Nooit écht over het geloof praten

dr. G. van der Hoek | 2 reacties | 02-02-2011| 13:00

Vraag

Ik ben sinds kort overgestapt van de Ger. Gem. naar de PKN. Nu kan ik daar thuis goed over praten, waar ze nog wel GG zijn. Naar mijn gevoel kan ik echter met mijn familie nooit écht over het geloof praten. Altijd maar weer komt het uit op de 'feiten' die je meegemaakt moet hebben op een bepaalde manier. Hoe kan het dat ze in de PKN geen hoed op hoeven, terwijl dit in de Bijbel zo staan, enz. Als het dan de diepte in gaat, dan gaat het er altijd om of je wel genoeg zondekennis hebt. Ik geloof dat mijn moeder een bekeerde vrouw is, maar we praten op een heel verschillend level en het zaait bij mij vaak meer twijfel dan dat ik er steun aan heb. Tevens heb ik vaak het gevoel dat aan de beloften geen enkele waarde wordt toegekend in de GG; je mag je niet zomaar beloftes toe-eigenen. Begrijp mij niet verkeerd, ik wil geen kerkverbanden tegen elkaar wegstrepen. Naar mijn idee is de GG alleen zo star en onbeweeglijk. Zij hebben het naar hun idee bij het rechte eind en al het andere is fout. Leeft dit alleen bij mij, of is dit een bekend iets? Nu concreet mijn vragen: Hoe kan ik op een beter level praten met het thuisfront zonder in die gebruikelijke onderwerpen te blijven steken? Mijn gevoel is dat ik in de GG jaren onder de wet geleefd heb en nu in de PKN onder het evangelie zit. Kan dit zo zijn, of slaat dit nergens op? Ik wil niemand kwetsen; het zijn mijn gevoelens en mijn mening. Mijn ouders hebben mij nooit tegengehouden om elders te kerken. Ze respecteren in die zin dus wel mijn keuze.


Antwoord

Ik leid uit de vraagstelling af dat de keuze al gemaakt is, ik neem aan dat je daarover ook tevoren in gesprek bent geweest met je ouders. Ik zal dus niet ingaan op de manier waarop je tot die keuze bent gekomen, maar me richten op de wijze waarop je nu met je ouders over wezenlijke zaken kunt spreken.

Allereerst: wees er zuinig op dat dit gesprek mogelijk is; realiseer je dat het niet alleen voor jou een belangrijke beslissing was maar dat het ook aan ouders niet voorbijgaat wanneer kinderen tot de keuze komen in een andere kerk belijdenis te doen dan in de kerk waarin zij hen hebben laten dopen.

Je eindigt met de concrete vraag: hoe kan ik op een beter level  praten, zonder  te blijven steken in door jou in je vraag genoemde onderwerpen?

Laat er allereerst wederzijds het gebed zijn en blijven of ieder voor zich persoonlijk op de vraag "Wat is uw enige troost beide in het leven en  sterven?" het antwoord van de Heidelbergse Catechismus kan geven. Dat huiswerk is een goede basis voor elk gesprek. Dat persoonlijke antwoord in de HC is doorleefd en dat herken je aan ootmoed en verwondering. Ter toelichting: opvallend is dat de eerste vier zaligsprekingen (Matth.5: 3-6) gericht zijn op: armen van geest, treurenden, zachtmoedigen en hen die hongeren en dorsten. Hen wordt toegezegd wat zij missen: het Koninkrijk der hemelen, vertroosting, het aardrijk en verzadiging. Alles wat hen ontbreekt, schenkt Hij: het is alsof de Heere een gave legt in de hand, in het hart, waarop deze bedelende bidder allerminst durft te rekenen. En, om het nog schijnbaar tegenstrijdiger te maken: juist van zulke mensen, armen, treurenden, zachtmoedigen en die hongeren en dorsten, zegt Christus: gij zijt het zout de aarde. Niet dus mensen die zo gemakkelijk spreken over  hun geloof, die het (altijd) hebben en bezitten maar die Hem missen, Hem zoeken en werkelijk al hun hoop buiten zichzelf stellen in de gekruisigde Christus alleen. Zet mij als een zegel op uw hart (Hooglied 8: 6). En zo zijn ze rijke bedelaars! Kan je het nog volgen?
Het lijkt wel een beetje alsof ik langs een omweg op je vraag inga, maar de bedoeling is deze: Gods wet, die je aanhaalt, heeft drie functies: ontdekkend, tuchtmeester tot Christus en regel voor dankbaarheid. Ieder van die drie is een zegen: ontdekking van de realiteit  van de (je) zonde, wie je zelf bent in Gods oog, en het daarmee eens te worden. Dan gaat je hoofd naar beneden (HC 4: neen ik, maar ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten). Tuchtmeester: aan het eind komen van je voornemens, je beloften, de hoop op jezelf, tot je oog wordt geopend voor Hem die gezegd heeft: Ja ,Ik; Ik draag uw heilige wet, die Gij de sterv’ling  zet, in het binnenst ingewand. Dat is Evangelie, een blijde boodschap. En dat voor zulke mensen. Zou dat geen reden tot dankbaarheid zijn? 

Deze werkingen volgen elkaar voortdurend op, nadere ontdekking,  sterker, persoonlijker leidend  tot Christus, inniger  Hem verbindend en zo ootmoediger te leven voor Gods Aangezicht. Deze Bijbelse lijn is niet aan een bepaalde kerk voorbehouden, laten we dat dan ook niet tegen elkaar uitspelen. En laat er een gezonde liefde zijn tot de kerk, de gemeente, waarin de Heere je een plaats gaf. Augustinus noemt de kerk je ‘moeder’, daar houd  je toch van, ook al heeft ze tekorten en gebreken? En: er zijn  gewoontes en tradities die soms duidelijker en soms minder duidelijk direct op Gods Woord zijn terug te voeren. Klop die niet op tot "onnodige twistvragen" maar wees daarin wijs, samenbindend en dienend voor de gemeente waartoe je behoort.

Ik hoop je met deze wat uitvoerige gedachten een handreiking te hebben gegeven voor jezelf en voor een voortgaand gesprek met je ouders.

Dr. G. van der Hoek,
Krimpen aan den IJssel

Lees meer artikelen over:

relaties
Dit artikel is beantwoord door

dr. G. van der Hoek

  • Geboortedatum:
    28-05-1945
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Krimpen a/d IJssel
  • Status:
    Inactief
15 artikelen
dr. G. van der Hoek

Bijzonderheden:
Em. hoofddocent/rector

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
2 reacties
James100
02-02-2011 / 21:58
Dit is een hele hele moeiijk te beantwoorden vraag zonder je hele familie relatie en christen zijn van je familie te kennen. Ik ben een oude Zwartsluizenaar of in ieder geval uit de streek en heel wat jaartjes door gebracht met dit soort discussies op allerlei niveaus. Herinner me de vraag van een Gereformeerde broeder ouderling een aantal jaren terug : Nou moet jij me eens vertellen, je hebt zo veel geleerd, maar ik heb het er erg moeilijk mee om te blijven geloven dat de rest van de wereld naar de hel gaat. Al die kinderen die nooit van het evangelie gehoord hebben...
Dit soort vragen toont dat het heel moeilijk is om in te schatten waar men is met de persoonlijke wandeling met onze Heer. Voor een oude Dooyeweerdiaan is de wet waarschijnlijk iets meer structuurlijk dan voor de gemiddelde gelovige en toch geloof ik dat er wel degelijk aanknopingspunten zijn en mogelijkheden voor een goed gesprek. Openheid maakt je kwetsbaar, maar je moet bereid zijn om dat gevaar te lopen. Onvoorwaardelijke liefde en acceptatie van de andere gesprekspartner. Het kan en mag niet de bedoeling zijn om de ander te overtuigen van je gelijk. De rode draad die door alle gesprekken moet lopen is: hoe kan ik jou helpen om op je eigen manier zo intens mogelijk de nabijheid van de Heer te ervaren. Geloof, hoop en liefde, en je weet wat de belangrijkste is. Je mag er dan ook van verzekerd zijn dat God je begeleidt bij elke stap. En dat betekent niet dat het altijd even gemakkelijk is of even bevredigend. Wij zijn te vaak gericht op resultaat, terwijl Jezus ons juist voor houdt dat het een proces is (de weg).
1a2b3c
03-02-2011 / 19:41
Altijd maar weer komt het uit op de 'feiten' die je meegemaakt moet hebben op een bepaalde manier...
Als het dan de diepte in gaat, dan gaat het er altijd om of je wel genoeg zondekennis hebt. Ik geloof dat mijn moeder een bekeerde vrouw is, maar we praten op een heel verschillend level...

Als je het evangelie altijd in een systeem hebt horen preken denk ik dat de kans groot is dat waneer iemand tot geloof komt die de dingen ook zo noemt zoals hij/zij ze geleerd heeft.
Iemand die tot geloof komt onder het vrije evangelie zal er heel andere woorden aan geven, terwijl ze toch hetzelfde hebben meegemaakt.
Het is alleen zo jammer dat de aanhangers van het onbijlse systeem evangelie maar niet kunnen geloven dat mensen niet een heel schema moeten doorlopen om tot Jezus te komen.
Of je wel genoeg zondekennis hebt...
In Joh.4 zegt Jezus tegen de Samaritaanse vrouw dat Hij haar levend water zou hebben gegeven als ze dat aan Hem zou hebben gevraagd.
En dat was voor Hij over haar zonden begon!!!
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Boos op God vanwege verlies van moeder

Ik ben een moeder van 47 jaar en ik heb mijn moeder verloren toen ik 17 jaar was, na een jarenlang ziekbed. Ik heb het wel een plekje gegeven, maar tot op de dag van vandaag ben ik nog erg boos op d...
Geen reacties
02-02-2023

Passie voor gerechtigheid en armen

Sinds enkele jaren heb ik een enorme passie voor gerechtigheid en de armen. Ik wilde niets liever dan naar het buitenland gaan, de armen helpen en mezelf opofferen voor hen. Vast geloofde ik dat God d...
1 reactie
02-02-2012

Bronnentheorie

Geachte prof. M. J. Paul. Ik verdiep mij graag in de achtergronden van de oudtestamentische geschriften. Daarom heb ik onlangs de boeken “Who Wrote the Bible” en “The Bible with Sources Revealed” van ...
Geen reacties
02-02-2016
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering