Prediking in de ger. gezindte
Ds. A.K. Wallet | 11 reacties | 29-10-2010| 13:00
Vraag
Er zijn veel verschillen wat betreft de prediking in de gereformeerde gezindte. Toch zie je over het algemeen dezelfde lijnen lopen waarover ik een paar vragen heb. 1: Wordt in de gereformeerde gezindte niet veel gesproken over de dingen en er niet uit?! Bijvoorbeeld over de zonde. Dan wordt er gevraagd: “Bent u er al achter gekomen dat u een zondaar bent? Dat u tegen God gezondigd hebt?” Zulke vragen kom ik nergens tegen in de Bijbel! Wel dit: “...die Jezus, die gij gekruisd hebt! Gij weet niet dat gij zijjt jammerlijk... enz.” Dit is een hele andere benadering! We zijn toch voor scherpe bijbelse prediking? Dan is het toch de taak van een prediker om de mensen aan te zeggen dat ze zondaren zijn! En niet vragen of ze al zondaren zijn. Om daarna voor die zondaren (alle mensen in de kerk dus!) Christus te verhogen. En dan werkt de Heilige Geest wel in het hart van mensen dat ze zich zondaar gaan voelen en op Hem gaan zien. Als je zo preekt gaan mensen ook niet de kerk uit met de gedachte dat ze zich nog geen zondaar voelen en dus niet tot Hem mogen/kunnen gaan. Terwijl Christus elke preek weer klaarstaat om zondaren te ontvangen. Ook niet-ontdekte zondaren. Naar mijn mening spraken o.a. de Puriteinen (denk aan Spurgeon bijv.) ook zo. Heel scherp soms, maar wel radicaal! Niet beschrijven, maar aanzeggen! En daar was ook veel vrucht op de prediking. Soms complete opwekkingen. In mij komt steeds meer de gedachte op dat er een verband is tussen de (zichtbare) vruchten in die tijd met de daarbij behorende directe prediking. En de (zo lijkt het, al werkt de Heere altijd dus ook in deze tijd maar wel minder zichtbaar) weinige vrucht op de indirecte, beschrijvende prediking die vandaag de dag te horen is in de behoudende kerken. Hoe ziet u de prediking in de (bevindelijk) gereformeerde gezindte in het licht van deze opmerking? 2. Hiermee verbonden zie ik dat er vaak gezegd wordt bijvoorbeeld: “wij moeten preken met bevel van geloof en bekering.” Vervolgens wordt dat niet uitgewerkt. Er wordt wel over Christus gesproken, maar Christus wordt niet voor de gemeente uitgestald (ik generaliseer teveel, misschien maar anders is mijn vraag niet duidelijk denk ik). Er wordt wel gezegd: Bidt de Heere of hij uw zonden wil vergeven” (op zich is die vraag volgens mij al verkeerd want de Heere wil niets liever dan de zonden vergeven) maar er wordt niet gezegd: “Zie op het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Zie op Hem, zie op Hem” (Spurgeon bijv. doet dat heel vaak, en ik hoef alleen maar te wijzen op Johannes de Doper om aan te geven dat het ook bijbels is). En wanneer er zo bijbels over Hem gesproken wordt kan er ook een scherpe toepassing worden gemaakt: Of je gaat dan de kerk uit en hebt op Hem gezien (aangenomen; door het werk van de Heilige Geest), of je hebt Hem verworpen, Zijn bloed onrein geacht (Hebreeën 10). We zeggen vaak dat wanneer de Heilige Geest gaat beginnen in ons leven, Hij eerst gaat overtuigen van onze zonde tegenover God. Dat mag zo zijn, maar wat in Gods Woord staat is dat Hij de wereld zal overtuigen van zonde. En welke zonde? “..omdat ze in Mij niet geloven!” (Johannes 16:9). Wordt er dus niet te 'vrijblijvend' gepredikt? 3: Ik hoor wel eens een predikant zeggen: het is geen voorwaarde of grond, maar wel de weg waarin/waarlangs de Heere werkt. Wat is het verschil? Ik zie die niet, want stel dat u naar een heel ver land moet waar je alleen per vliegtuig kan komen. Dan kun je zeggen: ja het is geen voorwaarde om met het vliegtuig te gaan, maar zonder vliegtuig kom je er niet (dus de weg waarlangs). Dan is het toch een voorwaarde om met het vliegtuig te gaan? Anders kom je er niet! Dus ellendekennis toch een voorwaarde? Of kunt u mij uitleggen wat het verschil is?! Of mag iedereen tot Hem komen. Wel/geen ellendekennis, wel/niet ontdekt. Je kunt zeggen dat alleen ontdekte zondaren daadwerkelijk komen, maar zouden we dat niet aan de Heilige Geest zelf over moeten laten? Die werkt wonderlijk. Het kan voor sommigen voorwaarde zijn, maar de Heere heeft niet voor niets zoveel verschillende bekeringen laten optekenen in de Schrift. Om maar aan te geven: er is geen bepaalde volgorde, ook niet chronologisch, maar de Geest werkt wonderbaar. 4: Vaak gaat meer dan de helft van de prediking over de christen en de laatste minuten over Christus. Hierover nog even kort het volgende: "Ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u," zei Paulus, "dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd" (1 Kor. 2:2). En: "ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere" (Fil. 3:8). Wat spreekt Paulus toch vaak over Jezus Christus en dien gekruisigd. En over een heilig God die de zonde niet door de vingers kan zien. Moet de balans in een preek niet meer andersom zijn? Enkele minuten over de christen (er is immers niks goeds van een mens te zeggen) en meer dan de helft van de preek over Christus?
Antwoord
Beste vrager,
Vier vragen worden gesteld i.v.m. de prediking in de ger. gezindte. Het zijn heel belangrijke vragen. Op sommige punten lopen de meningen uiteen. We dienen wel te blijven zien dat de hoofdlijn overeenkomt met elkaar. Laat ik het zo zeggen: een mens is zondaar en hij moet met God verzoend worden door Christus.
De vraag is: wordt over het algemeen niet teveel over de dingen gesproken dan er uit. Dat is natuurlijk moeilijk te beoordelen of iemand er al dan niet kennis aan heeft. Er mag verwacht worden dat de prediker persoonlijk Christus heeft leren kennen als Zaligmaker. Maar wat wel aan de orde is: dat een prediking te beschrijvend is. Er wordt dan op een afstand gekeken naar een zondaar en zijn beleving , maar men wordt zelf niet direct aangesproken. Denk aan wat David hoorde van Nathan: Gij zijt die man. Iedereen wordt in de kerk aangesproken. Bekeerd of niet bekeerd, ze horen allemaal hetzelfde Woord van God. Bv. Jer.3:22: ”Keert weder gij afkerige kinderen en Ik zal uw afkeringen genezen”. Wel dienen de mensen gewezen te worden wat de zonde inhoudt, maar ook daartegenover wat Christus met de zonde wil doen. De prediking gebeurt niet uit het werkverbond, maar uit het genadeverbond. Dat betekent: in het werkverbond was het eerst de eis en dan de belofte, maar in het genadeverbond is er eerst de belofte en dan de eis. Is het een onterechte vraag, bent u er al achter gekomen dat u zondaar bent? Ik zou wel zeggen: bent u al zondaar voor God geworden? Een mens is zondaar maar hij moet er ook achter gebracht worden. De manier waarop dat gebeurt is wel heel belangrijk. Het dient te staan in het kader van het Evangelie. Wie er niets van kent, dient wel heel snel naar Christus te gaan om het van Hem als hoogste profeet te leren. De kant die u of jij beschrijft is er, maar er is ook de andere kant dat mensen zeggen in Christus te geloven, maar zichzelf niet als zondaar hebben leren kennen voor God. Denk maar aan Matth. 7:22v. We hebben in uw naam geprofeteerd, enz. Maar Christus zegt tegen hen: Ik heb u nooit gekend. Er mag in de prediking ook wel een beschrijvend element zijn denk aan het noemen van kenmerken. Welke kenmerken heeft een kind van God; denk daarbij ook aan de vruchten van de Geest (Galaten 5), maar wel in verbinding met de Geest van Christus. Voorop staat dat preken is mensen, zondaren, bij de hand nemen om naar Christus te leiden.
