Rust en onrust
B.S. van Groningen | 5 reacties | 11-08-2011| 15:00
Vraag
Ik ben 18 jaar en lid van de Gereformeerde Gemeenten. Een paar maanden geleden kreeg ik een onrustig gevoel (angst, eenzaamheid) in me. Ik zag wie ik was voor God en waar ik heen ging zonder God. Ik ben Hem gaan zoeken d.m.v. gebed en lezen. In het begin kreeg ik geen antwoord van Hem. Ik dacht dat ik nooit bekeerd zou kunnen worden. Tot ik na enige tijd Psalm 91 las. De hele Psalm sloeg bij mij naar binnen, maar vooral deze tekst: "Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken." Ik kon hier rust uithalen. Na een poosje begon de onrust weer. Steeds vaker kreeg ik antwoord op mijn vragen door het Woord of via een preek. Als dit gebeurde voelde ik dat dit van God kwam en kreeg ik rust hierbij. Tot nu toe blijft het zich afwisselen. Ee ene dag voel ik zoveel liefde van God en voel ik dat Hij mij leidt. De andere dag vraag ik mezelf af hoe ik ooit heb kunnen denken dat ik een kind van God ben, en zegt iets in mij dat ik het allemaal zelf heb verzonnen. Hoe moet ik hiermee omgaan? Hoe kan er zeker van zijn dat ik bij God hoor en mijn zonden vergeven zijn?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Je begint met je leeftijd en het kerkverband, waarvan je (doop)lid bent. Enkele maanden geleden begonnen onrust, angst en eenzaamheid je leven te beheersen. Je zag je verloren leven zonder God en waar dat uiteindelijk op uitloopt. Jouw reactie was het zoeken naar een oplossing door Bijbellezen en gebed. Je zegt, dat je in het begin geen antwoord kreeg en je trok de conclusie, dat je nooit meer bekeerd zou kunnen worden. Bij het lezen van Psalm 91 en in het bijzonder vers 15 was het voor jou of je een duidelijk antwoord van de HEERE kreeg. Het gaf je ook rust, al was het slechts tijdelijk. Daarna kwam de onrust weer. En dan schrijf je: steeds vaker kreeg ik antwoord op mijn vragen door het Woord of via een preek (ook het Woord). Je zegt dan zelf: ik voelde dat dit van God kwam en kreeg er rust bij. Maar rust en onrust blijven elkaar afwisselen. De ene dag ervaar je Gods liefde en de andere dag kun je het niet meer geloven en denk je dat je het zelf hebt verzonnen.
Jouw vraag is niet nieuw: het is de vraag naar zekerheid en hoe je om moet gaan met die wisselende ervaringen: Gods werk of eigen werk? Waarachtige bekering en een waar geloof zijn gaven van Gods Geest door Zijn Woord. De Heere gebruikt daar verschillende wegen voor: bij Paulus een krachtdadige bekering, van Lydia lezen we: en de Heere opende haar hart, dat ze acht nam op hetgeen van Paulus en Silas gezegd werd. Van Timotheüs wordt getuigd, dat hij van kinds af de Schriften geweten heeft, die hem wijs kunnen maken tot zaligheid. Daar is de Heere vrij in, we mogen Hem daar nooit een weg in voorschrijven.
Of die angst, die eenzaamheid bij jou het begin is geweest van jouw bekering kan ik zo niet beoordelen. Maar het zal er wel om gaan dat je weten mag: ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord. Wat ik je nog wel wil vragen is het volgende: is het bij angst en onrust gebleven? In Psalm 116 vind ik het zo duidelijk verwoord: ik vond benauwdheid en … droefenis! Benauwdheid en angsten, bang om te sterven, angst der hel kunnen je tijdelijk bezetten, maar gaan weer over. Maar wat de Heere begint, zal Hij ook voleinden. Daar gaat ook jouw vraag over. Ben ik begonnen, of is de Heere begonnen?
Een kenmerk van genade is, dat je niet meer zonder Hem kunt leven en niet kunt sterven. Hij beheerst je hele leven. En je wordt het ook met de Heere eens! Rechtvaardig kan Hij je voorbij gaan, maar waar de nood van het onbekeerd zijn weegt, ga je roepen met Bartimeüs: Heere, Gij Zone Davids ontferm u mijner. Een kind van God, hoe veel hij/zij ook van de Heere geleerd heeft, vraagt nog steeds: doorgrondt mij o, God en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten. En zie of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg (David in psalm 139).
De zekerheid ligt nooit in onze bevindingen, onze ervaringen, onze onrust, onze (vermeende) rust, maar alleen in het volbrachte werk van Christus. Het is de vaste Rots van het behoud, ook als de zonden je benauwt. Wat ook belangrijk is: het ware geloof rust op het hele Woord van God, niet alleen op bepaalde teksten, maar heel de Schrift. Het schijngeloof/tijdgeloof pakt enkele teksten, maar laat zich niet gezeggen door het hele Woord van God. Dat is eenzijdig. Het tijdgeloof mist de kennis van de noodzakelijkheid van Christus en de geloofsomhelzing van Christus in alles waartoe Hij gegeven is: tot wijsheid, Rechtvaardigheid, heiligheid, ja tot een volkomen verlossing.
Ik citeer een gedeelte uit een recensie van ds. C. Harinck, waar het over geloofszekerheid gaat:
"Bij de geloofszekerheid zijn we voor de volle 100 procent afhankelijk van de Heilige Geest. Je kunt een verslagen hart de schoonste beloften uit de Bijbel voorhouden, maar de beloften zijn stom totdat de Heilige Geest de mond van de belofte opent. Door de werking van de Heilige Geest spreekt God door de belofte tot het hart. De belofte wordt dan waar, en waar voor mij! Ja, zelfs voor een doemschuldige als ik ben. Dan is het niet alleen voor anderen, maar ook voor mij! Dat is de ervaring van Gods kinderen."
Beste vriend, vriendin, tot slot wens ik je van harte toe, dat je vanuit het diepst van je hart niets anders meer overhoudt dan: Geef mij Jezus, of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Wanneer je zo tot Hem komt, mag je verzekerd zijn, dat Hij je geenszins zal uitwerpen, dat is Zijn eigen Woord.
Mocht je nog iets willen lezen over de zekerheid van het geloof, dan beveel ik je van harte aan het boekje van ds. H. Paul – de zekerheid van het geloof, uitg. Den Hertog; 61 blz. Hierin staat een lezing van hem, met 28 vragen en antwoorden, die gesteld zijn op een gemeenteavond. Van harte aanbevolen.
Gods nabijheid in alles toegebeden,
B. S. van Groningen
Dit artikel is beantwoord door
B.S. van Groningen
- Geboortedatum:25-04-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Laat ik je toch maar de tekst geven die mij zo enorm aanspreekt, galaten 2:16 (SV). Daarin staat (in een context dat hij Petrus terechtwijst omdat we niet zalig worden door werken der wet) Dat wij in Jezus Christus geloven om behouden te worden door het geloof ván Jezus Christus. Je ziet, je behoud gaat buiten jezelf om. ook onrust kan je niet bij God vandaag houden. Als je erop vertrouwt dat Jezus alle schuld voor jou gedragen heeft en namens jou wél gehoorzaam is geweest dan gaat het helemaal goed met je komen. Je behoud is dus niet afhankelijk van al of niet aanwezige onrust maar slechts van je erkenning van Jezus als je Here. En als je op Jezus vertrouwd zul je vanzelf merken dat het waar is wat Hij zei: "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven".
Dit klinkt me toch als een voorwaarde in de oren. Eerder lees ik ook de vraag van dhr. Van Groningen of de vraagsteller of hij/zij naast angst en onrust ook benauwdheid en droefenis heeft gevoeld. Dat neigt wederom naar voorwaarden voor de bekering.
Mag ik in alle bescheidenheid aankaarten dat een bepaald gevoelsleven vooraf geen voorwaarde is voor wedergeboorte? Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn naam geloven. Joh 1:12. Lees ook eens Johannes 5 en 6, met name de verzen 5:24 en 6:25-40.
Het lijkt me ook belangrijk om buiten je eigen kring te kijken. C. Harink en H. Paul geven zeker goede elementen aan, maar lees ook eens het boek 'Geloofszekerheid' van W.J. Ouweneel of 'de zekerheid van het geloof' van E. Erskine of 'Wat is geloven' van H. Hegger, 'Gods weg van vrede' van H. Bonar en vele anderen.
Geeft weer eens aan dat men niet hoort in de prediking HOE men met Christus verzoend wordt, en WAARAAN men kan weten dat men "erbij hoort". Ja, schema's en vormen van ellendekennis, maar daarover staat dan weer niets in de Bijbel...