Onderdeur
Ds. P. van de Voorde | Geen reacties | 01-06-2011| 15:50
Vraag
Ik heb pas een lezing gehoord en daar werd gezegd dat het woord "de jongste" zoiets betekent als "onderdeur". In 1 Sam.16:11 staat: De jongste is nog achtergebleven... (over David toen Samuël hem tot koning zalfde). En dat woord zou dan in die tijd gebruikt zijn voor iemand op wie neergekeken werd omdat hij of zij een buitenechtelijk kind zou zijn. Dat zou dan ook kloppen met Ps. 51. "Ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen." Mij is altijd geleerd dat daar de erfzonde mee bedoeld werd, maar zonder verder de erfzonde te ontkennen vraag ik me toch af of die andere verklaring ook mogelijk kan zijn. Ik ken de grondtaal niet, dus ik weet niet of "de jongste" echt die betekenis heeft. Het zou wel verklaren waarom David pas op het laatste moment geroepen werd, toen Samuël vroeg of dit alle zonen waren. Dat komt zoiets over als: O ja, er is er nog één, niet zo belangrijk, maar nu je het vraagt, ja...
Antwoord
Beste vragensteller,
In de grondtekst kan het woord "de jongste" in 1Sam. 16:11 op verschillende manieren vertaald worden. "De jongste" is een prima vertaling (vgl. Gen. 44:20); "de kleinste" (1 Kon. 12:10) is ook een mogelijke vertaling. Inderdaad kan het woord ook (vrij) vertaald worden met "onderdeur". Het is iemand van weinig betekenis. Dit was in de regel ook zo met de jongste in die tijd. Dat David een buitenechtelijk kind zou zijn is een persoonlijke interpretatie door degene die de lezing hield. Dit geldt dus ook voor de interpretatie van de woorden uit Ps.51: "Ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen."
De koppeling van deze woorden met het leerstuk van de erfzonde is mogelijk, maar niet noodzakelijk. De woorden van David komen vanuit een door schuld beladen hart en niet van een theoloog die een leerstuk over de erfzonde ontwerpt. Dat erfzonde een Bijbels gegeven is kunnen we ook en duidelijker lezen in bijvoorbeeld Rom. 3:9-20; in Rom. 3:4 verwerkt Paulus overigens ook Ps. 51:6.
Nu een antwoord op je concrete vraag. Persoonlijk houd ik het in 1 Sam. 16:11 op "de jongste" en daarom iemand van weinig betekenis. In het geheel van het boek Samuel krijgt dit betekenis. Er ontstaat in deze geschiedenissen duidelijk een contrast tussen David en de eerste koning, Saul, die door het volk was uitgekozen. Saul was groot in de ogen van het volk (1 Sam. 8:19; 10:23-24), maar gering in de ogen van God (13:14). David was "de jongste", klein van stuk, en daarom van weinig betekenis, maar wel "een man naar Gods hart" (13:14).
Daar zit gelijk een les in. Saul voldeed aan menselijke maatstaven: groot, sterk met een hoge X-factor. David was van weinig betekenis, maar had een vernieuwd hart. Hij mocht door genade, met vallen en opstaan!, Gods weg gaan: de weg van gehoorzaamheid. De boodschap voor ons is iets om over na te denken.
Ds. P. van de Voorde
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. van de Voorde
- Geboortedatum:18-08-1975
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wijngaarden
- Status:Inactief