Folder over een genezingsdienst
Ds. W. Pieters | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Een paar weken geleden, toen we met een paar vrienden door het centrum van Zwolle liepen, kwam er een vrouw op ons af met een folder over een genezingsdienst. "God doet nog steeds wonderen", stond erop en deze sympathieke vrouw vertelde enthousiast dat God haar van een ongeneeslijke ziekte had genezen. Zij gunde het nu iedereen. We wilden niet gelijk doorlopen en zijn er op ingegaan. We hebben verteld dat wij geloven dat God wel iedereen kan genezen, maar het niet altijd doet. Hij is immers soeverein. En dat in dit leven na de zondeval ziekte en dood horen bij de gebrokenheid van de schepping. We herinnerden ons ook het woord uit de Catechismus dat gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede en alle dingen niet bij geval, maar van Zijn vaderlijke hand ons toekomen. Deze vrouw vertelde dat God niet wil dat Zijn kinderen ziek zijn. Nergens in de Bijbel staat een voorbeeld van een kind van God dat ziek was en ziek bleef. Jezus genas allen die door het geloof tot Hem kwamen. Dat geloof nu is onmisbaar. Als we in geloof (als gave van God, zo beaamde zij) bidden om genezing, worden we genezen. Wie ziek blijft, verkeert in ongeloof. Ook hoeft de dood bij Gods kinderen niet vooraf te gaan door ziekte: Jacob legde zijn voeten samen op het bed en gaf de geest. Na een kwartier waren we uitgepraat en wisten het ook niet meer. Wij konden ook geen ziek kind van God uit de Bijbel noemen, ook Job en Hiskia werden beter. Paulus' doorn in het vlees was geen ziekte. Als bij zondag 10 van de Catechismus Johannes 9 vers 3 genoemd wordt: "Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden", lijkt dat juist een bewijs voor de stelling van deze vrouw. In Markus 16 vers 18 wordt gezegd over degenen die geloven, dat zij op zieken de handen leggen en zij zullen gezond worden. Kunt u ons hierin de weg wijzen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Toen God alles had gemaakt, zag Hij dat het goed was, ja zelfs zéér goed. Ziekte en leed, pijnen en kwalen zijn dan ook niet verbonden aan het Bijbelse relaas van de schepping. Ze zijn een gevolg van de zonde. Ziekte en leed zijn een oordeel van God op de zonde.
Maar bevrijdt de genade daar ons niet van? We lezen in Genesis 3 in het bijzonder van de smart die de vrouw en moeder bij het verwachten en het baren van kinderen ervaart. Is dit een gevolg van de zondeval? Jazeker. Wordt deze straf opgeheven in het Nieuwe Testament? Of bij de gelovigen? Zeker niet! Maar er staat wel iets tegenover. De vloekgevolgen van de zondeval worden niet ô opgeheven of ongedaan gemaakt, dat geen gelovige vrouw meer smart en pijn hoeft te ervaren bij het kinderen baren... Maar Paulus mag wel -wanneer hij schrijft over de zondeval en het aandeel van de vrouw daarin en de gevolgen voor de vrouw daaruit- schrijven (1 Timotheüs 2 vers 15): "Maar zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid."
De geïnspireerde schrijver bedoelt: ondanks dat de vrouw -overeenkomstig de oorspronkelijke vloek- met pijn en smart kinderen voortbrengt, zullen godzalige vrouwen tóch zalig worden. En zo is het ook met ziekte, handicap, en alle vormen van verdriet: voor Gods volk is de VLOEK eruit en verandert God het in een ZEGEN!
De vrouw in Zwolle redeneert net als de vrienden van Job. Zij gingen er van uit dat godzaligen niet hoeven te lijden, of in ieder geval niet, als Job. Zij concludeerden hieruit dat Job geen godzalige was, of in ieder geval niet een gezonde gelovige, dat hij niet wandelde in de tedere beoefening van de vreze des HEEREN. Maar we weten dat dit een misrekening was. Zo zegt die vrouw: een kind van God kan niet ziek blijven.
Mijn vraag aan haar zou zijn: waar staat dit in de Bijbel? De voorbeelden die ze aanhaalt, bewijzen niets. Het is zeker waar dat we lezen over Jezus' gezondmakingen, Zijn helingswonderen. Maar er staat ten eerste niet dat allen die genezen werden, godzalig waren (op zijn minst schijnt het niet te gelden van de 38 jaar zieke man van Johannes 5). Ten tweede lezen we niet dat Jezus alle godzaligen van hun kwalen heeft genezen; alleen allen die Hem erom vroegen. Ten derde -al zouden we er zeker van zijn, dat alle zieke en verminkte of gehandicapte kinderen van God ten tijde van Jezus' omwandeling op aarde zijn genezen van hun kwalen- betekent dit nog niet dat dit voor al de volgende eeuwen van de kerkgeschiedenis de regel (zelfs zonder uitzonderingen!) zou zijn. Nee, dan nog is het heel goed mogelijk om de genezingswonderen van Jezus te zien als behorende alleen bij Zijn dagen, namelijk als tekenen van de komst van Gods Koninkrijk, ja, van de Koning Zelf.
De vrouw (en die gebedsgenezingsgroepen 'bewijzen' teveel uit wat er niet staat. Maar Markus 16 vers 17 en 18 dan? Hier schijnt te staan dat alle gelovigen deze wonderen kunnen doen: "Die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken. Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden." Toch weten wij dat dit niet voor alle gelovigen gold. We zullen dan ook met de verklaarders moeten denken dat het hier gaat over een tijdelijke gaven voor vooral de apostelen "namelijk voorzoveel nodig zal zijn tot verbreiding en bevestiging van de leer van het Evangelie."
Wanneer Jezus in Mattheüs 25 vermeldt wat Zijn 'schapen' hebben gedaan (en de 'bokken' hebben nagelaten), dan vermeldt Hij ook de houding ten opzichte van een zieke "minste broeder van Hem." Maar opmerkelijk is dan dat Hij niet zegt: jullie hebben de zieke (niet) genézen, maar dat Hij zegt: jullie hebben de zieke (niet) bedacht.
Paulus schrijft in II Timotheüs 4 vers 20: "Trofimus heb ik ziek te Milete gelaten." Deze man was een metgezel van Paulus. Moeten we dus veronderstellen dat Paulus hem wel wilde genezen, maar het niet kon, omdat die man niet 'genoeg' geloof had?
Komt ziekte van God? Ja, om wille van zonde of terwille van onderwijzing. Komt leed van God? Ja, al is daarmee niet ontkend dat God LIEFDE is. Zelfs bij een kind van God? Ja, want al leven we in de Nieuwtestamentische tijd, we leven nog in een tijd van gebrek en tekort (ook in de praktijk van de heiligmaking, of niet? Het volmaakte is nog niet gekomen.
We lezen van een metgezel van Paulus dat hij ernstig, dodelijk, ziek was. Paulus noemt hem "Epafroditus, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, en uw afgezondene, en bedienaar van mijn nooddruft." Dus wel echt een "lief kind van God", om zo te zeggen. Later is hij genezen (Filippenzen 2 vers 27). De apostel schrijft dan niet: "Hij had zo'n sterk geloof", maar: "God heeft Zich over hem ontfermd; en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben."
Dus we wijzen af wat die vrouw in Zwolle beweert. Toch het niet verkeerd om eens wat meer aandacht voor ziek-zijn en geloof te vragen. Hoe gaan wij met ziekte om? Zien wij daarin de hand van God? Drijft het ons tot Zijn genadetroon? Niet in de eerste plaats om te vragen om genezing, maar om onderwijzing! God heeft in Zijn wijze voorzienigheid immers een bedoeling met ziekte en pijn. Daarom mogen we wel in de eerste plaats vragen om dat onderwijs, dat doel van God met onze ziekte, te mogen ontvangen. Zodat we er 'beter' van worden, zelfs als we niet 'beter' worden... Dat we er nut en voordeel uit mogen ontvangen voor ons geestelijk leven, zelfs als we lichamelijk al meer onbekwaam worden om in de dienst van God werkzaam te zijn.
Verder, geloven we waarlijk met een almachtig God van doen te hebben? Durven we ons ook wat betreft het lichamelijke onvoorwaardelijk aan Hem toevertrouwen? Of vertrouwen we dokters en medicijnen meer dan God? Hebben we werkzaamheden met en uitzicht op de belofte van Jesaja 33 vers 24: "En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben." En in Psalm 103 vers 3, waar over God wordt gezegd: "Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden/ziekten geneest." Bij het woord "krankheden" luidt de kanttekening: "Dat is ellenden, aan de ziel en aan het lichaam." En dat had de HEERE ook beloofd (Exodus 15 vers 26). Mozes zegt tegen het volk Israël: "Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods zult horen en zult doen wat recht is in Zijn ogen, en uw oren tot Zijn geboden neigt en al Zijn inzettingen houdt; zo zal Ik geen van de ziekten op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!"
Ten slotte een nuttige opmerking van Matthew Henry bij de boven aangehaalde woorden uit Jesaja 33 vers 24: "Zonde is de ziekte van de ziel; als God de zonde vergeeft, dan geneest Hij de ziekte; en als de ziekten van de zonde genezen zijn door vergevende genade, dan is de prikkel uit de lichaamsziekte weggenomen met de oorzaak ervan, zodat de inwoners óf niet ziek zullen zijn, óf ten minste niet zullen zéggen: ik ben ziek. Als de ongerechtigheid weggenomen is, dan hebben wij weinig reden om over uitwendige beproevingen te klagen."
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl