Geadresseerde beloften
Ds. M. M. van Campen | 1 reactie | 02-09-2011| 18:00
Vraag
Er staan veel beloften in de Bijbel. Sommige lijken "algemeen", maar veel zijn geadresseerd: de laatste zijn gesproken tegen bijvoorbeeld het volk Israël of, zoals in de brieven, tegen een bepaalde groep mensen. Wat mag ik met die "geadresseerde" beloften? Ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel. Ik wil graag dat die die beloften ook voor mij zijn. Hoe weet ik dat?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
1. Dat er vele, heerlijke en rijke beloften in de Bijbel staan, is al een heel groot wonder. God is niet veeleisend, maar wel veelbelovend. De belofte is het vat en Christus is de schat. Aan Gods belofte heeft mijn geloof houvast, op Zijn toezegging steunt mijn geloof. Gods beloften zijn gebouwd op de liefde van de Vader en het bloed van de Zoon. Luther zegt: van de belofte hangt ons hele heil af. Geloof je dan heb je het, geloof je niet, dan heb je het niet. Om het theologisch te zeggen: het geloof richt zicht op de belofte van het evangelie waarvan Christus het voorwerp is.
2. Elke belofte veronderstelt in de zondaar ellende en gebrek en behoefte. De mens kan in geen omstandigheden komen of er is een gepaste belofte voor in het Woord. R. Erskine schrijft: ‘’De belofte is voor u om ze aan te nemen en te geloven en zult u dan zeggen: zij is voor mij niet? Zult u de genade van God afwijzen? Er is geen nood in een mensenleven of er is een belofte voor.’’ Als je in de Bijbel beloften tegenkomt, schrijf die dan op en in geval van een bepaalde nood kan men dan op een passende belofte pleiten.
3. Nu wat het adres betreft: die zijn velerlei, bijvoorbeeld:
-aan wereldlingen, gevallen mensen (zondaars, ongelovigen en afgekeerden): Zijn beloften worden als reddingtouwen in onze nood neergelaten. Vooral die teksten waarin het woord: wereld of ieder of allen in voorkomt, wijzen daarop. Overbekend is Johannes 3:16: "Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem geloof niet verderve maar eeuwig leven hebbe." De wereld, daar hoor jij ook bij en bij ieder, wordt jij niet uitgesloten. De beloften waarin elk of ieder staat of alwie zijn bedoeld voor de Joden en de heidenen, voor de mensen van vroeger en van nu, voor de rijken en de armen, voor de goede burgers en de grootste der zondaars. Ik denk ook aan een prachtige tekst als Jesaja 55:1: o alle gij dorstigen komt tot de wateren en gij die geen geld hebt komt koopt en eet... Die dorstigen zijn niet alleen dorstigen naar God, maar, getuige Jesaja 55:2, ook zondaar die dorsten naar de wereld. Zelfs die worden genodigd tot de wateren van Gods heil!
-aan zoekers: zie Hebreeën 11:6 wie tot God komt moet geloven dat hij is en een beloner is dergene die Hem zoeken.
-aan vervolgden om Jezus’wil: zie Mattheus 5:11: zalig de vervolgden... want hun loon is groot in de hemel.
-aan Israel: zie Rom11: zo zál gans Israel zalig worden.
-aan discipelen: zie Mattheus 28:20: Ik ben met u alle dagen.
-zelfs aan ossen: zie 1Korinthe 9: 9: een dorsende os zult gij niet muilbanden.
4. Nu moet je inderdaad allereerst kijken tot wie het wordt gezegd. Maar daar is niet alles mee gezegd. Vaak wordt na de eerst geadresseerden een wijdere kring bedoeld. Neem nou de discipelen: Ik ben met u alle dagen tot aan de voleindig der wereld. Dat zegt Christus allereerst tegen Zijn eigen twaalf discipelen. Maar het blijft tot hen niet beperkt: Een ieder die tot discipel van Jezus is gemaakt (door bekering tot God en geloof in de Heere Jezus en wedergeboorte door de heilige Geest) geldt die belofte uit Mattheus 28 evenzeer. Neem bijvoorbeeld de beloften in het OT die voor Israel gelden. Die blijven in de eerste uitleg voor hen, maar er zit ook een praktische toepassing de kerk nu en er zit zelfs nog een profetische toepassing in die in de eindtijd in vervulling zal gaan voor het letterlijke Israel. Ezechiel 37: Over het dal van de dorre doodsbeenderen: dat slaat op [1e] Israel in de ballingschap met de belofte van terugkeer na 70 jaar [2e] vervolgens kun je dat toepassen op opwekkingstijden in de christelijke kerk [3e] én er wacht nog een volle eindtijdelijke vervulling als geheel Israel tot bekering zal komen onder vorst Messias bij Zijn wederkomst.
5. Zelfs de belofte voor de os om die niet te muilbanden als hij aan het dorsen is, word door Paulus in het NT niet beperkt tot de ossen, maar toegepast op Gods knechten. De arbeider is zijn loon waard! 1 Korinthe 9:9 spreekt Paulus: God zegt dit eigenlijk ter wille van ons, want ter wille van ons is dit geschreven!
