Eetstoornis ontwikkelen
dr. J. van der Wal | Geen reacties | 24-12-2010| 10:00
Vraag
Ik ben een jonge vrouw, begin twintig. Drie jaar geleden ben ik samen met mijn moeder begonnen met lijnen. Toen woog ik 70 kilo met een lengte van 1.65 meter. Te zwaar dus. Dat afvallen deed ik gezond en mijn moeder controleerde het. Ik was open over mijn gewicht. Uiteindelijk, na een zware strijd, had ik de 62 kilo gehaald. Door allerlei problemen, vraag me niet hoe en wat, was ik weer flink aangekomen. Toen de teller bijna op 72 kilo stond -en mijn broer me lelijk noemde- is er een knop omgegaan: ik zou afvallen! Ik begon erg te lijnen en gaf over. Ik kreeg complimenten, voelde me beter en trots. Ik bereikte de 60 kilo.
Doordat mijn tanden verziekten -ik kreeg erg veel gaatjes- hield ik op met overgeven. Ook thuis kregen ze het door. Ongeveer een jaar was ik redelijk stabiel. Inmiddels voel ik me weer dik en ben ik weer met lijnen begonnen. Nu niet met overgeven, maar door simpelweg niets te eten. 's Ochtends sta ik mezelf toe dat ik een beker melk neem met cruesli, maar verder op de dag eet ik vrijwel niets. Ja, ik drink bekers thee en glazen water en eet fruit. Ik val weer extreem af. Nu weeg ik 56 kilo. Stiekem ben ik bang dat een eetstoornis aan het ontwikkelen ben. Hoe kan ik dit vóór zijn, voordat het echt heel erg mis gaat? Nee, ik wil niet naar Eleos! Bovendien wil ik dat het voor mijn gezin echt geheim blijft. Alleen, wat moet ik ermee?! Misschien ook handig om te weten dat twee zussen van mij ook een eetstoornis hebben.
Antwoord
Je innerlijke tweestrijd komt duidelijk naar voren uit je vraag. Enerzijds blijkt dat je je bewust bent van je probleem. Anderzijds heb je grote moeite om dat in volle omvang te onderkennen en daarnaar te handelen ("Ik wil niet naar Eleos!").
Om maar meteen eerlijk en duidelijk te zijn: je bent geen eetstoornis aan het ontwikkelen, maar je hebt die al. Kennelijk denk je dat je gezin en familie dat (nog) niet zien, maar ik vraag me af of jullie elkaar dan niet voor de gek houden. Jij weet immers ook dat twee zussen een eetstoornis hebben. Zouden zij dat bij jou dan niet zien als je gewicht zo gering is? Het zou me verbazen als de gevolgen niet duidelijk van je uiterlijk zijn af te lezen. Je schrijft dat de familie het merkte toen je 60 kg. woog. Zouden dat niet doen nu je nog minder (56 kg.) weegt?
Met deze summiere informatie kan ik geen uitspraken doen over wat er precies aan de hand is. Het lijkt het meest op anorexia, maar dat is iets wat alleen deskundigen kunnen vaststellen.
Het gaat bij eetstoornissen om ernstige problematiek. Anorexia nervosa en boulimia nervosa behoren tot de psychiatrische ziekten met het hoogste sterftecijfer (ongeveer 15 procent; waarvan ongeveer 2/3 als gevolg van ondervoeding en 1/3 door suïcide). Andere gevolgen zijn uitputting, hartstoornissen, haaruitval, depressiviteit, isolement, enz. Ook duurt het lang. Na meer dan 10 jaar heeft 20 procent van de oorspronkelijke patiënten nog steeds een eetstoornis en 30 procent heeft dan nog gedeeltelijke of restsymptomen. Waarschijnlijk zijn er veel mensen met eetstoornissen die daar niet over praten of hulp zoeken. Redenen hiervoor zijn de schaamte of de neiging tot ontkenning. Als patiënten wel met klachten komen, wordt het ziektebeeld vaak niet herkend. Een bijkomende moeilijkheid is verder dat velen met een eetstoornis het moeilijk vinden om de motivatie op te brengen er serieus aan te (blijven) werken.
De oorzaken van eetstoornissen kunnen zeer uiteenlopend zijn. Veel is daarover nog onbekend. Een eetstoornis staat vaak niet op zichzelf, maar treedt op in combinatie met bijv. persoonlijkheids- of angststoornissen.
De ernst van de situatie is o.a. af te leiden uit de menstruatie. Als die te weinig voorkomt, is dat een aanwijzing voor ernstig te nemen gevolgen. Het gewicht laten toenemen totdat de menstruatie weer normaal is, is een praktische richtlijn. Daarbij is het nodig dat geleidelijk aan te doen. Een halve kg. toename per week is eveneens een gemiddelde richtlijn.
Ik geef deze feitelijke informatie omdat blijkt dat eerlijke voorlichting één van de middelen is om de ernst van de situatie onder ogen te zien, zodat men gaat in zien dat er wat moet gebeuren. Gezien de ernst en de mogelijke complicaties, is het beslist aan te bevelen niet op eigen houtje verder te gaan, maar hulp te zoeken. Omdat deze problematiek gespecialiseerde deskundigheid vraagt, raad ik je aan om bij je huisarts je situatie te bespreken en hem te vragen welke gespecialiseerde hulpverlening in jouw omgeving voorhanden is.
De eerste stap is ook hier het gebed. Zie je situatie eerlijk onder ogen en leg het voor de Heere neer. Vraag om hulp en raad ook om je verantwoordelijkheid te nemen voor jezelf en je gezin en familie. Je leeft immers niet voor jezelf. De tweede stap is het met je man te bespreken en samen ook met je predikant of ouderling. Ik begrijp de schaamte en angst voor de reacties die je hiervan wellicht weerhouden, maar het isolement is echt fnuikend. Je zult merken dat de meeste mensen je niet afvallen, maar willen meeleven, je steunen en voor je willen bidden. Dat heb je ook nodig in de lange weg van werken aan de problematiek m.b.v. hulpverlening. Ik wens je veel moed en sterkte!
Dr. J. van der Wal
Dit artikel is beantwoord door
dr. J. van der Wal
- Geboortedatum:31-01-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Dordrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Voormalig directeur Eleos en divisiemanager De Hoop.