Tweede vraag: Wordt er niet te vrijblijvend gepreekt? Dat gevaar is zeker aanwezig. Zoals je zegt: De Christus wordt niet uitgestald in al Zijn werken en niet aangeprezen opdat men Hem aannemen zal. Er is veel genade nodig om Christus te verkondigen in al Zijn heerlijkheid. Hij dient ons noodzakelijk en dierbaar te worden. De bruid uit het Hooglied roept uit: al wat aan Hem is geheel begeerlijk. Men moet iets van Christus zien, zodat men Hem hebben wil. Als men Hem niet aanneemt is dat hetzelfde als Zijn bloed onrein achten. Tegelijk zullen alle gelovigen belijden: Ik ben gevonden terwijl ik niet naar Hem vroeg. Maar dat is dan bevinding achteraf. Alleen vragen of men het een en ander al kent, is nog geen bevinding.
3. Je derde vraag gaat over dat men zegt: het is geen grond of voorwaarde, maar de weg waarlangs de Heere werkt. Je vraagt: “Is dat niet hetzelfde?” Je haalt het voorbeeld aan van een vliegtuig, die je toch ergens brengt. Dat vliegtuig is het middel om ergens te komen. Maar laten we niet vergeten dat ook de middelen door God gegeven zijn. Ook het middel waardoor wij tot Christus komen is al van Christus en door Hem verworven. Is ellendekennis een voorwaarde om tot Christus te komen? Absoluut niet. De meeste ellendige moet tot Christus komen, ook al beseft hij zijn ellende niet. Denk ook aan Jes. 55: O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren, enz. En even verder: Waarom weegt gij geld uit voor wat geen brood is? Dus deze dorstigen zijn mensen die dorsten naar de zonde. Maar de Heere roept hem om de dorst te lessen bij Hem. Als het bijvoorbeeld gaat over het Heilig Avondmaal dan dient er wel op gewezen te worden dat we iets kennen van onze zonden en de noodzaak van Christus te kennen. Denk maar aan de vraag: voor wie is het Avondmaal des Heere ingezet? (vr.81). Verder: de enige grond voor ons behoud is het werk van Christus. Verder zijn er geen gronden aan te wijzen. Het wordt zelfs een roemen in de verkiezende liefde van de Vader.
4. Deze gaat over wat dient de preek te vullen: De christen of de Christus? De christen hangt helemaal van Christus af, dus zal Hij het allesbeslissende zijn en beheersende. Er is in de prediking ook de toepassing: hoe werkt deze Christus in ons leven? Hoe kom ik bij Hem? Maar laten ze zich dan ook welkom weten bij Hem. Er zijn altijd weer mensen die hun eigen naam horen noemen in de preek. Dat is het ontdekkende element dat dient uit te drijven tot Christus als Borg. Laten we niet vergeten dat in de prediking Christus bezig is ons door Zijn Geest en Woord te onderrichten. Hij hanteert de wet met het tweesnijdend zwaard maar dat gedoopt is in Zijn bloed. We dienen altijd met twee woorden te spreken; over de Christus, maar dan ook over de christen. We moeten oppassen om niet eenzijdig te worden. Beide hebben een plaats; denk ook aan de Catechismus: wat gelooft gij, enz. Het gaat ook heel persoonlijk over jou in het licht van Christus.
Ik hoop dat je wat kunt met het antwoord, anders hoor ik het nog wel (lees ook de Erskines).
Heel hartelijke groeten en licht van Boven toegewenst,
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zoals hierboven besechreven is er ook evenwicht in de prediking, het spannings-veld 100% Gods werk 100% onze verantwoordelijkheid. De rijke Christus en de arme zondaar. Wat mij betreft is het heel Bijbels wat hierboven staat, daar kan ik alleen maar Amen op zeggen.
Dat was scherp, heel scherp, maar bijbels en gunnend. En deze toon, op t scherpst van de snede (van het zwaard van Gods Woord) zou je altijd wel willen horen. Daar gaat het om. En dan is daar ook het verdriet dat je Hem niet liefhebt zoals je zou moeten doen, maar dan met Petrus, vol schaamte, maar ook verwondering: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik U toch, al is het te weinig en te menselijk, dat ik U toch liefheb...
Nu ben ik er achter dat dit niét zo is, althans de volgorde klopt niet.
De genade gaat voorop. Gods genade was er al voordat de mens in zonde viel.
Dus moet in de eerste plaats de genade verkondigd worden, daardoor gaan wij ontdekken wie God is en wie wij zijn.
Hand.2: 37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?
38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
En bij de samaritaanse vrouw begon Jezus eerst over de genade, dat Hij levend water zou geven als ze dat van Hem begeerde.
Daarna begon Hij over haar zonden. Joh.4.
Ik denk dus dat de volgorde niet vast staat als we het maar niet los van elkaar maken.
Waarom wil iedereen zo graag stil staan bij een bepaalde volgorde of diepgang of een bep.theorie
Gods liefde trekt toch aan je net als in de tekstvoorbeelden
Moet je dan een hele hoop gaan denken of vinden?
Of gewoon doen wat er in de Bijbel staat...
Als je BEKEERT wil worden
doe wat er geschreven staat (Hand.2: 37)
Als je de HEILIGE GEEST wilt ontvangen
ontvang zoals er geschreven staat
Ik lees dit tekens en over en over in de Bijbel
Ik lees nergens dat ze nog een jaar ellende kennis of een theorie nodig hebt om tot een vervolg of bekering te komen
Waarom niet?
Omdat de HEILIGE GEEST al voor en met iedereen werkt
HIJ weet wat goed voor jou is en wat nodig voor je is, zodat jij je kan bekeren
Loop Hem dan niet voor de voeten,
Je vertraagd alleen de bekering
Een bekering is niet van de mens!
Je hebt dus geen theorie of diepgang nodig
Een bekering(proces) is van de HEILIGE GEEST
Je moet jezelf alleen open stellen om te geloven (vertrouwen) dat JEZUS gestorven is om de mensheid te redden
De moordenaar aan het kruis stelde zich open
Daarom kon hij zeggen dat de ander moordenaar op moest houden
Daarom kon HIJ hem geloof geven
Daarom kon HIJ hem bekeren
Daarom is de moordenaar gered
Hij had geen geluk dat hij een bepaald ellende traject mocht overslaan
Er spelen allemaal processen af
En HIJ bestuurd jou bekeringsproces
Bekeren kost maar een minuut en die gelooft, is behouden
Met of zonder diepgang of ellende theorie
Dat alle preken elke zondag hier bij stil staan
Ellendekennis geeft geen bekering!!!
het is alleen een bewustwording
Openstellen en geloven in HEM geeft BEKERING
Wie moeite heeft met bekering of nog niet bekeerd is:
Bidt elke dag, dank u wel HEERE JEZUS CHRISTUS
Dat U er ook voor mij bent! Dat u mij Lief heeft
Wilt U mij bijstaan en mij door de bekering heen helpen.
Geef mij geloof (vertrouwen), en inzicht zodat ik mijn zonden kan belijden
Leidt mij door Uw GEEST, Zodat ik mij voor u openstel en bekeerd zal worden
Dat velen zich open zullen stellen
of is dit nu een utopie
We kunnen God niet genoeg dankbaar zijn voor hetgeen Hij ons gegeven heeft.
alsof je "de bal er in kopt"
Laten iedereen het dan uitspreken en vervult worden!
want:
Groot is de HEER
Groot is onze GOD
Glans en Glorie,
gaan door dit huis
Wacht en Luister,
vullen het heiligdom
vullen dit huis
Halleluja, Niemand is als u
Halleluja, Groot bent u Heer
Heilig is Uw Naam
Hallelujah, Groot is onze Heer
Groot is onze God,
Daal nu neer, regen neer
Zegen Heer ons land!
Heilige Geest, waai steeds meer
Kom met genade en raad
Ja U komt met kracht en reinig ons hart
Daal met vuur neer, Heilige Geest, kom op ons
en vervul ons nu
Geest van Wijsheid, van Waarheid en Kracht
toon Uw heerlijkheid
in ons land.