6. Waar het voor jezelf persoonlijk op aan komt is geloven in Gods beloven. In de Schrift heb je zwart op wit de gouden regels van vele genade- beloften. Johannes 6:37: Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen. Al-wie en daar hoor ook jij bij. Je wordt er niet van uitgezonderd. Zondaren mogen tot Christus komen en zijn bij Hem welkom, omdat God roept en de zaligheid aan de zondaar belooft. Calvijn zegt: zo biedt zich dan Christus aan door het evangelie, maar wij nemen Hem aan door het geloof. Johannes 6:40: Een ieder die de Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, heeft eeuwig leven. Stop nu eens met het ongeloof! Je kun God niet meer smaad aandoen dan dat je Hem die zoveel belooft, niet op Zijn Woord gelooft. Hij weigert zijn genade aan niemand, dan die ze moedwillig verwerpen. Zo gij Zijn stem dan heden hoort, geloof Zijn heil en troostrijk woord, verhard je niet maar laat je leiden. Het Goddelijke beloven gevolgd door een kinderlijk geloven, dan word je gered. Waar je niet langer ‘’ja, maar’’ zegt, maar ‘’Ja, Heere’’! Voor jou? In Johannes 6:42: zegt Jezus: Mijn Vader geeft ú het ware brood uit de hemel! Dat werd gezegd tot de ongelovige Farizeers. Het was zelfs voor hen, maar zij wilden niet tot Hem komen om eeuwig leven te ontvangen. Zij weigerden het te eten.
7. DUS: schrijf al die beloften in de Bijbel die je tegenkomt waarin het gaat over allen, ieder, wie, op en neem ze mee naar de troon van God en je zult ontvangen. Ik zal er een paar voor je opschrijven:
-1 Timotheus 2:4: God wil dat alle mensen (niet allen min jij!) behouden worden en tot kennis van de waarheid komen.
-Handelingen 13:39: het zij u dan bekend mannen broeders, dan door Deze u vergeving van zonden wordt verkondigd en dat in Deze ieder die gelooft, gerechtvaardigd wordt.
-Openbaring 3:20: Ik staan de deur en Ik klop- als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden.
-Jesaja 45: wend u tot Mij alle gij einden der aarde (daar woon jij ook op) en wordt behouden!
-Johannes 1:12 allen die Hem aangenomen hebben hun geeft Hij het recht kinderen van God te worden.
Wie ook maar Christus met blijdschap aannemen zoals Hij door God wordt aangeboden in het evangelie. Met deze geestelijke 1-1-2 (Joh 1:12) , redt je je eigen leven mee! Het kruis wordt je voorgehouden met het bevel en de belofte: zie en leef! Door 1 blik op het kruis is er leven en heil is er leven voor jou en voor mij! Nergens in de Bijbel staat te lezen dat we ons heel ons leven moeten bekommeren om de vraag of Christus nu wel of niet voor mij aan het kruis gestorven is tot mijn heil. Nee het draait om het punt van : geloof je dat?! Niet: is Hij...? Maar: geloof jij?
*Nog één waarschuwing: er zijn grote schurken in de kerk. John Bunyan waarschuwt ertegen: Diabolisten zoals Belofte–Snoeier. Die rakkers moeten geestelijk onder tucht gesteld worden. Wat hebben zulke dominees een kwaad gesticht. Arme zielen deden ze twijfelen aan Gods beloften en brachten hen vreselijk in verwarring zodat zij maar niet konden geloven, dat ook zij in het geloof de toevlucht mochten nemen tot God en Christus die met uitgebreide, uitnodigende armen is gestorven en voor je staat.
De Dordtse Leerregels zeggen zo schoon: Hoofdstuk 2,5: de belofte van het evangelie is, dat een ieder die in de gekruisigde Christus gelooft niet verderve maar eeuwig leven hebbe. Welke belofte aan alle volken en mensen tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn evangelie zendt zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden met bevel van bekering en geloof... Dl 3/4,8: God belooft ook met ernst allen die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.
Bedenk in Gods Woord:
Belofte: Johannes 3:36: Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven. Bevel: Psalm 2:12: Kus de Zoon opdat Hij niet toorne. Bedreiging: Markus 16:16: die niet gelooft zal hebben, zal verdoemd worden. Hij zal oordelen naar geloof of ongeloof, naar het aannemen van Christus of het verwerpen van Hem.
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Verder vind ik vooral dit erg sterk: "Arme zielen deden ze twijfelen aan Gods beloften en brachten hen vreselijk in verwarring zodat zij maar niet konden geloven, dat ook zij in het geloof de toevlucht mochten nemen tot God en Christus". Dat is inderdaad een bijzonder groot gevaar in onze stroming dat in naam van Jezus ernstig bestreden moet worden. "Diabolisten zoals Belofte–Snoeier"vind ik stoere taal waar ik van harte achter sta!