Tot eer van Hem willen leven
J.W.N. van Dooijeweert | 5 reacties | 21-07-2011| 17:09
Vraag
Misschien een hele slechte gedachte van mij, maar de laatste tijd vraag ik met schroom om een bekering zoals God al Zijn volk bekeerd heeft. Ik kan het niet nalaten maar mijn gedachten zijn dan dat Hij het om mij nooit meer kan doen maar of Hij het doen wil tot eer van Zijn naam alleen. Maar God komt toch ook aan Zijn eer als een zondaar verloren gaat? Bij die gedachte kan ik niet meer bidden om bekering. Ik word daar zo wanhopig van. Mijn bidden zou dan enkel slaafse vreze zijn. Ik zou graag tot eer van Hem willen leven maar breng er weinig/niets van terecht.
Antwoord
Beste vraagsteller ,
Misschien voor het idee van anderen een slechte vraag, maar het zal je vraag maar zijn. Ik denk dat het helemaal niet verkeerd of slecht is dit te vragen. Maar draaien we niet een beetje de boel om? De Heere roept ons in Zijn Woord op om ons te bekeren. Er staat nergens een opdracht om te bidden of de Heere je bekeren wil. Dat staat één keer in Jeremia: Heere bekeer ons, dan zullen we bekeerd zijn. Als een soort van noodkreet.
Het is waar om iets in of van jou kan de Heere nooit naar je omzien. Maar Hij ziet naar jou om, ondanks dat jij niet naar Hem vraagt. Hij vraagt naar jou vanuit Zijn onuitsprekelijke mensenliefde. Een liefde die opkomt uit Hem Zelf. Niet om ons. Die liefde is zo sterk dat Hij zich jarenlang over ons uitstrekt, met roepen en nodigen. Trekken aan je, smeken: "Kom, Mijn Zoon, Mijn dochter.." Draai dit toch niet om! Net alsof de Heere je niet wil hebben, en dat jij alsmaar moet smeken opdat Hij naar je luisteren zal. God wil niet zonder ons zijn. Hij wil ons Zijn liefde schenken, doen ervaren.
Een deel van je vraag: "...of Hij het doen wil tot eer van Zijn naam alleen. Maar God komt toch ook aan Zijn eer als een zondaar verloren gaat?"
Alles is altijd tot verheerlijking van Zijn Naam. Zijn driemaal heilige naam (Jes. 6). Maar zoals jij het schrijft is het vaak maar een beetje napraterij. Klinkt vroom, maar is het niet hoor! Afschuwelijk om God aan te wrijven dat Hij er zich in vergenoegd dat mensen in de hel liggen te spartelen. Ik heb dat in mijn leven vaak horen zeggen. Maar een 'evangelieprediker' zal dit nooit over zijn lippen laten komen.
Wat staat er in de Bijbel? Kijk mee: "De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen", 2 Petrus 3:9.
Ja, maar dat moet je in een bepaald verband lezen… Etc. Nee! Je moet het lezen zoals het er staat. God zit niet uit te zien om mensen verloren te laten gaan. Hij, de Schepper van hemel en aarde, bleef na de val in het Paradijs toch van Zijn mensen houden.
Je kunt niet meer bidden. Je wordt zo wanhopig als aan die negatieve kant denkt. Hoe komt dat? Omdat de duivel het je influistert. Met deze gedachte ga je verloren. Ze brengen je nergens. Laat je omhelzen door Gods eeuwige liefdearmen. Op Golgotha zie je ze wijd uitgespreid. Hij wacht op jou! Stop met dwingen en zeuren over een paar bepaalde uitdrukkingen die je gehoord hebt en laat je zaligen. De Heiland wacht. Ook op jou. "Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil en troostrijk Woord. Verhard u niet, maar laat u leiden."
Kom er gerust op terug, ik weet hoe de satan je in de hoek kan drijven. Maar we blijven zoeken naar de rust in Jezus Christus. Toch?
Van harte Gods zegen,
Evangelist J. W. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
lees ook het boekje eens van C. H. Spurgeon rondom de enge poort. deze man heeft hierover zo veel gezegt.
en weet je die klopt die zal opengedaan worden! die zoekt die vind!
hartelijke groeten
God komt niet aan Zijn eer door tussenkomst van mensen. Hij komt niet aan zijn eer doordat een gelovige in de Hemel komt en niet omdat een ongelovige naar de hel gaat. Daar is Hij te groot voor en wij te klein. Wij kunnen Hem niets toevoegen waardoor Hij eervoller zou zijn dan Hij al was. In de bijbel staat dat zo:
Hand.17:24: De God, die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is, die een Heer is van hemel en aarde, woont niet in tempels met handen gemaakt, en laat Zich ook niet door mensenhanden dienen, alsof Hij nog iets nodig had, daar Hij zelf aan allen leven en adem en alles geeft.
Hij is dus de oorsprong van alles en wij kunnen hem niets geven, ook geen eer, alsof Hij nog iets nodig had.
Wat we wél kunnen is Hem liefhebben, en laat dat nou nét het grote gebod zijn :) Het gevolg daarvan is dat wij Zijn Naam groot maken maar het is niet zo dat Hij daardoor geëerd wordt.
En tenslotte, als je, overduidelijk, gelooft dat God bestaat, waarom zit je dan te wachten op een gevoel dat helemaal niet hoeft te komen? Jouw vraag om bekering is al een teken van die bekering zelve! Denk je echt dat als jij hartelijk verlangt om God de eer te geven die Hem toekomt, dat dat dan NIET van de Heilige Geest zou kunnen komen?
Dat je er dan vervolgens nog steeds weinig van terecht brengt is normaal. Ook Paulus die zelfs in de hemel is geweest (en die dus al niet meer hoeft te geloven omdat hij het zeker weet) zegt nog van zichzelf dat hij niet doet wat hij wil, maar juist wat hij niet wil, dat doet hij. Maar zegt hij dan, dan doe ik het niet meer maar de zonde die in mij woont. Dat is er dus de oorzaak van dat, terwijl jij al lang door God bent 'vastgepakt'(en dan laat Hij nooit meer los!) jij er toch niets van terecht brengt.
Na alle kostbaarheden die al vermeld zijn wil ik er toch nog iets aan toevoegen.
Als je Romeinen 7 leest dan zie je daar iemand die worstelt met zijn zondige natuur en er maar niet over uit kan dat hij nog steeds zondigt tot hij in zijn wanhoop roept "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?", en dan is daar plotseling die heerlijke lichtstraal, het stoppen met kijken naar zichzelf, het zoeken van een oplossing buiten zichzelf en wat hij ziet is de waarde van het offer van Christus, en dan roept hij het uit : "Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere."
Dit is goed om met je verstand te begrijpen, maar vergeet niet dat het ook een proces is waar iedere gelovige doorheen gaat. En hoe meer je gaat zien van je eigen tekortkoming, hoe meer je afhankelijk wordt van Christus, zoveel meer ga je dan ook zien van de ontzaglijke grootheid van Zijn werk. Het is moeilijk uit te leggen, maar beleef het, iedere keer weer, de volheid van Zijn genade.