Hoe word ik bekeerd?
Ds. W. Pieters | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag aan u waar ik al heel lang mee bezig ben! Hoe word ik bekeerd? Allereerst weet ik dat ik een droefheid moet krijgen over mijn zonde, ik wil dat ook heel graag krijgen omdat ik weet dat ik dan genade mag krijgen. Ik vraag er ook veel om of de Heere mij wil bekeren en of Hij mij die droefheid wil geven, maar soms heb ik het idee dat Hij mij niet ziet staan.
Als ik dan bij me zelf denk dat ik bepaalde dingen moet veranderen, of moet laten, dan schiet mij gelijk te binnen dat dit goede werken zijn, en daar word je niet zalig door; dus dat werkt niet. Ik wil heel graag bekeerd worden en een kind van God worden, ik weet alleen niet hoe. Kunt u mij helpen?
Antwoord
Het antwoord op de vraag met de vijf vraagtekens is heel eenvoudig. De Bijbel zegt: "Bekeert u!" Wat is dat? "Keer terug naar God." En als de Heere Zelf zegt dat wij ons moeten bekeren (dus tot Hem terug mogen keren), is het vast niet verboden om Hem te vragen: "Bekeer Gij mij!"
De vraagsteller vervolgt met "Allereerst weet ik dat ik een droefheid moet krijgen over mijn zonde." Mijn eerste reactie is: fout! De Heere zegt in Joël 2:12-13: "Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage. En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot de HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade." Dus God zegt: scheur uw hart! Hoe doe je dat? Middellijkerwijs door de studie van Gods Wet.
De vraagsteller vervolgt: "Ik wil die droefheid ook heel graag krijgen omdat ik weet dat ik dan genade mag krijgen." In deze zin zitten twee vergissingen. In de eerste plaats is het niet waar dat u graag droefheid krijgt. U haat droefheid, u ontloopt de droefheid over uw zonde. U doet er geen enkele moeite voor om de droefheid naar God te zoeken en te ervaren. En in de tweede plaats is ook wat dan volgt, fout "... omdat ik weet dat ik dan genade mag krijgen." Dit is echt niet waar. U mag om genade vragen, u mag genade zoeken, zonder dat u zondekennis hebt, zonder dat u bedroefd bent.
Het ellendige is, dat wij geen genade begeren tenzij wij onze zonde leren betreuren. En daarom wijzen wij Gods genade af. Dat ligt dus niet aan "geen genade mogen krijgen", maar aan "geen genade willen hebben."
Verder lees ik: "Ik vraag er ook veel om of de Heere mij wil bekeren en of HIJ mij die droefheid wil geven, maar soms heb ik het idee dat HIJ mij niet ziet staan." Uit deze zin blijkt alweer grote onkunde. De Schrift leert ons niet zozeer te bidden of de Heere ons wil bekeren, maar dat wij ons nù aan Hem onderwerpen. In Psalm 2 vers 12 zegt God het zo: "Kus de Zoon." Dat is, volgens de kanttekeningen: "Eer Hem als Mijn eeuwige Zoon, en neem Hem als uw Koning aan, geloof in Hem, wees Hem onderdanig."
Verder: denkt u werkelijk dat de Heere u niet ziet staan?, terwijl Hij beweert (Jesaja 65: 2): "Ik heb Mijn handen uitgebreid, de ganse dag tot een wederstrevig volk, die wandelen op een weg, die niet goed is, naar hun eigen gedachten." O, wat een slechte gedachten koesteren wij over God en wat een goede gedachten over onze bereidwilligheid. Het schort óns alleen maar aan "niet kunnen", maar het schort bij God aan "niet willen"...!
Verder staat in de brief: "Als ik dan bij me zelf denk dat ik bepaalde dingen moet veranderen, of moet laten, dan schiet mij gelijk te binnen dat dit goede werken zijn, en daar word je niet zalig door, dus dat werkt niet." Helemaal fout. Al is het wel waar dat je door goede werken niet zalig wordt, dat betekent nog niet dat je ongehoorzaam mag zijn en blijven. Als u weet wat er zondig is in uw leven, dan moet u dat subiet nalaten, veranderen. Dat heeft niets met de roomse leer van de werkheiligheid te maken of met de dwaalleer dat wij door goede werken iets kunnen verdienen. De Heere gebiedt ons Hem te gehoorzamen en niet ene zonde toe te laten. Of u daarmee zalig wordt of niet, heeft er in het geheel niets mee te maken. God is het waard dat wij Hem onvoorwaardelijk en zonder mankeren gehoorzamen.
"Ik wil heel graag bekeerd worden en een kind van God worden, ik weet alleen niet hoe? Kunt u mij helpen?" Ik kan u maar op één manier helpen, namelijk u erop wijzen dat u geheel en al fout bezig bent. Kent het volgende eenvoudige versje?:"Opent uwen mond, eist van Mij vrijmoedig op Mijn trouwverbond; al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij 't smeekt, mild en overvloedig."
Zou dit waar zijn? Wat tobben wij dan? Doe eenvoudig uw mond wijd open en de HEERE zal hem vervullen. Of liegt Hij?
Is het u gans en al onmogelijk te doen, wat Hij u hier zegt? (En nu moet u niet met een theorie of verhaaltje aan komen zetten over uw onmacht ...; nee, eerlijk antwoord geven.) Hebt u alles op alles gezet om dit te doen, maar bent u geheel en al vast gelopen? Smeek Hem dan om wat u ontbreekt, namelijk geloof en bekering. God heeft Zijn Zoon aan Zijn rechterhand verhoogd om bekering en vergeving van zonden te schenken (Handelingen 5: 31). Gratis.
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl