Afvallig geworden
Ds. R. W. van Mourik | 2 reacties | 22-08-2011| 15:30
Vraag
Ik zat net een stukje te lezen over de zonde tegen de Heilige Geest. Wat mij voornamelijk erg angstig maakt, is het feit dat het mensen zijn die voorheen naar de kerk gingen, veel met God en Zijn Woord bezig waren, kortom bekeerd waren en afvallig zijn geworden. Dit bracht bij mij de bange vraag naar boven: kan je dus nooit zeker zijn van je bekering? Het kan altijd weer 'mis' gaan... Die mensen dachten waarschijnlijk dat ze echt bekeerd waren en nu zijn ze afvallig geworden. Zijn dat dan nooit Gods kinderen geweest? Als ik op mezelf zie... Ik ga zo graag naar de kerk, ben vaak met God en Zijn Woord bezig. Terugkijkend op mijn leven kan ik niet anders zeggen dat Hij in mijn leven gewerkt heeft. Maar volgend jaar kan dat dus 'zomaar' anders zijn? Kan ik een afvallige zijn? Wat enorm angstig en onzeker!
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Het is heel goed te begrijpen dat je na zo'n artikel over de zonde tegen de Heilige Geest bang bent dat je, als je bekeerd bent, alsnog een afvallige kunt worden. Ik weet natuurlijk niet wat er in dat artikel staat, maar het kan niet zo zijn dat iemand die God getrokken heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht toch nog verloren kan gaan. Wie door God naar Hem toe getrokken is, laat Hij nooit meer los. Niet voor niets begint elke kerkdienst daarmee dat de Heere niet loslaat wat Zijn begon. Hij laat immers niet varen de werken van Zijn handen.
Dat wil niet zeggen dat er aan het leven van een kind van God niet gerukt en getrokken wordt. De vorst der duisternis zit niet stil om het werk van God kapot te maken. Denk aan Petrus die gezift werd als de tarwe, maar gelukkig wel gehoord had dat Jezus voor hem zou bidden dat zijn geloof niet zou ophouden.
Nu zijn er natuurlijk ook mensen die denken dat ze gelovig zijn, maar het niet echt zijn. Jezus heeft niet voor niets gewaarschuwd voor huichelaars. Mensen die zich voordoen te geloven, maar het echte geestelijke leven niet kennen. In de gelijkenis van het zaad zijn dat de mensen die lijken op het zaad wat in ondiepe aarde valt of verstikt wordt door de doornen. In die zin is het belangrijk om te weten of het echt is in je leven.
Maar goed, wanneer weet je dat? Wat geeft je nu zekerheid om te weten niet verloren te gaan? Wie op zichzelf ziet wordt altijd onzeker. Je bekeerd zijn biedt geen zekerheid. Je moet nooit naar kenmerken in jezelf kijken. De ene dag kun je denken een kind van God te zijn, maar de andere dag is dat gevoel weer helemaal verdwenen. Ja, dat maakt je onzeker en angstig voor die afval waar je het over hebt. Zekerheid biedt alleen het Woord met alle beloften die in Christus Jezus ja en amen zijn. Wat God belooft biedt houvast. Wie zich verlaat op Gods toezeggingen mag weten van behoud. Wie zich verlaat op Gods betrouwbaar spreken mag weten van Gods eeuwige behoud. Daar is nog nooit iemand bedrogen mee uitgekomen. Ja, met je zelf val je altijd om. In jezelf is er niets te vinden op grond waarvan je behouden zou zijn. Als het van je bekeerd zijn of van je gelovigheid zou moeten afhangen komt er niets van terecht. Dan kun je bang zijn voor afval en alsnog verloren te gaan. Maar wie zich werpt op het Woord van God mag weten van eeuwig behoud. Doe dat maar veel en steeds weer. Dat bewaart voor angst en onzekerheid. Als je naar zelf kijkt, kan het nog 'mis' gaan, maar wanneer je op de beloften ziet die in Christus betrouwbaar zijn, kun je nooit verloren gaan. Van je bekering kun je dus nooit zeker zijn, maar van Gods Woord en beloften wel.
En wat is bekering? Dat is kort gezegd: afzien van jezelf en opzien naar God. Dat biedt houvast en zekerheid. Geen angst, maar de blijde zekerheid dat God nooit zal herroepen wat Hij ooit gesproken heeft. Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Zeker weten!
Ds. R. W. van Mourik,
Elburg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R. W. van Mourik
- Geboortedatum:07-02-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Alblasserdam
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En wat een geluk! want ons geloof is zo zwak. Zelfs de discipelen, toen ze om meer geloof vroegen, kregen als antwoord: Al had je het geloof als een mosterdzaadje (en da's knap weinig kan ik je vertellen), dan zou u tegen deze moerbeiboom zeggen, verhef u en wordt in de zee geplant en hij zou u gehoorzamen. Ik zou zeggen, begin es makkelijk, met een kamerplantje of zo, en dan niet gelijk in de zee maar in de tuin van de buren ofzo. Gaat je niet lukken! Dus wat een geluk dat het niet van ons geloof afhangt maar van dat van Jezus Christus.
En als je daar eenmaal van overtuigd bent, dan is het toch ook onmogelijk nog van je geloof af te vallen? Als je eenmaal snapt dat Gods genade zó groot is dat hij jouw behoud zelfs niet van jouw (klein)geloof laat afhangen, dan heb je toch opeens zekerheid van jouw behoud? en dan is het toch onmogelijk God nog de rug toe te keren? Jezus zegt dat ook. Mijn schapen kennen Mijn stem en ze volgen Mij en niemand zal ze uit Mijn hand roven. Want wat van Mij is is van de Vader en niemand kan iets roven uit de hand van de vader.
Ik persoonlijk heb er lang op gestudeerd voor ik zover was dat ik dit snapte, ik loop altijd een beetje achter :) Tót ik een tekst tegenkwam die dit leek te ontkrachten. In Hebreeën staat namelijk dat het onmogelijk is om iemand die werkelijk bekeerd is geweest en die afvallig geworden is opnieuw te bekeren. Had ik het eindelijk allemaal door, kon ik overnieuw beginnen! Maar als je die tekst uit Hebreeën goed leest zegt hij even later, Maar wat u betreft, geliefden, ook al spreken wij zo, wij zijn overtuigd van iets beters, waaraan uw heil hangt.
Oftewel, hij sprak daar over het hypothetische geval dat een bekeerde afvallig zou worden.
De dominee citeerde Paulus al, ik vind dit ook een hele mooie: "Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here". Als je dan bedenkt dat hij engelen en machten in één zin noemt mag het duidelijk zijn wie hij met die machten bedoelt, satan, de gevallen engel. Zelfs die is dus niet in staat jou te scheiden van de liefde Gods! Het lijkt mij dat die belofte betrouwbaarder is dan ons wispelturige geloof.