van Jezus terwij ik daar juist een burger van ben. Dit is de gedachtengang in de meeste van de Paulus brieven als hij over deze dingen spreekt en de motivatie ervoor.
Bedenk dat de wet is samengevat in God lief te hebben boven alles en je naaste als jezelf.
(dat is niet per se altijd een gevoel dat meekomt maar in de eerste plaat een keuze)
Ik hoop dat dit , naast het antwoord van ds Broere een beetje helpen kan.
De wet houden uit dankbaarheid is onmogelijk. Het is ons en het was de Israëlieten onmogelijk om de wet te houden. Daarvoor is de wet ook niet bedoeld.
We kunnen ons ook nooit aan de heel wet houden. En als we lezen wat God's wetten en voorschriften zijn, moeten we dat ook bekennen.
We hebben een bepaalde levensstijl op zondag omdat we volgens één van de geboden willen leven. Maar kijken we op het labeltje in onze kleding, dan zullen we zien dat het materiaal vaak uit 2 of meerdere stoffen is samengesteld. God's wet zegt dat we kleding zullen dragen gemaakt van één soort stof.
Nog een voorbeeld: er wordt gezegd, dat we geen tatoeages mogen aanbrengen, omdat we niet in onze huis mogen prikken, maar God zegt ergens ook dat mannen hun haren niet mogen laten knippen.
We zijn vaak druk bezig om "de wet te houden". D.w.z. om allerlei dingen ted oen of te laten zoals God ze ons voorschrijft. Paulus echter zegt in de Romeinen dat de zonde van die wet gebruikt maakt om ons te laten zien hoe zondig we zijn. Als we de wet lezen en kennen weten we waar we niet aan voldoen. Dat is belangrijker, dan te proberen om wel aan allerlei dingen te voldoen.
We zullen dan ontdekken dat we ellendige mensen zijn. Dat we totaal niet voor God kunnen verschijnen omdat we schuldig zijn tot op het bot.
En dan momt het: Wie zal ons verlossen uit dit zondig lichaam? God zij dank door Jezus Christus onze Heer!
Zijn strijd en vergoten bloed op Golgotha is geen verleden, maar heden! We zijn het nog elke dag nodig!