Doop van de besneden Paulus
Ds. C. den Boer | 4 reacties | 16-09-2011| 15:00
Vraag
Waarom werd Paulus eigenlijk gedoopt (Handelingen 9:18)? Hij was toch al besneden (Fillipensen 3:5)? Reformatorische kerken zijn principieel tegen herdoop en ik kan me in dat standpunt vinden, maar als de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is, dan heeft Paulus dus in feite tweemaal het teken en zegel van het verbond ontvangen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
We mogen er van uitgaan, dat Christus’ apostelen verstonden wat de Meester bedoelde, toen Hij hen vlak voor Zijn heengaan uit deze wereld opdroeg om te dopen. Zij hebben dat bevel ook nauwgezet uitgevoerd en bekeerlingen die tot het geloof in de Heere Jezus kwamen, gedoopt. Zowel Joden als heidenen (ook proselieten = heidenen die tot het geloof in Israels God waren gekomen; zij waren besneden). Vgl. ook Joh.3:22; 4:2. We denken verder aan de drieduizend mensen die tijdens en direct na de uitstorting van de Heilige Geest tot geloof in Christus Jezus kwamen.. We denken ook aan Ananías die Saulus van Tarsen na diens bekering doopte (Hand. 9).
Inderdaad is het wezen van de zaak in besnijdenis en doop dezelfde: namelijk teken en zegel van Gods verbond. Maar hoewel besnedenen dat teken reeds hebben, worden zij bij hun komen tot geloof in de Zaligmaker Jezus Christus, ook gedoopt. En dat houdt in, dat zij in hun doop nu ook het teken van hun overgang naar het christelijk geloof ontvangen. Vgl. Rom. 6 en 1 Kor. 12:13. Voor niet besnedenen geldt dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen Daarom worden deze (van huis uit) heidenen), niet besneden; zij hebben in hun doop wat Joden in de besnijdenis hebben. Vgl. Kol.2:11v.
Zie verder over de doop: mijn website: voordrachten, bijbels-theologische kanttekeningen, sub: de heilrijke betekenis van de waterdoop en doop in de plaats van de besnijdenis gekomen.
Met een hartelijke groet,
Ds. C. den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Doop en besnijdenis zijn twee zaken die op zich zelf staan.
Het ene is niet door het andere te vervangen of over te doen.
De besnijdenis hoort bij de Joden. Het was een teken van het verbond met Abraham en met zijn fysieke nakomelingen. Kinderen dus geboren uit Abraham en zijn nakomelingen. Of ze gelovig of niet zijn doet niet ter zake.
Paulus was een Jood en als zodanig een lichamelijke nakomeling van Abraham. Hij werd volgens de regels besneden.
De doop hoort bij Joden en niet Joden. Het is een teken van het verbond met Abraham en met zijn gelovige nakomelingen. Allen dus die dus geloven zoals Abraham geloofde. Of ze Jood of niet Jood zijn doet niet ter zake.
Paulus werd als Jood, volgeling van Jezus door geloof.
De volgelingen van Jezus krijgen de opdracht om zich te laten dopen. Paulus dus ook.
Dit is dus geen herdoop. Het is het teken van een volledig andere status.
er is dus geen bijbelse grond om niet opnieuw te dopen als de eerste doop op valse grond gebeurd is.
De zinsnede 'dewijl dan nu de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen...' komt niet uit de Bijbel, maar uit het klassieke doopformulier. Het zijn dan ook geen geinspireerde woorden.
Er zijn mensen tweemaal gedoopt (mannen uit Efeze, Hand. 19), er zijn Joden die eerst besneden en daarna gedoopt zijn (Hand. 2), er zijn ook Joden die eerst gedoopt en daarna besneden zijn (Timotheus).
Voor de Joden geldt kennelijk niet dat de doop i.p.v. de besnijdenis is gekomen...
De genoemde zinsnede is waarschijnlijk een product van de vervangingstheologie.