Borderline en geloofsleven
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 26-05-2011| 18:08
Vraag
Ik ben halverwege de twintig en heb de diagnose borderline. Dat is erg heftig om mee om te gaan. Vooral in mijn geloofsleven levert dat conflicten op. Ik denk of 'zwart' of 'wit'. Niets er tussenin. Zowel als het gaat om zaken waarin satan mij trekt, als in zaken die God van mij vraagt. Dat geeft erg veel strijd in mijn leven. Ik weet niet hoe ik hier mee om moet gaan. Kunt u mij adviseren?
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Bedankt voor je vraag. Het is goed dat je je vraag gesteld hebt. Je schrijft dat je de diagnose borderline hebt en dat het erg heftig is om daarmee om te gaan. Vooral, schrijf je, levert dat voor je geloofsleven conflicten op. Je denkt "zwart-wit", niets er tussenin. Ik weet niet wie de diagnose borderline bij je vastgesteld heeft. Ik neem aan dat je professionele hulp gezocht hebt en die hulp ook krijgt. Maar het is waar: zwart-wit denken is een van de kenmerken van borderline. En het geloofsleven staat daar niet los van. Vandaar dat je schrijft over zaken waarin de satan aan je trekt en daartegenover zaken die God van je vraagt. Die twee botsen met elkaar, misschien heel concreet: als je heftig op iets reageert en daar een tijdje later spijt van hebt. Of als je erg in de put zit, de Bijbel en de preken je weinig of niets zeggen, en een of twee dagen later is het weer heel anders. Of… Je kunt het het beste zelf invullen, want je kent jezelf het beste. Misschien kan ik het samenvatten door te zeggen: je bent echt een ‘tweemens’ (je zult die uitdrukking wel kennen): vandaag ben je een Petrus, morgen een Simon, vandaag is het: "Ik wil het goede doen", en morgen: "het kwade dat ik niet wil, dat doe ik." Je vindt dat bijvoorbeeld in Romeinen 7, een hoofdstuk dat je best veel gelezen zult hebben. Ik bedoel natuurlijk niet dat Petrus en Paulus borderliners waren, maar wèl dat zoveel van wat van hen geschreven staat, voor jou herkenbaar zal zijn.
Nu is je vraag: hoe je daarmee moet omgaan. Het antwoord is niet zo gemakkelijk omdat ik je precieze omstandigheden niet ken. Laat ik verschillende dingen zeggen:
In de eerste plaats: Lees in de Bijbel de verschillende voorbeelden die ik noemde (er zijn er nog meer; denk aan de ups en downs in het geloofsleven van de psalmdichters) en probeer te ontdekken hoe zij daarmee omgingen. Nog eens: natuurlijk zijn zij geen borderliners, maar toch is er veel van te leren: hun vallen en weer gegrepen worden, zonde en genade, zonder God niet kunnen en toch God zo vaak ‘kwijt’ zijn, roepen naar God en dikwijls geen gehoor vinden en toch later weer wel, enz. Vooral Romeinen 7 zal heel herkenbaar voor je zijn. Wat zegt je die uitroep van Paulus, aan het slot: "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen"…? En meteen daar achteraan: "Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere." En daarop volgend zijn ‘slotconclusie’: "Ik dien zelf met het gemoed (zoals ik het zou willen, zoals het in mijn hart ligt) de wet van God, maar met het vlees (die satan die mij trekt, om je eigen woorden te gebruiken) de wet van de zonde."
In de tweede plaats, en dat heeft nauw met het voorgaande te maken: Probeer van dag tot dag ("uur tot uur") te leven uit de vergevende genade van de Heere Jezus Christus en zóek die vergevende genade. Het is niet voor niets dat Jezus mensen die Hij eerst leerde zeggen: "Onze Vader" in datzelfde gebed leerde bidden: "Vergeef ons onze schulden." Geweldig als je (en dat hoop ik ook voor jou), ziende op de genade van de Heere Jezus Christus "onze Vader" kunt zeggen. Maar dan blijft het gebed om vergeving van schulden nog elke dag nodig. Voor elke christen geldt namelijk: "Tot de laatste snik, blijft het eigen ik." Jij zult dat, denk ik, dikwijls ervaren.
In de derde plaats: Probeer, als de veroordelingen op je afkomen, Gods beloften te overdenken. Een van de oudvaders zegt dat, en hij tekent erbij aan: Gods beloften in de Heilige Schrift zijn meer dan Zijn veroordelingen. Voor degenen die hun zonden belijden en niet zonder de genade van de Heere Jezus Christus kunnen.
In de vierde plaats: belangrijk is natuurlijk alles te vermijden waardoor de satan (om je eigen woorden te gebruiken) trekt. Ben je gauw heftig: bidt God om een wacht voor je lippen (Psalm 141), leer tot tien te tellen voordat je reageert; lukt dat niet, ga dan een poosje weg om even tot bezinning te komen, vermijd alles waardoor je de verkeerde kant opgetrokken kunt worden, enz. Ik weet wel dat dat heel gemakkelijk gezegd is. Maar je zult het met me eens zijn dat dàt de weg is.
In de vijfde plaats: Ik zei het al: ik ken je omstandigheden niet. Maar: misschien heb je weinig zelfvertrouwen. Probeer daar met Gods hulp aan te werken. Je mag er zijn zoals je bent, met al je vallen en opstaan. Probeer evenwicht in je leven te vinden, in je doen en laten. Je schrijft dat je halverwege de twintig bent. Als God het je geeft ligt er nog een heel leven voor je. Een leven van groei. Ieder mens moet ‘groeien’. Groeien kan in jouw geval betekenen: leren leven met de zwakheden en eigenaardigheden (en eigen aardigheden!, want die heb je vast ook!) die je hebt. En leren groeien in een vast en evenwichtig leven, vooral in het geloof in God.
Borderline komt bij mensen vóór hun dertigste jaar het heftigst voor, las ik ergens. Misschien zit jij juist in deze jaren in een heftige tijd. Zoek evenwicht in je leven. Zoek de leiding van God. Weet dat God er voor ieder die niet zonder Hem kan is. Ook voor jou.
En: ik noemde al even professionele hulp. Dat is, naast datgene wat ik schreef, ook nodig. Ik neem aan dat je die hulp zocht en krijgt.
Beste vriend of vriendin, ik hoop dat ik je wat geholpen heb. God sterke je. Zijn nabijheid toegewenst.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief