Paranormaal begaafdheid
Ds. H. Veldhuizen | 2 reacties | 11-11-2010| 16:00
Vraag
Ik heb een vraag over paranormaal begaafdheid. Het onderwerp is overal taboe, daarom maar op deze manier. Een vriend van mij voelt dingen van te voren aan. Hij kan ook pijn bij mensen wegnemen. Weet echt dingen, ook over mij, die hij niet kan weten. Er zijn weinig mensen die hier van weten. Hij weet niet wat hij met al die dingen aan moet. In hoeverre kan hij zijn talent gebruiken? Of is het een ‘gave’ van de duivel, zoals iemand eens zei. Het beïnvloedt echt een groot deel van zijn leven. Hij doet er verder niks mee, zou zich wel willen ontwikkelen, maar durft het niet goed. Het is soms ook best wel eng. Deze dingen die hij nu heeft komen gewoon vanzelf. Mijn vraag is, hoe moet je hiermee omgaan? En mag hij, omdat hij die gave heeft, mensen helpen? We hebben het wel eens over Zijlstra die toch ook een gave heeft, maar we weten niet goed hiermee om te gaan.
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Je vraag over de paranormale begaafdheid van je vriend is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Inderdaad zijn er mensen die zeggen dat paranormale begaafdheid een ‘gave’ van de duivel is. Anderen zeggen dat het occult is en dat je er gebonden of bezeten van kunt raken. Maar wat occultisme precies is wordt er dan niet bij gezegd, is trouwens ook niet zo gemakkelijk te zeggen. Occult betekent: wat verborgen is. Maar er is zoveel voor ons verborgen. Denk alleen al aan de enorme ontwikkelingen de laatste jaren op het gebied hightech. Wie had, zeg 60 jaar geleden, kunnen dromen dat wij in kleur life kunnen zien wat aan de andere kant van de wereld gebeurt, of enkele decennia geleden dat je met een klein apparaatje in je hand van de ene kant van de wereld naar de andere kant kunt bellen, terwijl naast je iemand hetzelfde naar een ander continent staat te doen? En ik weet dat ik kan mailen, maar hoe dat allemaal gebeurt en al de andere mogelijkheden die mijn pc heeft en hoe dat er allemaal in gestopt is, is voor mij, en waarschijnlijk voor jou ook, verborgen, zó er al iemand is die het kan doorgronden. Mensen die bij paranormale begaafdheid denken aan iets van de duivel of iets dat occult is, komen vaak aan met Deuteronomium 18:9-22, waar gezegd wordt dat waarzeggerij, toverij, bezweren, enz. door de Heere de gruwelen van de volken genoemd wordt en dat die dingen de Heere een gruwel zijn, wat op z’n minst wil zeggen dat je er heel erg voor moet oppassen. Maar wat er in Deut. 18 genoemd wordt kun je niet één op één naar onze tijd overbrengen. De gruwelen van de volken hebben te maken met de afgodendienst van de volken. Israël moest zich ver van de afgodendienst houden en naar de profeten des Heeren luisteren, niet naar de ‘profeten’ van de afgoden. Vandaar dat er in vers 15 en de volgende verzen over de profeten des Heeren gesproken wordt. Voor ons geldt dat we naar dié profeten te luisteren hebben, dat wil zeggen naar het profetische Woord van God: de Bijbel. Daarin komen we ook wonderbaarlijke dingen tegen. Denk aan wat bijvoorbeeld de profeten in de Naam van de Heere deden. Maar, nog eens: oppassen. Heel gauw zijn er grenzen overschreden. Bovendien zijn er ook psychische gevaren voor bijvoorbeeld psychisch zwakke personen die (nog verder) in de knoei kunnen raken. Ook daarom geldt het: oppassen.
Daarnaast is er ook een andere lijn, namelijk dat bepaalde gaven scheppingsgaven kunnen zijn, zoals er zovéél gaven in de schepping zijn, die we niet of nauwelijks kunnen verklaren. Ik denk weer aan hightech. Maar ik denk ook aan bijvoorbeeld het dierenrijk: Gierzwaluwen vliegen soms naar Parijs (500 km) om daar larven voor hun jongen te halen en als daar geen larven zijn vliegen ze naar Milaan, om na een paar dagen weer terug te keren. Wie heeft ze dat verteld en wie wijst ze de weg? We noemen dat instinct, maar wat is instinct eigenlijk? Hoort dat ook niet bij de verborgen dingen? Denk ook aan potvissen of postduiven die gebruik maken van het magnetisch veld rond de aarde, of aan dolfijnen en hun merkwaardige ‘taal’, of aan kamelen die van heel grote afstand water ‘ruiken’ of aan de zalm die vele duizenden kilometers zwemt om later weer op zijn geboorteplek terug te keren, daar te paaien en vervolgens te sterven. Ook bij mensen kunnen spontaan gaven opkomen, zonder dat ze daar wat aan kunnen doen en zonder dat ze dat zoeken of het ontwikkeld hebben. Scheppingsgaven? Ik sluit dat niet uit. Ik zeg er alleen (weer) bij: oppassen! De scheppingsgaven zijn sinds de zondeval niet meer puur en volmaakt. Gemakkelijk worden grenzen overschreden. Wees ook maar niet jaloers op mensen die bepaalde gaven hebben; ze kunnen een grote last voor iemand betekenen.
Daarnaast zijn er ook gaven van de Geest, de zogenaamde Geestesgaven. Je leest er onder andere over in 1 Korinthe 12 en 14. Die geeft de Heilige Geest in bijzondere situaties aan mensen die dicht bij de Heere leven. Dan spreken we echter niet van waarzeggerij, maar van een openbaring, door bijvoorbeeld een woord van kennis (1 Kor. 12:8) of van profetie of een droom of visioen. Ook daarmee moeten we heel voorzichtig zijn; er zijn heel wat vergissingen mee gemaakt; heel wat ‘profetieën’ of visioenen bleken gedachtespinsels van mensen te zijn.
