Menselijke redenering
Ds. M.F. van Binnendijk | 3 reacties | 12-05-2011| 09:36
Vraag
Een belangrijk aspect van het christelijk geloof is dat God de Vader het liefste wat Hij had naar deze aarde zond om zondaren zalig te maken. De relatie van God met Christus wordt daarmee menselijk beredeneerd, alsof God een (menselijke) vader is met een zoon die Hij opoffert voor het welzijn van de mensheid. Ik kan hier niet zo veel mee omdat: 1. God geen menselijke vader is met liefde tot Zijn Zoon maar een Goddelijk wezen en onderdeel van een Goddelijke drie-eenheid met Zijn Zoon en de Heilige Geest. 2. God wist al dat Zijn Zoon op zou staan en daarmee de zaligheid zou verdienen. Daarmee gaat de vergelijking van een vader die zijn kind opoffert niet op. 3. De redenering dat de Zoon het liefste was wat de Vader had lijkt ook een puur menselijke redenering. Kunt u daar wat licht op laten schijnen?
Antwoord
De gestelde vraag doet mij in eerste instantie reageren met de opmerking, dat we niet voortdurend met menselijke redeneringen de dingen moeten (willen) benaderen, alsof wij over Gods schouders meekijken en Hem bij tijden ter verantwoording schijnen te moeten roepen. Wij kijken van beneden, God kijkt én beneden én van boven. Wat God ons mensen te kennen geeft, is nog altijd aangepast aan ons kleine kabouterverstand (D. Martyn Lloyd Jones, "Het hart van het Evangelie").
Dáárom werd God mens (Anselmus van Canterbury, Cur Deus Homo). Wij hebben openbaring van boven af en wij hebben ‘gewone’ Schriftgegevens ofwel getuigenissen daarover.
Wanneer wij deze Schriftgegevens overzien, wordt een aantal zaken glashelder:
1. God de Vader heeft het liefste dat Hij had naar deze (onze!) aarde gezonden om zondaren, dat is mensen zoals wij, zalig te maken. Zie bijv. Joh.3:16. God zond niet maar de engel Gabriël of zomaar een engel om ons te verlossen. Nee, het liefste dat Hij had. Eniggeboren. Niemand zoals Hij! Zo is er maar Eén. Kun je dat menselijke redenering noemen?
2. De Bijbel spreekt op veel plaatsen antropomorf (Gr. antropos = mens; morfè = beeld, vorm, gelijkenis), dat wil zeggen: in menselijke beelden, of ook: naar menselijk bevattingsvermogen over God en Zijn relatie tot Zijn Zoon. Het is niet de vraag, of ik daar wat mee kan. Het is veelmeer zaak om mij er over te verwonderen. Het is te aanbidden, dát God Zijn eniggeboren Zoon ervoor over had om mensen zoals wij te redden van het verderf. God wil én maakt Zelf een weg van verlossing.
Ook al begrijpen wij die weg niet (altijd), het is en blijft nog altijd Gods eigen keuze om het zó te doen en niet anders. Daarbij is God absoluut niet afhankelijk van mijn begrijpen, maar God is wel verlangend naar mijn geloven en mijn beamen van Zijn plan. Van Abraham vraagt God het offer van zijn zoon (ofwel: het offer van zijn vaderhart!). Maar God voorziet op het juiste moment in een ram (Genesis 22). Meer dan genoeg voor Abraham op dat moment. Maar tegelijk (voor hem en voor ons) al een heenwijzing naar Gods doen in wat komen gaat: God zal door middel van Zijn eigen Zoon (als Lam ter slachting) voorzien. Er is niemand die het dán voor Hem opneemt…
3. "De Heilige Geest is de kus van de Vader aan de Zoon" zei Augustinus. Over de heilige Drie-eenheid gesproken. Dan gaat het over de interne relatie binnen het Goddelijke wezen (zie Johannes 17).
4. God wist niet alleen van de opstanding van Zijn Zoon en de verdienste (uitwerking) daarvan voor de gelovigen, maar Hij heeft dit ook voorbestemd (zie Efeze 1:3-14).
Ds. M. F. van Binnendijk,
Capelle aan den IJssel
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.F. van Binnendijk
- Geboortedatum:30-11-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Stadskanaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Alzo LIEF heeft God de wereld...
Er staat niet:
alzo lief heb Ik Mijn Zoon zodat ik hem maar aan de wereld geef...
God heeft de mens lief, maar ook Zijn zoon. Want bij de doop klinkt er een stem uit de Hemel.
Dit is mijn geliefde Zoon in wie Ik een welbehagen heb.
Dat is al 2 keer dat er geschreven staat dat God een Zoon heeft maar ook dat Hij Zijn zoon geliefde noemt. (er staat geschreven.....)
Nu kan je zaken rationaliseren maar in alles zal je 1 ding moeten beamen. Zie je het oude en het nieuwe testament als Zijn Woord. Dat is Het woord Van God. Als dat zo is dan zal je het moeten aannemen als zijnde waarheid. Als je dat niet gelooft dan heb je ook niets aan de stelling, want dan geloof je ook niet dat God door Zijn Woord spreekt. Als je twijfelt aan Zijn Woord dan lijk je op de golven van de zee (jak1:6) en die zijn een speelbal van de wind.
Dus in alles heb je keuze mogelijkheid waarbij de vraag is waar je zelf naar toe wilt.
B.v. "Wat is de definitie van Zoon", "Is God wel betrouwbaar omdat Hij uiteindelijk toch God is" en ga zo maar even door. Hierdoor wordt het wel meer een filosoferende bezigheid.
Wat ik persoonlijk opmerk is dat ik de gedachten achter de vragen niet duidelijk krijg. Dat ik de gang niet zo goed kan volgen of het motief. Sterker, begrijpen hoe de relatie tussen God de Vader de Zoon H.Geest onderling is, is als geheimenissen van de Hemel proberen te begrijpen. Jezus doelt hier op, een mens kan dit niet zomaar bevatten. Dat zoeken naar die onderlinge relatie of de tegenstelling, is eigenlijk wel wat je door je vraag heen wilt zoeken...
Er staat geschreven: " zoek (daarom) eerst het koninkrijk van God". Ondanks dat het van invloed is, is het koninkrijk niet een onderlinge relatie. Het is echter wel een koninkrijk.
De vraag is hoe vindt je het dan?
Geef je over aan de Koning.
Buig je voor Hem neer
Want het is Jezus Christus die Koning der koningen is
Die machten en overheden heeft ontwapent en onttroont
Die de dood en satan overwonnen heeft
Geef je aan Hem over
Maak de stap om je erfenis in bezit te nemen
Wees niet langer eenzaam
Leef niet langer met gedachten van een wees
Maar bekeer je en geef je over aan de Koning
wordt een zoon of dochter van de levende God en Vader
Zodat ook jij
mag opgroeien in het zoonschap
Als gereformeerde bonder opgevoed kan ik er ook nog wel een paar bijbelteksten tegen aangooien, maar mijn eerste gedachte na het lezen was aan Willem Wilmink, de man bij wie ik nog college gevolgd heb.
Hij een RK man en ik refo opgevoed.
Na college gingen we met hem en naar de kroeg om er een paar Duveltjes te drinken en fijn te praten. Het was een openbaring voor mij om zo met een volwassen mens te praten, een geleerd man die zo eenvoudig was gebleven.
Het menselijk geluk
De huur betaald. De stoep geschuurd.
Een goede visboer in de buurt.
Een meid die als ze naast je gaat,
loopt te zingen over straat
Zo heeft hij heel veel mooie liedjes en gedichten geschreven, niet met de zwaarmoedigheid waar ik mee was opgevoed. Wel met liefde voor mensen en hij was een diepgelovig RK .