Geadresseerden Petrusbrieven
Ds. C. den Boer | 3 reacties | 07-02-2011| 09:13
Vraag
Ik heb nog een verhelderingsvraag over het adres van de apostolische brieven. Met name over de brieven van Petrus. Petrus schreef die brieven aan de uitverkorenen naar de voorkennis van God en aan degenen die het geloof verkregen hebben door de rechtvaardigheid van onze God en Zaligmaker Jezus Christus. Paulus heeft het in de Efezebrief ook over deze uitverkorenen. Kun je zeggen dat de inhoud van deze brieven voor alle gemeenteleden is bestemd? Hoe moet ik dat nu zien? Hoe moet je de inhoud van zo'n brief nu bepreken aan de mensen die niet weten of ze uitverkoren zijn?
Antwoord
Ik beperk me tot de beide Petrusbrieven.
De eerste lezers van de beide Petrusbrieven worden in beide brieven aangesprokem als: uitverkorenen. Zoals Ef. 1:3vv. Naar de voorkennis van God en degenen die het geloof verkregen hebben door de rechtvaardigheid van onze God en Zaligmaker Jezus Christus. Tevens worden de geadresseerden angesproken als: vreemdeling die vertsrooid zijn in Klein-Azië (Pontus, Galatië, enz.)
Het gaat hier heel duidelijk om uitverkorenen in persoonlijke zin (= zij die door God uit de wereld geroepen zijn) en gelovigen (zij die door een oprecht geloof Christus toebehoren). Het zijn tevens: vreemdelingen (= door hun geloof en levenswandel onderscheiden van de wereld). Het zijn mensen met andere normen en waarden. Zij leven in "diaspora" (d.i. her en der verstrooid in Klein Azië). Daarmee zijn hier niet bedoeld: christenen van Joodse origine in de Joodse joodse diaspora. Ze heten ook christenen (1 Petr. 4:16); ze zijn van oorsprong heidenen. Zij worden opgeroepen om eerlijk te wandelen onder de heidenen en om te lijden om Christus wil. Zo de wederkomst des Heeren verwachtende.
Uit dit alles is duidelijk, dat hier christenen worden aangesproken (met een echt en levend geloof). Als we dit willen overbrengen naar de gemeente van vandaag, zullen we inderdaad moeten zeggen dat in deze brieven christenen worden aangesproken die leven in een oprecht geloof; zij worden opgeroepen tot levensheiliging en standvastigheid in het lijden. Dit ligt inderdaad wat anders dan bijv. in Paulus’ brieven aan Korinthe met hun nadruk op collectivum van de gemeente. In de Petrusbrieven valt voluit het accent op de persoonlijke geloofskennis.
Als wij dit naar onze tijd willen uitleggen aan de gemeente, zullen wij moeten: 1. uitleggen wat het geloof en de verkiezing in persoonlijke zin inhouden; 2. oproepen tot zelfonderzoek en geloofsbeoefening ( hebt u kennis aan Christus en weet zich het in Hem uitverkoren?); hoe rijk is dat; hoe arm, als u dit mist: zoek toch met God verzoend te worden; 3. oproepen tot praktisch christendom: de betekenis van "vreemdelingschap" en "lijden".
Hoe rijk, dat de Schrift beide adresseringen kent (de gemeente als geheel en de gelovigen persoonlijk).
In onze uitleg richten we ons dus tot de kern van de gemeente (de gemeente als ware uitverkorenen). Maar laten we dat wel winnend en wervend doen; m.a.w. allen die daar nog buiten staan jaloers maken op dit leven in geloof en liefde.
Mag ik de vraagsteller (-ster) tenslotte verwijzen naar mijn website, sub: Bijbels-theologische kanttekeningen over: gemeente-zijn in het NT (gemeente-zijn in tweevoudigheden); lees vooral wat ik hier schreef over de gemeente als "congregatio" en als "coëtus"; ook art.27 en 29 van de NGB (het institituaire van het gemeente-zijn en het personele). Bij het laatste mag u vooral denken aan de adressering van de Petrusbrieven.
Uw ds. C. den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Als hierover gepreekt wordt vind ik dat het goed duidelijk moet zijn dat dit tegen gelovigen gezegd wordt anders gaan de 'serieus zoekenden' zelf aan de slag.
Op die manier wordt dan het paard achter de wagen gespannen en eerlijk gezegd merk ik nogal eens dat dit idd gebeurd.
Iemand die Jezus nog niet kent heeft een heel andere prioriteit nl. geloven.
Ook de gelovigen kunnen niets in eigen kracht en zijn volledig afhankelijk van de Heilige Geest, dus iemand die nog niet is wedergeboren zal eerst levend gemaakt moeten worden.
Pas als er leven is kun je kracht ontvangen van de Heilige Geest om heilig te leven.
H. groet, (ds.) Hans-Jan Roosenbrand
Het paard voor de wagen begint bij de 4 evangeliën. Ze zijn gegeven als deuren/ openingen naar het Voorhof, om vervolgen in het Heilige en Heilige der Heilige te komen (bekijk anders de plaatsjes maar eens van hoe de ingang was van de tabernakeluit het o.t.)
De tabernakel geeft duidelijk aan wat de volgorde is om bij God te komen. Het is niet alleen een gebouw met een functie uit het OT, maar ook een dimensie waarbij alle symboliek zich laat vertalen, van de weg die iemand aflegt in zijn geloofsleven. Met alle Heilige attributen erop en eraan.
Misschien heb je het nog nooit zo bekeken maar je kan niet gelijk in het Heilige der Heilige binnenstappen. Je zal Jezus Christus moeten aannemen als Heer in je leven, die gestorven is voor jou zonden en dit ook belijden.
Blijf hiernaast ook niet ergens in het voorhof rondlopen, want door het offer van Christus, het bloed van het Lam heb ook jij toegang en mag je binnengaan in het Heilige der Heilige.
Goed plaatje hiervan heb ik even snel gevonden op
http://www.reddingdoorjezus.nl/images/schema_tabernakel.jpg
maar misschien heb je zelf ook wel een voorbeeld
Veel zegen toegewenst, en loop de race om te winnen...
Ga voor goud en blijf onderweg niet ergens 'rondlopen'