Hoofddeksel tijdens huwelijksinzegening

Ds. G.A. van den Brink | 7 reacties | 11-04-2011| 09:53

Ik heb een vraag aan een HHK-dominee over een huwelijksinzegening. Sinds een paar maanden, na een lange tijd hierover te hebben nagedacht en mede dankzij onze Heere, hebben mijn toekomstige vrouw en ik ons over laten schrijven naar een HHK-gemeente. We zijn enorm blij dat we in deze gemeente lid mogen zijn. We gaan ook binnenkort trouwen, maar er zijn vragen bij mij opgekomen wat niet betrekking heeft op onze relatie maar eigenlijk meer op mijn familie. Mijn familie is PKN en die van mijn toekomstige vrouw Ger. Gem. in Ned. Wat de HHK heeft is bijvoorbeeld een hoofddeksel bij vrouwen de gewoonte. In de meeste PKN-gemeenten is dat totaal niet zo, die zijn dat ook niet gewend. Maar is het verplicht voor vrouwen uit mijn familie die PKN zijn om op onze trouwdag een hoofddeksel te dragen? Ook heb ik nog een vraag over de toekomst. Mocht het zijn dat wij gezegend worden met kinderen en ze willen laten dopen, is het dan verplicht om bij een doopdienst binnen de HHK dat de vrouwen van mijn familie die PKN zijn een hoofddeksel te dragen?

Beste vragensteller,

Dank voor je vraag. Fijn dat jullie zo duidelijk samen een kerkelijk onderdak gevonden hebben!

Je vraag gaat over het hoofddeksel. Er spelen hier allerlei zaken mee: theologische en exegetische, maar ook sociale en psychologische. Dat maakt het niet eenvoudig om tot een antwoord te komen. Laat ik drie opmerkingen maken:

1. Over het gedeelte waarin Paulus spreekt over het hoofddeksel (1 Kor. 11:1-16) zijn veel uitlegkundige vragen te stellen: zijn er tijdbetrokken elementen in aanwezig, wat is de "macht" van vers 10, hoe verhoudt zich het hoofddeksel tot het haar (vers 15), gaat het over alle vrouwen of alleen over getrouwde vrouwen, enz. Ook in onze eigen traditie zijn er veel verschillende verklaringen gegeven. Calvijn is weer anders dan Matthew Henry, enzovoort. Maar één ding is duidelijk: Paulus vindt het een bijzonder belangrijk punt. Het is voor hem zeker geen bijzaak. Hoe dan ook raakt dit gedeelte het hart van het Evangelie.

2. Het gedeelte staat heel duidelijk in de context van de vraag hoe de gemeente zichzelf moet zien (zowel ervoor als erna wordt er gesproken over het Heilig Avondmaal). Het gaat over de relatie van de Christelijke gemeente tot het hoofd Christus (vers 3). De vraag is dus niet allereerst hoe ieder mens (man of vrouw) vanwege de schepping tegenover God staat, maar hoe iemand door het geloof in Christus mag staan tegenover God en Christus. De kernvraag is daarom niet hoe een willekeurige bezoeker van een kerkdienst zich moet gedragen, maar hoe de gemeente zelf zich opstelt en verhoudt tot God. Het lijkt me daarom dat een bepaalde ontspannenheid ten opzichte van gasten en mensen die eenmalig de dienst bezoeken, past bij de strekking van het gedeelte. Iedereen is welkom in de kerkdiensten, maar toch kan duidelijk worden dat de ware gemeenteleden zich in de eredienst anders gedragen dan anderen. Dit geldt wel heel duidelijk in avondmaalsdiensten, maar ook in gewone diensten (waaronder doopdiensten en trouwdiensten) kan deze lijn worden aangehouden.

3. Ik moet erbij zeggen, dat juist de vele vragen die er vanuit 1 Kor. 11 te stellen zijn, betekent dat verschillende gemeenten er verschillende invullingen aan geven. Dat geldt ook binnen de HHK. Sommige gemeenten verlangen dat alle vrouwelijke bezoekers van de diensten een hoofddeksel dragen, anderen zijn milder. Omdat ik niet weet om welke gemeente het concreet gaat, raad ik aan om hierover contact op te nemen met jullie kerkenraad en te vragen wat jullie hierover tegenover familie, vrienden en bekenden kunnen melden.

Van harte Gods zegen toegewenst!

Met vriendelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.A. van den Brink

• Geboortedatum:
  05-01-1974
• Kerkelijke gezindte:
  Hersteld Hervormd
• Woon/standplaats:
  Apeldoorn
• Status:
  Actief

248 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven