HSV aanschaffen
Ds. J.D. Heikamp | 1 reactie | 02-12-2010| 11:00
Vraag
Een vraag aan ds. Heikamp. Dominee, u benadrukte onlangs in uw preek die u hield in de HHK in Wezep het belang van de Statenvertaling. Overal om me heen hoor ik dat mensen zeggen dat de Herziene Statenvertaling concordant is; dat deze getrouw is aan de grondtekst, dat deze alleen is aangepast aan het hedendaags taalgebruik, net zoals de Statenvertaling aan het toenmalig taalgebruik is aangepast. Nu sta ik in tweestrijd of ik de HSV aan zal schaffen. Ik heb wel de brochure met een aantal Bijbelboeken gelezen, maar weet niet of ik er goed aan doe om deze ook in mijn gezin te gaan lezen, in plaats van de Statenvertaling. Graag uw reactie.
Antwoord
U moet er niet aan beginnen om deze aan te schaffen voor gebruik aan tafel met uw gezin. Het is namelijk gewoon een nieuwe vertaling geworden. De naam Statenvertaling is gewoon overgenomen om vertrouwen te wekken in de gemeenten, zoals een commissielid heeft gezegd. Het ergste: het zorgt voor een tweespalt in de gemeenten, gezinnen en scholen. En op een splijtzwam zitten we niet te wachten. Die zijn er al genoeg. Daarom betreuren we deze uitgave ten zeerste, ook om principiële redenen en echt niet omdat we tegen zijn omdat het wat nieuws is.
In de Saambinder werd er in alle eenvoudigheid een stukje over geschreven. We lezen even mee. Omdat juist aanstaande zaterdag de Herziene Statenvertaling (HSV) in Dordrecht wordt gepresenteerd leek het me goed om dit artikel ter bezinning aan u en jou door te geven.
"Straks is er een Bijbel waardoor de jeugd aan de Statenvertaling verbonden blijft, zo benadrukt het HSV-bestuur. Alleen, in de winkels ligt straks geen Statenvertaling in een zogeheten herziene versie, maar een nieuwe vertaling, zoals die in 1951 ook verscheen. Daarom wees de Generale Synode in 2007 de HSV af."
We hopen en bidden dat de synode van de HHK dat D.V. in één van de volgende vergaderingen ook zal doen.
"In enkele artikelen willen we dat standpunt nog eens uitleggen. Het is afwijzing met een positief doel: onze gezinnen en de jeugd bewaren bij Gods Woord. Als je sommige berichten op je in laat werken zou je haast niet tegen de HSV kunnen zijn. Op de website van de gemeente Dordrecht staat zowaar een bericht over de Bijbel. Dat is toch mooi. ‘De stad Dordrecht’, zo lezen we, ‘blijft verbonden met de Statenbijbel waarvoor de basis werd gelegd tijdens de Dordtse Synode in 1618-1619. Er komt een nieuwe versie van uit op 4 december in de Grote Kerk van Dordrecht.’ Voeg hierbij de respons op het grondvlak van de kerken –er zijn al 30.000 exemplaren van de complete HSV besteld– de positieve reacties van velen en de volle tevredenheid van de Stichting Herziene Statenvertaling en we hebben alle ingrediënten om de HSV in elk geval een kans te gunnen.
Daarbij komt ook nog dat er in de Statenvertaling woorden staan die moeilijk te begrijpen zijn. Het rijtje is zo genoemd: bagge, berd, naken, smijter en nog enkele tientallen van zulke woorden. Maar, verschillende verouderde woorden zijn in de loop van de eeuwen al vervangen. En het hoeft echt geen probleem te zijn om dat proces in gang te laten blijven. Onze Generale Synode heeft dit overigens enkele weken geleden ook uitgesproken. Op die manier blijft de Statenvertaling voluit Statenvertaling. Ondanks het mooie dat de HSV met zich mee lijkt te brengen, blijkt toch dat er veel innerlijk verzet is tegen deze nieuwe vertaling. Dit verzet werd zelfs groter naarmate er meer Bijbelboeken van de HSV gepubliceerd werden. Was er toch wat aan de hand met de HSV? Is het wel een Statenvertaling, zo vroegen velen zich af. Nu de hele HSV af is, moet het antwoord helaas zondermeer luiden: Nee, het is geen Statenbijbel meer.
Tijdens de Generale Synode van 2007 is al uitvoerig gesproken over de HSV. Een synodale commissie legde er de vinger bij dat de HSV tot stand komt zonder kerkelijk besluit. Het is een stichting, met personen uit verschillende kerkverbanden, die het werk ter hand heeft genomen. Aan de Statenvertaling lag wel een kerkelijk besluit ten grondslag. En dat is ook nodig voor zo’n uiterst gewichtige zaak als de vertaling van de Bijbel. De commissie wees ook op de verwarring en de polarisatie die de komst van de HSV met zich mee zou brengen. De synode sprak vervolgens uit ‘dat de Statenvertaling in de Gereformeerde Gemeenten als enige vertaling wordt aanvaard en dat daarom alleen deze vertaling mag worden gebruikt in de erediensten en bij kerkelijke activiteiten in de gemeenten’ (Acta GS 2007, blz. 113).
Het is goed om eerst nog eens onder ogen te zien hoe groot het geschenk van de Statenbijbel is. Vanzelf hoort deze geschiedenis bekend te zijn. Maar we kunnen de daden des Heeren niet vaak genoeg herhalen (Ps. 78:2–4).
