Leven na de dood in O.T.
Ds. J. Roosenbrand | 3 reacties | 22-07-2011| 08:56
Vraag
In het Oude Testament gingen mensen die overleden waren naar het dodenrijk, een plek waar alle dode mensen verblijven en rust hebben (1 Sam. 28). Nu vroeg ik mij af waar in het Oude Testament over een leven na de dood en opstanding in de hemel gesproken wordt.
Antwoord
Beste vragensteller,
De bijbelse boodschap over eeuwig leven begint al in de eerste hoofdstukken van Genesis. God heeft de mensen gemaakt om eeuwig te leven met Hem, om Hem te loven en te prijzen. Nadat de zonde in de wereld kwam, sloot God de weg naar de levensboom af (Gen. 3) om te voorkomen dat de mensen eeuwig zouden leven zonder Hem. Uiteindelijk zal de levensboom weer beschikbaar zijn voor de mensen die zich laten redden door Jezus Christus. Lees Openbaringen 22.
Het antwoord is dus in het kort: in de eerste hoofdstukken van Genesis. Maar je hebt gelijk, het Oude Testament spreekt maar heel zelden over een leven na de dood (overigens: bij de opstanding zal het niet gaan om het leven in de hemel maar het leven op de vernieuwde aarde; lees Openbaringen 21). Maar het is er wel: Jesaja 26:19; Daniel 12:2; soms collectief (Ezechiel 37); Ps. 63:4; Ps. 73:23-24; Ps. 49:16; Gen. 5:24 (Henoch opgenomen in de hemel) en 2 Kon. 2:11 (Elia naar de hemel) - overgenomen uit Woordenboek voor Bijbellezers, Boekencentrum (2005).
Conclusie: de boodschap over eeuwig leven speelt een hoofdrol vanaf het begin. De hoop op opstanding blijft aanwezig, hoewel op een gegeven moment bijna verdwenen. In het Nieuwe Testament komt God in Jezus Christus met het ongedachte: er is eeuwig leven, voor wie gelooft in de Zoon van God! God doet wat Hij belooft. Hij is dezelfde. Vandaag, gisteren en morgen!
Hartelijke groet en Gods zegen,
Ds. H. J. Roosenbrand
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Roosenbrand
- Geboortedatum:05-07-1978
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerd Vrijgemaakt
- Woon/standplaats:Hoofddorp/Haarlemmermeer
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Luc.20:37: Maar dat de doden opgewekt worden, heeft ook Mozes bij de braamstruik aangeduid, waar hij de Here noemt de God van Abraham en de God van Isaak en de God van Jakob. Hij is niet een God van doden, maar van levenden, want voor Hem leven zij allen.
In Hebr. 11 lees je wel van de verwachting die Abraham had:
Hebr. 11:10 Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.
M.i. ligt het oordeel over de valse profeet e.d. in de toekomst (visie op Op.19 en 20). Helaas is in de SV hel (gehenna) en dodenrijk (hades) gelijk vertaald met hel. De HSV heeft dit consequent anders gedaan!