Als kleine kinderen behandeld
Ds. P. van der Kraan | 3 reacties | 15-10-2011| 10:01
Vraag
Wij zijn getrouwd, hebben kinderen, en voelen ons in onze beider gezinnen van herkomst heel erg eenzaam. Het is er altijd gespannen, krampachtig en enorm afstandelijk. Over gevoelens praten is al helemaal een onmogelijkheid (hier zit een geschiedenis van jaren proberen achter, therapie om het niet meer te proberen etc.), maar momenteel hebben wij het enorm moeilijk. We missen zo de warmte van een familie, het kunnen thuiskomen, steun krijgen, liefde, aanvaarding in wie we zijn. We voelen continue dat onze ouders veel meningen hebben en van van alles van ons, en over ons, vinden, maar we zijn zelf al 45 en 44 en voelen ons als kleine kinderen behandeld i.p.v. als mede-volwassenen. We verlangen enorm naar een familie waar we wel die warmte mogen vinden. Mag je hier om bidden en wil God dit geven? Het duurt al zolang, en soms word ik dan zo aangevallen dat dit geen gebedspunt mag zijn. Een heel verdrietige vrouw.
Antwoord
Beste verdrietige vrouw (en naar ik heb begrepen geldt dat ook uw man),
De vraag is uiterst beknopt, terwijl hij een wereld van leed aanroert. Immers, wij zijn als mensen geschapen in relatie, bedoeld om naast beelddrager van God vooral ook medemens te zijn. En dat met name in relatie tot mensen die dichtbij ons zijn. En wie zijn er dichterbij dan ouders uit wie je voortgekomen bent en van wie je de genen hebt meegekregen? Maar aan deze relatie is uiterst moeilijk,beter gezegd: vrijwel onmogelijk vorm te geven, zodat sprake kan zijn van een echte, warme relatie in wederkerigheid. Kennelijk duurt het zo lang en is er al zoveel energie in gestoken, zijn er al zoveel pogingen gedaan om het goed te krijgen, is er zelfs op therapeutische wijze aandacht aan besteed en hebben al die pogingen zo weinig opgeleverd dat je in een soort nulpunt bent gekomen. Gingen de wegen nu uiteen om diep inhoudelijke oorzaken, diepe verschillen van inzichten over de meest wezenlijke dingen, dan was het (hoe zwaar ook) nog te plaatsen. Maar daarvan lees, merk ik niets, ook niet tussen de regels door. Kennelijk is er sprake van ouders die hun kinderen maar moeilijk als gelijkwaardig kunnen zien en op dat niveau met hen kunnen omgaan. Overigens is dat een teken van onvolwassenheid. Echte volwassenheid betekent immers: loslaten. Om dan te ervaren dat degene die je losgelaten hebt, op een andere (volwassen) manier bij je terugkomt. Het is overigens opvallend dat, zoals uit de vraagstelling blijkt, beide ouderparen aan dit euvel mank gaan
De vraag die blijft, is helder en tegelijk verdrietig. De weg die overbleef en open leek, die van het gebed, lijkt ook opgebroken te worden door vragen een aanvechtingen. Mag je erom bidden of de Heere ouders wil geven met een warm hart? Jazeker. Elk mens blijft diep in zijn hart een kind en zeker als je nog ouders hebt is er ook, als je al volwassen bent geworden, iets van die relatie van het kind tot zijn ouders. Dat is door God zo ingeschapen. En daarom mag je erom vragen. Moeilijker wordt het als het gebed onbeantwoord lijkt te blijven.
Er zitten overigens twee kanten aan het antwoord op deze vraag. Het hoeft geen vraag te zijn of je mag vragen om ouders met een ouderhart. Maar die ouders zelf hebben hun verantwoordelijkheid om zich als ouders ten opzichte van hun kinderen te gedragen. Kunnen ze dat niet omdat ze zelf geen ouders hebben gehad (misschien al jong zijn verloren) of geen ouders hebben gehad die hen als kinderen hebben gezien en (be)geleid? Moesten ze al vroeg op eigen benen staan, in hun jonge jaren volwassen zijn en kreeg het kind in hen geen aandacht? Vaak herhaalt zich de geschiedenis. Wat je niet hebt gekregen, kun je ook niet geven.
In ieder geval zou ik blijven bidden en tegelijk proberen te onderzoeken wat er de oorzaak van kan zijn dat beide ouderparen zich gedragen zoals zij doen. Weten doet vaak ook begrijpen. Daarmee is de pijn niet weggenomen, maar ontstaat er wel inzicht dat tot begrip kan leiden.
Wat het gebed betreft: als we beseffen dat het meer tot Gods eer is dat de situatie anders wordt, zou je zelfs deze zaak tot Gods zaak mogen maken. Tegelijkertijd geldt wat ik hierboven schreef over eigen verantwoordelijkheid van ouders. Zij zijn geen marionetten en we hebben geen God die mensen als zodanig manipuleert. We zijn ook verantwoordelijk voor ons eigen keuzes. Blijf het intussen voor de Heere neerleggen en probeer naast het bidden ook te werken. Of er veel zal veranderen, kan ik niet beloven, soms kan een kleine verandering in houding al veel betekenen. Wat in vele jaren is ingeslopen en ingesleten, krijg je zo maar niet weg (tenzij er een wonder van Boven gebeurt). Anderzijds kan in de ontstane situatie elke, zelfs de kleinste verandering in het voordeel, al veel betekenen. Hogelijk mag u daarvan iets gaan zien.
Ds. P. van der Kraan
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. van der Kraan
- Geboortedatum:06-02-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Arnemuiden
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Als mensen richting mij reageren zit daar altijd een bepaalde overeenkomst in. Natuurlijk brengen ze allemaal hun eigen karakter mee maar toch lijkt het ook wel weer op elkaar. Dat betekent dat een deel van hun reactie niet door henzelf komt maar door mij. En zeg nou zelf, jij reageert naar de ene mens toch ook anders dan richting de andere mens? Daarom ben ik ervan overtuigd dat je het gedrag van andere mensen over jezelf afroept.
Dat lees ik hier ook tussen de regels door. Dergelijk gedrag slijt in, en wordt gewoon, zodat niemand meer bedenkt waaróm het ook alweer zo gaat zoals het gaat. Maar ik denk dat jij, dat jullie, al zij het onbewust, zo sterk hechten aan de mening van je ouders dat zij je die ook, al zij het onbewust, ongezouten zullen geven. Misschien is dat ook wel zo gegroeid, als ze tijdens je jeugd nogal sterk in hun schoenen stonden ga je als vanzelf aan hun mening hangen. Dat maakt weer dat je je eigen mening niet heel sterk ontwikkeld, en dat geeft weer dat je de mening van je ouders hard nodig hebt, wat weer maakt dat zij je die zeker zullen geven.
Ik zou dus zeggen, neem in alle respect eens wat meer afstand. Laat merken dat je hun mening niet nodig hebt want die heb je op je 45e zelf wel. Daarvoor is het wel nodig dat je je dat niet zo laat aangrijpen. Je hebt er veel verdriet van en dat is nou precies het patroon wat de zaak in stand houdt. Neem dus wat afstand (maar eert uw vader en uw moeder!) Vraag niet naar hun mening en geef ze ook geen aanleiding meer die te geven. En al geven ze die wel, laat blijken dat je hun mening in je beslissingen meeneemt maar dat je zelf degene bent die beslist.
En in je gebed kun je natuurlijk alles voor de Heere neerleggen. Laat je geen twijfel aanpraten als je geen verhoring ziet. Heeft God niet beloofd dat op de nieuwe aarde geen traan meer zal zijn? dat de verhouding tussen mensen, dieren en in heel de schepping weer zo zal zijn zoals het bedoeld is? Moet je dan niet concluderen dat je gebed, zonder dat je het doorhebt, al IS verhoord? De vraag is niet of je God dit vragen kunt, en niet of Hij dat verhoren wil, maar of jij er op vertrouwt dat Hij dat al heeft gedaan!