Was het al geen wonder dat de Synode van Dordrecht kon samenkomen? Wat een tegenwerking was er jarenlang geweest! Het leek wel of de kerk in ons vaderland ten onder zou gaan aan de remonstrantse twisten. Maar de Heere neigde het hart van Prins Maurits, zodat de synode bijeen werd geroepen. Vele Godvruchtige theologen uit binnen- en buitenland namen aan de synode deel. Het besluit viel dat er een nieuwe Bijbelvertaling moest komen die zeer dicht bij de grondtalen zou staan. Wetenschap en vroomheid gingen samen op bij de vertalers. De Heere spaarde hen kennelijk, ook toen de pest zijn tol eiste in Leiden. Groot was de blijdschap toen in 1637 de Statenbijbel gereed was. De vertalers waren er diep in hun hart van overtuigd dat deze Bijbel ‘Gods eigen woorden’ vertolkte. Het waren mannen die de stem van de levende God in hun leven hadden gehoord. Ze hadden leren beven voor Gods majesteit. Deze Goddelijke woorden begeerden ze zo getrouw mogelijk over te brengen in de Nederlandse taal. Heel goed waren ze zich bewust dat de Bijbeltaal niet eenvoudig is. Maar toch deden ze niet in de eerste plaats hun best om een begrijpelijke Bijbel onder het kerkvolk te brengen, maar een getrouwe Bijbel. Om het eenvoudige (!) kerkvolk van die dagen maximaal te helpen, voegden ze de kanttekeningen aan de vertaling toe. Daarin staat een schat van uitleg over moeilijke teksten en ook een schat aan puur gereformeerde theologie. De gereformeerde hoogleraar F.W. Grosheide schreef daar eens over: ‘Het behoeft niemand enige moeite te kosten om in de kanttekeningen de gehele gereformeerde dogmatiek te vinden’.
Laten we direct een mogelijk misverstand rechtzetten. Met bovenstaande alinea’s wilden we niet een indirect oordeel vellen over de medewerkers van de HSV. De discussie willen we zuiver houden. En ook willen we niet suggereren dat ze heimelijk van de Statenvertaling afwillen. Dat zou strijden tegen de uitdrukkelijke woorden van de Stichting HSV. Deze schreef immers: ‘Temidden van alle ontwikkelingen op het gebied van Bijbelvertalingen en parafrasen die op de markt kwamen, was ons er alles aan gelegen de Statenvertaling voor onze en de komende generaties te bewaren. Omdat de Statenvertaling ons lief is vanwege haar eerbiedige luisteren naar de oorspronkelijke tekst, omdat wij de verstrengeling van wetenschap en vroomheid bij de vertalers hoogachtend, willen we de Statenvertaling bewaren.’ Vanwege deze geruststellende woorden hebben sommigen nog een wat afwachtende houding ingenomen ten opzichte van de HSV. Laten we het resultaat beoordelen, dachten ze. Toch was het direct al duidelijk dat de stichting een fundamentele keuze maakte. Want hoe we het ook wenden of keren, de HSV heeft de pretentie een verbetering te zijn van de Statenvertaling. De Statenvertaling mag vanzelf blijven bestaan, maar toch zal het een vertaling zijn die een stapje lager komt te staan dan de HSV. Deze is immers, zo luidt de motivatie, duidelijker voor de hedendaagse lezer. Ook neemt de HSV allerlei ontwikkelingen op het gebied van de kennis van het Hebreeuws en Grieks mee. En een enkele keer wijkt de HSV bewust af van de overgeleverde grondtekst en volgt ze de tekst die bekend is geworden door de zogenaamde Dode Zeerollen, oude boekrollen waarop stukken Bijbeltekst gevonden zijn. De hoogachting voor de Statenvertaling mag er zijn, maar door het uitbrengen van de HSV zal de praktijk leren dat de oude Statenvertaling bij velen in de kast zal blijven staan. Dat is de Statenbijbel, waar vele geslachten bij hebben geleefd, waar honderden kinderen des Heeren door zijn onderwezen. We schrijven dit niet uit een romantisch gevoel van nostalgie. Allerminst. Maar we kunnen en willen er ook niet omheen dat Gods kinderen de eeuwen door de Statenvertaling als een grote zegen hebben ervaren. Nieuwere vertalingen zagen het licht, waar soms hooggeleerde mensen aan meewerkten. Maar ze vonden geen weerklank in de harten van hen die uit het Woord mochten leven. Modernere vertalingen kwamen op de markt, ze vonden soms gretig aftrek, maar toch bleef er een volk dat zich er niet toe voelde aangetrokken. Waarom niet? Was het een hang naar het oude? Was het een starre conservatieve houding? Was het vrees voor een berisping van de kerkenraad? Nee, maar het was wel een vrees die het hart bezette, een vrees dat tekort werd gedaan aan het Woord van God. Vonden zulke mensen de Bijbel gemakkelijk te begrijpen? Zeker niet. Misschien hebt u ze wel eens ontmoet: kinderen des Heeren die liepen te worstelen met een woord uit de Bijbel. Ze verstonden het niet. Het Nederlands was niet het grootste probleem, wel hun verduisterde verstand. Ze gevoelden zich als een natuurlijk mens die niet verstaat de dingen die des Geestes Gods zijn. Het bleef duister, totdat de Heere het licht van Zijn Geest in het hart liet opgaan. Toen verstonden ze wat ze lazen, voor eigen hart en leven. Pas toen konden ze tevreden zijn. En Gods Woord werd hen dierbaarder dan ooit. Verstaan we dit?"
Tot zover de Saambinder.
Met hartelijke groeten,
Ds. J. D. Heikamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.D. Heikamp
- Geboortedatum:09-11-1939
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Staphorst
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zie ook de rubriek 'Bijbelvertalingen' in het archief voor een overzicht van relevante antwoorden.