Koren of kaf
Ds. P.C. van Keulen | 2 reacties | 20-09-2011| 16:09
Vraag
Hoe weet je of je 'koren' of 'kaf'' bent? Dat de Heere in je leven is gaan werken of dat je jezelf van alles wijsmaakt? Al lange tijd houdt deze vraag mij bezig. Aan de ene kant is het evangelie heel ruim... Maar aan de andere kant luistert het ook wel weer heel nauw: "tenzij iemand wederomgeboren is, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien." Ik wil nu wat van mijzelf bloot geven, zodat u er misschien een antwoord op kunt geven. Het gaat niet om mij of hoe ik bepaalde dingen ervaren heb. Ik typ dit omdat ik worstel met de vraag: is de Heere in mijn leven begonnen of bedrieg ik mezelf? Als er in de preek of op een andere bijeenkomst gevraagd wordt: "wat doet de preek met je?'Heb je er wel eens wat aan?", dan kan ik van harte ja zeggen. Pas vroeg iemand in een preek: "heb je wel eens echt gebeden?" Hij legde uit wat dat was: heel concreet alles voor de Heere neerleggen. Echt menen wat je zegt... Vooral met mijn werk heb ik vaak ervaren dat de Heere kracht, lust, moed, wijsheid schonk, nadat ik alles aan de Heere mocht voorleggen. Zelf was het mij niet gelukt en zal het nooit lukken op mijn werk, maar Hij schenkt alles! (niet om het gebed, maar op het gebed!!!). Ongeveer vijf jaar geleden liep ik rond met veel vragen... Na een paar maanden worstelen kwam een bijbelgedeelte met kracht tot mij en ervaarde ik een vrede, zoals ik nooit gekend had. De tijd die erop volgde vroeg ik me vaak af of het van de Heere was, of dat ik mezelf maar wat had ingebeeld. Ik heb gebeden of de Heere alles wilde wegnemen wat niet van Hem was en als er iets van Hem was dat HIj er opnieuw op wilde terugkomen. Zo ging er lange tijd voorbij. Af en toe had ik toen veel aan een preek. Ik kan me nog herinneren een preek op Goede Vrijdag 's avonds, over wat de Heere Jezus deed voor vijanden... Ik was zo verwonderd. Maar zo vaak was die verwondering er niet. Een paar jaar gingen voorbij. De Heere leidde bepaalde dingen: plaats waar je komt te werken, e.d. Er kwam een andere dominee in onze gemeente. Ik herkende me vaak erg in zijn preken en leerde er heel veel van. Wel vind ik het altijd vreemd dat de preken waarover ik het meest verwonderd raak (wat betreft de Heere Jezus), ik daar vaak het minst over kan navertellen hoe alles precies verwoord werd door de dominee. Maar het is nodig om te zakken op het enige fundament: Jezus Christus. Het gaat er ten slotte niet om dat ik me herken in preken, maar of Jezus Christus mijn persoonlijke Borg is. En dat kan ik dus niet zeggen. Als er gepreekt wordt over: Heere, ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp, dan heb ik daar zo veel aan. Of een keer de preek over de woorden van Petrus: Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens! Ik geloof zeker dat de Heere voor mij zorgt en dat Hij veel zaken wonderlijk leidt in mijn leven. Maar de woorden "Uw zonden zijn u vergeven" zijn nooit met zoveel kracht tot mij gekomen als bijvoorbeeld het bijbelgedeelte van vijf jaar geleden. Ondertussen kom ik bij mezelf ook veel hoogmoed tegen. Ik schrik er erg van en denk dan: het is niets met mij en het wordt niets met mij. Soms ben ik wel eens bang dat ik heel diep zal vallen doordat het voor de mensen lijkt dat ik zo netjes en serieus ben. Maar ondertussen leven er zoveel zonden in mijn hart. Als ik dan hoor van mensen die het Woord gepreekt hebben en die zich later van het christendom afkeren, word ik erg bang. Hoe zal het ooit met mij aflopen? Die mensen hebben het waarschijnlijk ook niet van zichzelf verwacht, denk ik en die zullen misschien wel echt gemeend hebben dat ze een kind van de Heere waren... Als ik wat lees over zondekennis en de veroordeling door de Wet, dan denk ik: zo diep heb ik het nooit meegemaakt, dus het is nooit echt geweest. Ik kan wel graag naar de kerk gaan en veel over de Heere Jezus willen horen/weten, maar dat valt weg als ik dus lees over hoe diep sommige mensen die veroordeling van de wet ervaren. En nu weet ik ook wel dat de Heere alleen duidelijkheid kan geven... Maar zou u iets willen zeggen over hoe ik moet omgaan met echt en/of schijn, ook in mijn eigen leven.
Antwoord
Beste vragensteller,
Het Evangelie is inderdaad heel ruim en ook heel nauw. Daar is redding voor de grootste van de zondaren in het bloed van de Heere Jezus Christus. Ruimer kan het niet als je in mag gaan zien: voor de gróótste van de zondaren; maar het is ook nauw als we in gaan zien: alleen door het bloed van de Heere Jezus Christus, en nergens, maar dan ook nergens anders door. De hemel zal vol zijn van hen die op aarde in de grootste en vreselijkste zonden geleefd hebben en die het elke keer weer met het kind van God Paulus moesten zeggen: het goede dat ik wil dat doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil dat doe ik, ik ellendig mens wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods. Dat doet God, want nu is Paulus gelukkig ook van dat zondige lichaam, die overblijvende zwakheden verlost.
Ook bij Paulus kwam het Woord van God met kracht, zoals hij nog nooit gekend had en ervaarde hij vrede, waardoor hij later ook mocht zeggen: wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen van God. Zeker, veel kan ons aanklagen en de duivel gebruikt het ook om het echte schijn te doen lijken, maar hetgeen uit Zijn lippen ging ligt vast en onverbroken, al is het 5 of 50 jaar geleden, ondanks onze twijfel, ondanks het gelijk van de duivel en zijn beschuldigingen: "zo doet een echt kind van God toch niet, zoals u/jij doet", maar het kan het echte van God nooit tot schijn maken, want dan zou de duivel machtiger zijn dan God.
Gelukkig mag u ook weten dat de Heere erop terugkwam, zoals u bijvoorbeeld over Goede Vrijdag spreekt: wat Jezus deed voor vijanden, alhoewel de kracht van 5 jaar geleden niet ondervonden werd. Verwacht u het niet teveel van dezelfde (schriftuurlijke) bevinding, moet God precies zo werken als een eerdere keer? Elia had ook al veel ondervonden in zijn leven, zeer krachtdadig, (ook zichtbaar toen hij gevoed werd aan de beek Krith), wat een macht en een kracht van God op de berg Karmel, maar hoe anders op de berg Horeb, waar God tot hem kwam in het suizen van een zachte stilte; hoe anders dan op de Karmel dus, maar niet minder het spreken van God. Zal Elia's gebed bij tijden ook niet geweest zijn: ik geloof Heere maar kom mijn ongelovigheid te hulp? Hoe moedeloos zat hij ook teneer in de woestijn onder de jeneverboom, en de Heere gaf aan deze vernoeide ziel meer en beter dan waarom hij bad en sprak tot hem: sta op en eet, want de weg zou voor u te zwaar zijn.
Onze ogen kunnen zo gericht zijn op onszelf, maar dan kom je teleurgesteld uit. Ook kun je zien, zoals u schrijft, op predikers die afgevallen zijn, ook daar kun je teleurgesteld mee uitkomen, maar nooit met dé Prediker, Hij, Die de woorden van het eeuwige leven heeft, Hij is niet afgevallen, hoe moeilijk het Hem ook viel als mens in de hof van Gethsemane; hoe heerlijk zijn dan ook de woorden die Johannes mocht uitroepen: zie het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt.
U hoort graag de verkondiging van het Woord, maar dat valt weg als u leest over hoe diep sommigen de veroordeling van de wet ervaren. Stelt u dan de ervaring van mensen niet boven het Woord en boven Hem, de Heere Jezus, Die de veroordeling, de vloek van de wet, op het diepst heeft ondervonden: mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Dat is het echte, het onvervalste Woord van God, zonder iets af te doen aan de weg die de Heere met anderen kan gaan of gegaan is. Als Petrus naar Johannes keek zou hij dan niet gedacht hebben: is het bij mij wel echt? Als Paulus naar Stephanus keek zou hij het zich dan ook niet afgevraagd hebben? In het ware geloof leren we afzien van mensen en houden we op met vergelijken, en leren we opzien naar Hem, Jezus Christus, en willen we meer en meer op Hem gelijken.
In het echte geloof willen we niets anders weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd, en dan is het te midden van alles en iedereen bij tijden: en ze zien en zagen niemand dan Jezus alleen, en dáár ligt alleen de vergeving van zonden, en voor straks de wederopstanding van het vlees en het eeuwige leven, waar dan niet meer op elkaar gezien zal worden, maar waar alleen de heerlijkheid van God gezien zal worden in alles en in allen, want daar wandelen ze in aanschouwen en is ook het zwakke en kleingeloof voorbij alsook het grote geloof dat je zo kunt hechten aan woorden van mensen en de bestrijding van de satan.
Laat wat God sprak en wat Hij nog spreekt, de woorden waar je écht alleen mee verder kunt, niet bedolven worden onder de boeken en woorden van mensen (hoe nuttig ze ook kunnen zijn). Als u voor een boekenkast gaat staan, waar ook een Bijbel in ligt, wat is dan voor u het volmaakte boek? Als u negen boeken en een Bijbel moet opstapelen en het echte en alleen betrouwbare moest u bovenop leggen, welke zou dat zijn? De duivel kan en zal zelfs woorden van Godzaligen (van zichzelf mensen) tegen u gebruiken, dat maakt hem niet uit, daarom stel Gods Woord boven alles! Dat is echt, en dat is echt waar!
Met vriendelijke groet en Gods zegen toegewenst,
Ds. P. C. van Keulen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.C. van Keulen
- Geboortedatum:17-06-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Bodegraven
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat jij hierboven schrijft is voor mij heel herkenbaar, al zijn de omstandigheden anders, er zijn heel veel overeenkomsten. op zich heb jij daar verder niets aan, maar daarentegen heb ik heel veel aan het antwoord van ds. van Keulen. Dus ben ik je heel dankbaar dat jij je vragen hebt gesteld.
Aan een ding moest ik terugdenken. Een aantal jaar geleden wilde ik heel graag datgene van de Heere ervaren wat Hij in de jaren daarvoor gegeven had. Iemand zei toen tegen mij:"Het volk Israel kreeg ook het Manna voor een dag met uitzondering van de Sabbat." M.a.w we kunnen het niet doen met onze ervaring, maar wel met de God van die ervaring, Hij is en blijft Dezelfde en weet als geen Ander wat we nodig hebben. Ook al ervaren we lang niet altijd dat Hij er is, toch mogen we weten dat Hij er wel is, dat geeft mij persoonlijk een stuk rust.
Hoe we ook gesteld zijn, God is de Getrouwe, Die niet laat varen het werk van Zijn handen.
Ik herken zoveel in jouw verhaal. Alleen, bij mijzelf is dit een paar jaren geleden en op dit moment heb ik geleerd om anders met zulke vragen om te gaan. Dit moest wel, want ik werd helemaal overspannen van de manier van denken destijds. Helaas is dat dus de manier waarop jij je verhaal doet.
Als ik je verhaal lees, blijkt dat je (nog steeds) heel erg aan jezelf aan het meten bent. Je noemt een aantal dingen die niet goed (genoeg) zijn of zelfs helemaal verkeerd. Oftewel: je kijkt naar jezelf. Je vraagt je niet af hoe God jou ziet, want je zegt bij voorbaat al dat je 'te zondig' bent.
Leer jezelf zien hoe God je ziet: door Jezus ziet hij jou rechtvaardig aan. Prent het steeds weer opnieuw in je hoofd. Enige weerstand hierbij schijnt normaal te zijn... ;).
Ook merk ik uit je verhaal dat je een bepaalde angst hebt om je aan de Heere God over te geven. Want je herkent jezelf wel in bepaalde preken (let op, vooral die waarin naar voren komt dat jij het niet kunt), maar om Jezus nu echt je Zaligmaker te noemen gaat te 'ver'. Ook dit herken ik heel erg bij mezelf hoor, maar het is toch wel heel erg jammer. Probeer te achterhalen waarom je angstig bent. Bedenk steeds weer dat Jezus jouw Redder zeker weten wil zijn! Want als je het moeilijk vindt om te zeggen dat Hij echt je Redder is, denk ik dat je eigenlijk twijfelt of Hij jouw Redder wel wil zijn. En dat wil Hij echt, Hij kwam er voor naar de aarde, toch?!
Probeer eens een maand niet teveel na te denken over de moeilijke dingen die je beschreef. Misschien heel erg moeilijk, want je wordt misschien gespannen en voelt je waarschijnlijk een heeeeeeeeele slechte christen (als je jezelf al christen noemt ;) ). Maar laat eens los......laat het eens aan God over. Hij gaat door met Zijn werk, ook als jij even niks doet of denkt! Moeilijk om je voor te stellen hè? Maar je mag dit proberen te leren, want anders wordt je na een tijdje gek van je eigen gedachten. Zeg gewoon tegen Hem dat je het niet weet: is dit of dat van U of van mijzelf? Zeg gewoon dat je het niet weet en laat het dan ook LOS! Na een aantal maanden zul je erachter komen dat het eigenlijk niet zoveel uit maakt. Probeer het niet te beredeneren, maar probeer te vertrouwen op Hem. Als je weet dat je door je schamele geloof in de Here Jezus voor altijd van Hem bent en dat NIETS je kan scheiden van Zijn liefde: wat doen die moeilijke vragen er dan eigenlijk nog toe? :)