Ontstaan van gemeente
Ds. K. van den Geest | 1 reactie | 11-03-2011| 13:00
Vraag
Ik heb een vraag over de kerk/gemeente. In de Bijbel staat dat er gemeente ontstond doordat er mensen in Jezus gingen geloven en die elkaar toen opzochten om samen te zijn. Uit die samenkomst werden dan oudsten en diakenen gekozen. In kerken zoals wij die kennen gaat het precies andersom. Er wordt een kerk gebouwd en de mensen moeten naar de kerk gaan om bekeerd te worden. En iedereen die lid is van de kerk hoort bij de gemeente. In de Bijbel werd dat toch geen gemeente genoemd. Taalkundig klopt het natuurlijk wel, want als je een groep mensen bij elkaar hebt heb je een gemeente. Maar het hoort de gemeente van de Heere Jezus Christus te zijn denk ik. En die gemeente zou o.a. moeten evangeliseren, onderwijzen en dergelijke. Is dat niet veel bijbelser?
Antwoord
Mij ontgaat de precieze bedoeling van deze vraag. Begrijp ik het goed dat je hier een tegenstelling maakt tussen gemeente en kerk? Laat ik proberen een antwoord te geven vanuit wat de essentie van een gemeente is.
Het meest wezenlijke wat je van de kerk kunt en moet zeggen is: de kerk is van Christus. Hij is de Goede Herder die zijn schapen roept (Joh. 10). De schapen volgen Hem, omdat ze zijn stem kennen, zegt Jezus in Joh. 10. D.w.z.: wie echt van Jezus zijn, die laten zich door Hem roepen en die zullen Hem gehoorzamen. Een kudde is een gemeenschap die niet ontstaan is uit eigen initiatief: de herder roept de schapen, hij verzamelt hen. Zo is het ook met de kerk van Christus: niet wij hebben elkaar opgezocht, maar Christus heeft ons als gelovigen bij elkaar gebracht.
En dat is een gemeente: iets wat bij elkaar gebracht is door God zelf! Dat gebeurde in het Oude Testament, dat gebeurt in het Nieuwe Testament, dat gebeurt nog steeds. Dat doet God vandaag nog altijd, doordat mensen tot geloof en bekering geroepen worden d.m.v. zijn Geest en Woord. Dat Woord wordt gepredikt door zijn kerk, door de gemeente dus. En dat prediken, dat doen wij allen als leden van die gemeente: niet alleen de dominees en voorgangers op zondag en doordeweek in hun onderwijs, maar ook alle andere gemeenteleden door hun levenswandel en getuigenis. In die zin heeft een gemeente een onscherpe grens: het evangelie wordt uitgewaaierd in de wereld door alle manieren waarop de kerk en de gelovigen in die wereld aanwezig zijn en getuigen. Zo ontstaat een netwerk van mensen die Jezus Christus beginnen te zoeken en te kennen. Ook zij moeten naar die kudde en naar de schaapskooi van de Goede Herder geleid worden (Joh. 10:16).
Dit betekent niet, dat er ook niet een omgekeerde beweging kan zijn. De eerste beweging is die van komen: Jezus roept, dan moet je komen tot zijn gemeente. Maar er is ook een beweging andersom: die van gaan. De kerk moet de wereld ingaan (Matt. 28:19!). Dat kan ook betekenen: buiten de ‘omheining’ van de schaapskooi zoeken naar nieuwe plekken om mensen te verbinden met elkaar in Jezus Christus. Want het is niet zo makkelijk om mensen die tot geloof (beginnen te) komen zo maar in gevestigde kerken binnen te brengen. Vaak staat de hele kerkelijke wereld en kerkcultuur ver van hen af. Misschien moeten gelovigen wel uitgaan en op heel andere plekken gemeenschapjes stichten: in café’s, buurtcentra, theaters, scholen, inloophuizen. Daar bereik je misschien (waarschijnlijk) mensen die je anders niet zou bereiken.
Dus dat de kerk van Christus is en het Woord verkondigt (ook in het getuigenis van haar leden), waarop wie Christus leert erkennen tot Hem en zijn gemeente zal komen, dat is en blijft één. Maar datzelfde kun je ook doen door hen niet te laten komen maar door zelf naar hen te gaan.
Dit is mijn voorlopige antwoord, maar als dit antwoord toch langs de vraag heen schiet, hoor ik het graag en hoop ik dat je dat wilt verduidelijken, dan zal ik er opnieuw op in gaan.
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
wat belangrijker is, en ook in je vraag naar voren komt, is hoe de gemeenteleden in de gemeente staan. Bijbelgetrouw is niet zozeer het onderschrijven van de leer, maar het naleven ervan.
worden er in een gemeente/kerk van de leden ook discipelen gemaakt? krijgt iedereen er de ruimte om zijn/haar gaven en talenten in te zetten? hoe vrijblijvend mag je de banken vullen in de kerk? een discipel van Christus is te herkennen aan de vrucht op zijn/haar leven. de gezondheid van een lokale kerk/gemeente aan het totaal van die vruchten