Nu kom ik op je vriend: hij voelt, schrijf je, dingen van te voren aan, kan pijn bij mensen wegnemen, weet dingen van jou die hij niet kan weten, enz. Hij weet niet wat hij met al die dingen aan moet, het beïnvloedt een groot deel van zijn leven. Hij zou zich er wel in willen ontwikkelden. Kan hij zijn talent gebruiken, vraag je, en hoe moet je hiermee omgaan?
Mijn eerste vraag is: ik je vriend christen? En een toegewijd christen? Ziet hij zijn ‘begaafdheid’ als een gave van de Heere? Ik zou dat een eerste voorwaarde vinden. Als dat niet zo is, denk ik dat je heel gauw terecht kunt komen bij de dingen die Deut. 18 noemt. Bijzondere gaven mogen namelijk wel heel bijzonder samen gaan met een leven dichtbij de Heere. Als je vriend wèl een toegewijd christen is, zou ik nog voorzichtig zijn (maar dat weet hij dan zelf wel), ik zou niet zo gauw durven zeggen dat het bijvoorbeeld gaven van de Geest zijn. Als ik 1 Korinthe 12 en 14 goed lees krijg ik sterk de indruk dat het daar steeds gaat om één bepaalde gave die één bepaald iemand, en soms ook nog eenmalig in één bepaalde situatie, ontvangt, en bij je vriend gaat het om diverse gaven. Als je vraagt: mag hij het ontwikkelen, denk ik dat dat niet de juiste weg is. Bij de goede gaven die in de Bijbel genoemd worden is er géén sprake van dat ze ontwikkeld werden of worden, maar zijn het gaven die 100 procent van God komen en die op een integere wijze gebruikt worden. Wèl kan het, aangenomen dus dat je vriend een toegewijd christen is, mogelijk zijn dat hij zijn begaafdheid op een integere manier inzet wanneer dat nodig is en hij iemand daarmee werkelijk zou kunnen helpen. Dan gebruik je je gaven in Naam van God of, zoals de apostelen, in de Naam van Jezus Christus.
Laat ik een paar voorbeelden noemen:
-Je vriend weet echt dingen, ook over jou, schrijf je. Zijn dat belangrijke dingen en is het belàngrijk dat hij dat wéét? Anders gezegd: Heeft hij er wat aan en heb jij er wat aan? Brengt het hem of jou verder? En zou je, als het zo is, het niet beter kunnen laten als een soort geheim tussen jullie? Stel echter dat hij weet dat jij of een ander op het verkeerde pad is, zonder dat iemand dat weet, dan zou het belangrijk kunnen zijn: hij zou jou of die ander kunnen waarschuwen en kunnen zeggen: pas op, je bent op een verkeerd pad.
-Stel dat hij een bepaalde toekomst van jou of iemand anders weet of denkt te weten. Is het juist dat hij dat dan vertelt? Is het niet veel beter, wat de Bijbel ons voorhoudt, dat de toekomst aan God is? Ik denk dat het juist een van de zegeningen van God is dat we de toekomst niet weten. En als iemand ziek is en je vriend zou weten dat het ongeneeslijk is, zou hij dan niet beter kunnen zwijgen en God hartelijk moeten bidden of God toch genezing wil geven, en anders dat die ander “eeuwige genezing”, vrede met God, mag vinden?
-Je vriend kan pijn bij mensen wegnemen, schrijf je. Dat is natuurlijk erg fijn. Maar is het altijd fijn? Pijn kan juist goed zijn, een signaal dat er wat aan de hand is. Stel dat hij de pijn bij iemand wegneemt en die iemand denkt dat hij genezen is, maar de kwaal woekert zonder pijn voort. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn. En er kan ook heel veel psychosomatisch zijn, waardoor je bijvoorbeeld tijdelijk geneest. Of de kwààl was psychosomatisch, dan is de hulp heel menselijk verklaarbaar. Zo zou je over Jan Zijlstra kunnen denken. Dat is echter een onderwerp apart. Op Refoweb kun je onder “gebedsgenezing” daar meer over lezen.
Beste vriend(in), ik heb geprobeerd verschillende kanten van paranormale begaafdheid te belichten. Ik schreef er eens een boekje over (“Hoe occult is occult”) waarin je een aantal dingen, die jij noemt, tegenkomt. Het boekje is uitverkocht, maar misschien is het in een openbare bibliotheek aanwezig of op te vragen. Als je er maar rekening mee houdt dat het gedateerd is (1994).
Ik zei dat ik niet jaloers ben op iemand die paranormaal begaafd is. Het kan soms/vaak een grote last zijn. Misschien is het beter dat je vriend bidt of God het van hem wil wegnemen. Wees er in ieder geval heel voorzichtig mee. En je vriend, nog eens: aangenomen dat hij een toegewijd christen is, mag wel dicht bij de Heere leven wil hij er een op een goede wijze mee omgaan.
Ik hoop dat ik je met mijn antwoord geholpen heb. Sterkte bij alles.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Probeer er alsjeblieft samen met je vriend achter te komen of dit van God is of niet. Als dit niet het geval is, dan lijkt het misschien nu nog een mooie gave maar uiteindelijk zal er schade worden aangericht, zowel bij anderen als bij je vriend zelf. Ga met medechristenen hierover in gesprek, houd het niet geheim maar ga er met christenen(die ook weet hebben van occulte zaken) over in gesprek. Het is zo belangrijk om te weten waar het vandaan komt.